direct naar inhoud van 4.2 Archeologie
Plan: Middelburgseweg 8 te Reeuwijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1901.13Middelbrgseweg8-BP80

4.2 Archeologie

In 1992 werd het Europese Verdrag van Malta ondertekend door een groot aantal EU-landen, waaronder ook Nederland, met als doel om het (Europese) archeologische erfgoed veilig te stellen. Ter implementatie van het Verdrag van Malta in de Nederlandse wetgeving is in 2007 de Monumentenwet gewijzigd. De bescherming van archeologische waarden is geregeld in de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMZ), die onderdeel uitmaakt van de Monumentenwet. De kern van de WAMZ is dat wanneer de bodem wordt verstoord, de archeologische resten intact moeten blijven. Naast het inventariseren van de te verwachten archeologische waarde, moet het bestemmingsplan uiteindelijk een bescherming bieden voor archeologisch waardevolle gebieden. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een aanlegvergunningenstelsel.


Onderzoek

In de Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland, regio Krimpenerwaard en Gouwestreek (provincie Zuid-Holland, 2007) is het gebied niet specifiek aangeduid. Er is onderscheid gemaakt in drie kleuren categorieën (drie tinten bruin). De toekenning van een (zeer) grote, redelijke of lage kans op sporen (kleuren donker-, middel- en lichtbruin) heeft betrekking op de relatieve dichtheid van archeologische vondsten die in een bepaald gebied verwacht wordt. De witte gebieden hebben een lage trefkans. De kaart laat zien (figuur 3) dat er in dit deelgebied een lage trefkans op archeologische sporen is.

afbeelding "i_NL.IMRO.1901.13Middelbrgseweg8-BP80_0004.png"

Figuur 3: Archeologische waardenkaart (bron: provincie Zuid-Holland)


Op de gemeentelijke archeologische verwachtingenkaart zijn de historisch geografische elementen nog in kaart gebracht op basis van historisch kaartmateriaal. Deze kaart is op 1 februari 2007 door burgemeester en wethouders van Reeuwijk vastgesteld. Hierbinnen is een splitsing gemaakt tussen kaarten uit de periode 1614-1696 en de kadastrale minuten van 1825-1830. Voor beide perioden zijn alle percelen in kaart gebracht die in deze periode als bebouwd waren. Het perceel bevindt zich langs de ontginningsassen. Aan deze zones is in tegenstelling tot de provinciale Cultuurhistorische Hoofdstructuur een hogere archeologische verwachting voor bewoningssporen toegekend die samenhangen met de ontstaansgeschiedenis van Reeuwijk. De Middelburgseweg ligt binnen een zone met (resten van) historische bebouwing. In deze zone is sprake van een grote kans op archeologische resten die samenhangen met de ontstaansperiode. Het perceel Middelburgseweg 8 is niet specifiek aangeduid.


Als tijdens de graafwerkzaamheden archeologische vondsten (zogenaamde 'toevalsvondsten') aangetroffen worden, dan dienen deze conform de Monumentenwet van 1988 gemeld te worden. De Omgevingsdienst Midden-Holland adviseert om -in geval van toevalsvondsten- daarvan melding te doen bij de gemeente Bodegraven - Reeuwijk.


Conclusie

Het initiatief tast archeologische waarden niet aan. Eventuele toevalsvondsten dienen gemeld te worden bij de gemeente. Het aspect archeologie staat de uitvoering van het plan niet in de weg