direct naar inhoud van Artikel 22 Verkeer - Verblijfsgebied
Plan: Kern Bodegraven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0497.KernBodegraven10-BP80

Artikel 22 Verkeer - Verblijfsgebied

22.1 Bestemmingsomschrijving
22.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer - Verblijfsgebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, voet- en fietspaden;
  • b. parkeervoorzieningen;
  • c. garageboxen;
  • d. terrassen, uitsluitend aan de naar de openbare weg gekeerde zijde van een horecabedrijf;
  • e. uithangborden aan gevels;
  • f. standplaatsen zijn toegestaan ten behoeve van afhaalcentra;
  • g. groen;
  • h. speelvoorzieningen;
  • i. verblijfsvoorzieningen;
  • j. beeldende kunstwerken;
  • k. geluidwerende voorzieningen;
  • l. nutsvoorzieningen;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals ondergrondse retentievoorzieningen, ondergrondse afvalcontainers, bergbezinkbassins, rioolgemaal en overeenkomstig de in 22.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.

22.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 22.1.1:

a Garageboxen

Voor garageboxen gelden de volgende bepalingen:

  • 1. garageboxen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'garage';
  • 2. garageboxen mogen uitsluitend worden gebruikt voor de stalling van voertuigen en berging als medegebruik.
b Parkeergarage

Een ondergrondse parkeergarage is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage'.

c Speelvoorzieningen

De oppervlakte van speelvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 200 m2 per locatie.

d Fietsbrug/-viaduct

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - fietsbrug' is een fietsbrug/-viaduct toegestaan.

22.2 Bouwregels
22.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming, alsmede garageboxen en gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen.

22.2.2 Maatvoering garageboxen

Voor garageboxen gelden de volgende maatvoeringseisen:

  • a. Garageboxen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.
  • b. De bouwhoogte van garageboxen mag maximaal 3 m bedragen;
  • c. De breedte van iedere garagebox bedraagt maximaal 4 m.
22.2.3 Maatvoering nutsvoorzieningen

Voor nutsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.
  • b. De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan 15 m2.
22.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan het volgende te voldoen:

  • a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de verkeersgeleiding en wegverlichting mag niet meer bedragen dan 8 m.
  • b. De bouwhoogte van terrasafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1,5 m.
  • c. De bouwhoogte van beeldende kunstwerken mag niet meer bedragen dan 5 m.
  • d. De bebouwde oppervlakte van beeldende kunstwerken mag niet meer bedragen dan 25 m2.
  • e. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
22.2.5 Afwijkingenregeling

In afwijking van het voorgaande geldt voor bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde het volgende: indien en voorzover de bestaande maatvoering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de genoemde maxima overschrijdt, geldt de bestaande maatvoering als maximum.

22.3 Ontheffing van de bouwregels
22.3.1 Ontheffing nutsgebouwen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 22.2.3teneinde het oprichten van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan 25 m2.
  • b. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m.
  • c. De ontheffing mag de verkeersveiligheid niet in gevaar brengen.
  • d. De stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast.
22.4 Wijzigingsbevoegdheid
22.4.1 Wijzigingsbevoegdheid van snippergroen naar Wonen

Burgemeester en wethouders kunnen met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, deze bestemming wijzigen in de bestemming Artikel 24 Wonen - 1, Artikel 25 Wonen - 2, Artikel 26 Wonen - 3, danwel Artikel 27 Wonen - 4, teneinde gronden als tuin bij woningen te betrekken. Hierbij wordt voldaan aan het volgende:

  • a. het betreft zogenaamd niet structureel groen, zoals snippergroen of restgroen c.q. groen dat geen deel uitmaakt van grotere groenstructuren of anderszins van geen of nauwelijks nut voor de gemeente is. Gronden met een duidelijke speelvoorziening en gronden ten behoeve van leidingen en waterberging vallen hier niet onder, tenzij sprake is van vestiging van een erfdienstbaarheid;
  • b. openbaar groen dat binnen de zogenaamde hoofdstructuur ligt of dat beeldbepalend is voor een wijk of straat, komt niet voor wijziging in aanmerking. Onder beeldbepalend wordt verstaan dat het groen een substantiële bijdrage levert aan het karakter en de kwaliteit van de woonomgeving en dat aantasting van deze elementen leidt tot verarming daarvan;
  • c. het groen grenst aan de bestemming Artikel 24 Wonen - 1, Artikel 25 Wonen - 2, Artikel 26 Wonen - 3, danwel Artikel 27 Wonen - 4 heeft of krijgt hiermee een functionele relatie;
  • d. de wijziging mag geen problemen opleveren vanuit het oogpunt van sociale en verkeersveiligheid;
  • e. indien het betreffende groen grenst aan een rij percelen met woningen, dient de eventuele wijziging betrekking te hebben op de gehele, aan de rij percelen grenzende, strook niet structureel groen;
  • f. conform de stedenbouwkundige uitgangspunten als opgenomen in de toelichting wordt bepaald of er bebouwing op het betreffende perceel is toegestaan en welke begrenzing daarvoor geldt. Hiertoe wordt op de verbeelding van de wijzigingsbevoegdheid al dan niet de aanduiding 'bijgebouwen' opgenomen.
22.4.2 Wro-zone - wijzigingsgebied 9

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ingevolge artikel 3.6 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 9' de bestemming te wijzigen naar de bestemming Wonen - 1, teneinde nieuwe woningen met bijbehorende bijgebouwen toe te staan met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen, inritten en parkeervoorzieningen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan 9;
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11 m;
  • d. de woningen zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van grondgebonden woningen;
  • e. de parkeerbehoefte wordt gedeeltelijk opgelost ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 9';
  • f. het leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving;
  • g. het leidt niet tot een onevenredige aantasting van de cultuurhistorische en monumentale waarden van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarde';
  • h. uit milieuoogpunt bestaan geen bezwaren voor realisering van de woningen, waarbij in ieder geval wordt voldaan aan het volgende:
    • 1. de geluidbelasting vanwege het wegverkeer en/of railverkeer van geluidsgevoelige gebouwen is niet hoger dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een reeds verkregen hogere grenswaarde ten tijde van het ter visie leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan;
    • 2. voldaan wordt aan de normen die gesteld zijn bij of krachtens de Wet geurhinder en veehouderij en er daarbij een aanvaardbare achtergrondbelasting is;
    • 3. er dient te worden voldaan aan de wetgeving op het gebied van externe veiligheid;
    • 4. uit onderzoek dient te blijken dat de bodem geschikt is voor de functie;
    • 5. uit oogpunt van natuurwetgeving mogen geen belemmeringen bestaan;
    • 6. uit oogpunt van luchtkwaliteit mogen geen belemmeringen bestaan;
  • i. de woningen vormen geen belemmering voor bedrijfsactiviteiten in de omgeving;
  • j. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • k. vanuit het oogpunt van een goede waterhuishouding, dient bij uitbreiding van het verharde oppervlak, voldaan te worden aan de eisen die het waterschap en het gemeentelijke waterbeleid hieraan stellen;
  • l. aansluiting wordt gezocht op de bepalingen in Artikel 24 Wonen - 1, waarbij wordt opgemerkt dat parkeren vóór de voorgevel mogelijk gemaakt kan worden.
22.4.3 Wro-zone - wijzigingsgebied 10

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ingevolge artikel 3.6 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 10' de bestemming te wijzigen naar de bestemming Wonen - 1, teneinde nieuwe woningen met bijbehorende bijgebouwen toe te staan met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen, inritten en parkeervoorzieningen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan 8;
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11 m;
  • d. de woningen zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van grondgebonden woningen;
  • e. de parkeerbehoefte wordt gedeeltelijk opgelost ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 10';
  • f. het leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving;
  • g. het leidt niet tot een onevenredige aantasting van de cultuurhistorische en monumentale waarden van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarde';
  • h. uit milieuoogpunt bestaan geen bezwaren voor realisering van de woningen, waarbij in ieder geval wordt voldaan aan het volgende:
    • 1. de geluidbelasting vanwege het wegverkeer en/of railverkeer van geluidsgevoelige gebouwen is niet hoger dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een reeds verkregen hogere grenswaarde ten tijde van het ter visie leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan;
    • 2. voldaan wordt aan de normen die gesteld zijn bij of krachtens de Wet geurhinder en veehouderij en er daarbij een aanvaardbare achtergrondbelasting is;
    • 3. er dient te worden voldaan aan de wetgeving op het gebied van externe veiligheid;
    • 4. uit onderzoek dient te blijken dat de bodem geschikt is voor de functie;
    • 5. uit oogpunt van natuurwetgeving mogen geen belemmeringen bestaan;
    • 6. uit oogpunt van luchtkwaliteit mogen geen belemmeringen bestaan;
  • i. de woningen vormen geen belemmering voor bedrijfsactiviteiten in de omgeving;
  • j. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • k. vanuit het oogpunt van een goede waterhuishouding, dient bij uitbreiding van het verharde oppervlak, voldaan te worden aan de eisen die het waterschap en het gemeentelijke waterbeleid hieraan stellen;
  • l. aansluiting wordt gezocht op de bepalingen in Artikel 24 Wonen - 1.