direct naar inhoud van Artikel 21 Verkeer - Railverkeer
Plan: Kern Bodegraven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0497.KernBodegraven10-BP80

Artikel 21 Verkeer - Railverkeer

21.1 Bestemmingsomschrijving
21.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer - Railverkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. railverkeer;
  • b. spoorwegovergangen;
  • c. tunnels;
  • d. station met perrons;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. verblijfsvoorzieningen;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. kunstwerken;
  • j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • k. geluidwerende voorzieningen;
  • l. het behoud, beheer en herstel van de cultuurhistorische en monumentale waarden van gebouwen, ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';

één en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals ondergrondse retentievoorzieningen, ondergrondse afvalcontainers, bergbezinkbassins, en overeenkomstig de in 21.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.

21.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 21.1.1:

a Tunnel

Een tunnel is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'tunnel'.

21.2 Bouwregels
21.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming, alsmede wachtruimtes en gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen.

21.2.2 Maatvoering nutsvoorzieningen en wachtruimtes

Voor nutsvoorzieningen en wachtruimtes gelden de volgende bepalingen:

  • a. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.
  • b. De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan 15 m2.
21.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan het volgende te voldoen:

  • a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de verkeersgeleiding en wegverlichting mag niet meer bedragen dan 8 m.
  • b. De bouwhoogte van beeldende kunstwerken mag niet meer bedragen dan 5 m.
  • c. De bebouwde oppervlakte van beeldende kunstwerken mag niet meer bedragen dan 25 m2.
  • d. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
21.3 Ontheffing van de bouwregels
21.3.1 Ontheffing nutsgebouwen en wachtruimtes

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 21.2.2. teneinde het oprichten van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen of wachtruimtes toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan 25 m2.
  • b. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m.
  • c. De ontheffing mag de verkeersveiligheid niet in gevaar brengen.
  • d. De stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast.