direct naar inhoud van Artikel 24 Wonen - 1
Plan: Kern Bodegraven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0497.KernBodegraven10-BP80

Artikel 24 Wonen - 1

24.1 Bestemmingsomschrijving
24.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor Wonen - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen;
  • b. bijzonder woongebouw;
  • c. kamerverhuur en logies;
  • d. kantoor;
  • e. detailhandel;
  • f. het behoud, beheer en herstel van de cultuurhistorische en monumentale waarden van gebouwen, ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';

één en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen, erven, groenvoorziening, parkeervoorzieningen, paden e.d. en overeenkomstig de in 24.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.

24.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 24.1.1:

a Niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit

Binnen deze bestemming wordt het gebruik van ruimten binnen de woning en/of aan-/ uitbouwen en bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit als gebruik overeenkomstig de bestemming in een woning of bedrijfswoning aangemerkt, voorzover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • 1. maximaal 30% van het vloeroppervlak van de woning met inbegrip van gerealiseerde aan- en uitbouwen en bijgebouwen, tot ten hoogste en in totaal 50 m² mag worden gebruikt voor het aan huis verbonden beroep;
  • 2. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
  • 3. uitsluitend is toegestaan een inrichting type a conform het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. Type b is uitsluitend toegestaan na verlening van ontheffing als opgenomen in 38.1;
  • 4. er mag geen detailhandel of groothandel plaatsvinden.
b Publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit

In afwijking van het bepaalde in 36.1 zijn publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 2'.

c Woon-/werkeenheid

Een woon-/werkeenheid is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1”, of na verlening van ontheffing als bedoeld in 24.5.1.

d Kamerverhuur en logies

Voor kamerverhuur en logies gelden de volgende bepalingen:

  • 1. Kamerverhuur en logies zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'kamerverhuur'.
  • 2. Kamerverhuur en logies zijn uitsluitend op de verdieping toegestaan.
  • 3. Het totale aantal bewoners mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bewoners' met dit aangegeven aantal is aangegeven. Hiervan kan ontheffing worden verleend als opgenomen in 24.5.3.
e Bijzonder woongebouw

Een bijzonder woongebouw is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning'.

f Kantoor

Een kantoor is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'kantoor'.

g Onderdoorgang

Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient een (onder)doorgang in stand te worden gehouden ten behoeve van het daar(onder) gelegen (voet)pad.

h Parkeren op eigen terrein

Parkeren op eigen terrein is toegestaan, met dien verstande dat parkeren direct vóór de voorgevel van het hoofdgebouw niet is toegestaan.

i Parkeergarage

Een ondergrondse parkeergarage ten behoeve van gezamenlijke parkeerplaatsen is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage'.

j Detailhandel

Detailhandel is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel'.

24.2 Bouwregels
24.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, die ten dienste staan van deze bestemming, zoals hoofdgebouwen in de vorm van woningen en aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde en vrijstaande bijgebouwen.

24.2.2 Hoofdgebouwen

Hoofdgebouwen dienen aan de volgende eisen te voldoen:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. hoofdgebouwen zijn uitsluitend toegestaan in de overeenkomstig aangeduide bouwwijze:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd', uitsluitend woningen in de bouwwijze aaneengebouwd;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld', uitsluitend woningen in de bouwwijze gestapeld;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen', uitsluitend woningen in de bouwwijze twee-aaneen;
    • 4. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand', uitsluitend woningen in de bouwwijze vrijstaand;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' met deze aanduiding is aangegeven;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' met deze aanduiding is aangegeven;
  • e. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' met deze aanduiding is aangegeven;
  • f. de hoofdgebouwen dienen te zijn afgedekt met een kap met een helling van minimaal 30° en maximaal 65°. Bij hoofdgebouwen waar ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)” de aangeduide goot- en bouwhoogte aan elkaar gelijk zijn, is een kleinere dakhelling toegestaan;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' of ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' geldt voor hoofdgebouwen die bestaan uit twee bouwlagen en een kap, dat een uitbreiding van dit hoofdgebouw, ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak', niet meer mag bedragen dan 2 m ten opzichte van de bestaande achtergevel van het hoofdgebouw;
  • h. Het aantal woningen mag per bouwperceel niet meer bedragen dan het bestaande aantal woningen, met dien verstande dat het aantal woningen ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden" niet meer mag bedragen dan aangegeven.
24.2.3 Aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en overkappingen

Voor de aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' en ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', met dien verstande dat de bestaande gebouwen daarbuiten worden geacht aan het plan te voldoen;
  • b. voor zover de aanduiding 'bijgebouwen' ligt vóór de voorgevel, geldt dat, in afwijking van het bepaalde onder a, uitsluitend de hierin gesitueerde aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zijn toegestaan;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m dan wel 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van de woning of het woongebouw;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 m.
24.2.4 Vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen

Vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:

  • a. vrijstaande bijgebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' en ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen';
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 m.
24.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen, dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:

  • a. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen mag ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' en ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' niet meer bedragen dan 2 m en daarbuiten niet meer dan 1 m;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen de overige gronden mag niet meer bedragen dan 3 m.
24.2.6 Bebouwde oppervlakte

Voor de bebouwde oppervlakte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' geldt het volgende:

  • a. De bebouwde oppervlakte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mag per bouwperceel niet meer bedragen dan opgenomen in onderstaande tabel, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' niet meer dan 50% mag worden bebouwd:
    Oppervlakte aanduiding 'bijgebouwen   Maximale oppervlakte aan- en uitbouwen of bijgebouwen  
    < 200 m2   60 m2  
    200-500 m2   90 m2  
    =/> 500 m2   120 m2  
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' die is gelegen vóór de voorgevel telt de bebouwde oppervlakte niet mee bij het bepaalde onder a.
  • c. Het bepaalde onder a geldt niet ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage %'. In dergelijke situaties geldt het volgende: Het bebouwingspercentage per bouwperceel mag niet meer bedragen, dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage %' – geldend voor de gronden gelegen binnen het bouwperceel – met deze aanduiding is aangegeven.
24.2.7 Afwijkingenregeling

In afwijking van het voorgaande geldt voor bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd krachtens een bouwvergunning, het volgende: indien en voorzover de bestaande maatvoering en/of oppervlaktes en/of situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de genoemde maxima, danwel minima overschrijden, geldt de bestaande maatvoering als maximum respectievelijk minimum.

24.3 Ontheffing van de bouwregels
24.3.1 Ontheffing goot- en/of bouwhoogte

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 24.2.2teneinde een grotere goothoogte en/of bouwhoogte toe te staan, mits:

  • a. de op grond van 24.2.2 toegestane goot- en/of bouwhoogte met niet meer dan 3 m wordt verhoogd;
  • b. het woon- en leefmilieu van de omgeving niet onevenredig wordt aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • c. bij de ontheffing het behoud van een stedenbouwkundige eenheid van de desbetreffende straat in acht wordt genomen.
24.3.2 Ontheffing uitbreiding hoofdgebouw

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 24.2.2onder g teneinde een grotere uitbreiding van het hoofdgebouw toe te staan, mits:

  • a. de uitbreiding plaatsvindt binnen het 'bouwvlak';
  • b. de uitbreiding wordt tezamen gedaan met alle aan elkaar gebouwde hoofdgebouwen (bloksgewijs);
  • c. de afstand tot het openbare gebied ten minste 1 m bedraagt;
  • d. in het kader van de leefbaarheid en sociale veiligheid bevat de gevel gericht naar het openbare gebied gevelopeningen;
  • e. het woon- en leefmilieu van de omgeving niet onevenredig wordt aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • f. bij de ontheffing het behoud van een stedenbouwkundige eenheid van de desbetreffende straat in acht wordt genomen.
24.3.3 Ontheffing aan- of uitbouwen buiten 'bouwvlak' en 'bijgebouwen'

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 24.2.3onder a teneinde aangebouwde gebouwen in de vorm van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen buiten de aanduiding 'bouwvlak' en buiten de aanduiding 'bijgebouwen' toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de breedte van de erker bedraagt maximaal 2/3 van de frontbreedte van het hoofdgebouw, met een maximum van 4 m;
  • b. de diepte van de erker bedraagt maximaal 1/3 van de breedte van de erker met een maximum van 1,50 m;
  • c. de diepte van de erker bedraagt maximaal 1/3 van de diepte van de grondstrook voor de voorgevelrooilijn;
  • d. de goothoogte is maximaal gelijk aan de hoogte van de eerste verdiepingsvloer (+ 0,25 m);
  • e. tussen erker en perceelsgrens of gezamenlijke hoek bedraagt de afstand minimaal 0,50 m, met dien verstande dat er geen minimale afstand geldt indien het 2 aaneengesloten erkers betreft;
  • f. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • g. bij de ontheffing wordt het behoud van een stedenbouwkundige eenheid van de desbetreffende straat in acht genomen.
24.3.4 Ontheffing oppervlakte

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 24.2.6teneinde een grotere oppervlakte aan bijgebouwen toe te staan mits:

  • a. de bebouwde oppervlakte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' niet meer dan 75 m2 bedraagt;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' de gronden met niet meer dan 65% worden bebouwd;
  • c. het woon- en leefmilieu van de omgeving niet onevenredig wordt aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • d. de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving mag niet onevenredig worden aangetast.
24.4 Specifieke gebruiksregels
24.4.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:

  • a. voor het opslaan, storten of bergen van materialen en producten, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het plaatsen van caravans;
  • c. de uitoefening van enige vorm van handel en/of bedrijf;
  • d. zelfstandige bewoning van vrijstaande bijgebouwen.
24.5 Ontheffing van de gebruiksregels
24.5.1 Ontheffing woon-/werkeenheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen als bedoeld in 24.1.2 onder c, teneinde een woon-/werkeenheid toe te staan, waar deze niet is aangeduid. Hiervoor dient aan de volgende criteria te worden voldaan:

  • a. maximaal 50% van het vloeroppervlak van de woning (begane grond + verdieping) met inbegrip van gerealiseerde aan- en uitbouwen en bijgebouwen, met een maximum van 75 m² mag worden gebruikt voor de woon-/werkeenheid;
  • b. uitsluitend is toegestaan een inrichting type a of b conform het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer;
  • c. degene die de activiteiten in de woning of het daarbij behorende bijgebouw zal uitvoeren, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
  • d. het gebruik mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse;
  • e. het bedrijf dient qua aard, milieubelasting en uitstraling te passen in een woonomgeving.
  • f. de activiteit dient qua aard, omvang en uitstraling te passen in een woonomgeving;
  • g. er mag geen detailhandel plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en wel in verband met de activiteit;
  • h. er mogen maximaal 2 parkeerplaatsen in het openbaar gebied worden gebruikt.
24.5.2 Ontheffing parkeren in voortuin

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen als bedoeld in 24.1.2 onder h, teneinde parkeren in de voortuin, vóór de voorgevel mogelijk toe te staan. Hiervoor dient aan de volgende criteria te worden voldaan:

  • a. het gebruik mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse;
  • b. het woon- en leefmilieu van de omgeving niet onevenredig wordt aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • c. de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving niet onevenredig wordt aangetast.
24.5.3 Ontheffing aantal bewoners kamerverhuur

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen als bedoeld in 24.1.2 onder d, teneinde meer bewoners ten behoeve van kamerverhuur toe te staan dan op grond van het bepaalde in 24.1.2 onder d is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. per kamerbewoner is ten minste 12 m2 gebruiksvloeroppervlakte kamerverhuur/logies;

het aantal bewoners met ten hoogste 50% mag toenemen ten opzichte van het bepaalde in 24.1.2 onder d;

  • b. de brandweer heeft positief geadviseerd ten aanzien van de toename van het aantal bewoners ten aanzien van brandveiligheidseisen;
  • c. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • d. in de onmiddellijke omgeving zal moeten worden voorzien in voldoende parkeervoorzieningen.
24.6 Wijzigingsbevoegdheid
24.6.1 Wijzigingsbevoegdheid 'wro-zone - wijzigingsgebied 13'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ingevolge artikel 3.6 lid 1 sub a Wet ruimtelijke ordening, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 13' de aanduiding 'detailhandel' te verwijderen als er ter plaatse geen detailhandel meer is gevestigd.