Het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen staat beschreven in de Nota en circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (Rnvgs). De geactualiseerde circulaire is de voorloper van het Besluit transportroutes gevaarlijke stoffen (Btev), dat in 2012 in werking treedt. Ondanks dat het Btev nog niet in werking is getreden is het, in het kader van een goede ruimtelijke ordening, verstandig hier al rekening mee te houden. In het Btev staan regels op het gebied van externe veiligheid voor de ruimtelijke inrichting rond wegen, waterwegen spoorwegen met vervoer van gevaarlijke stoffen. Volgens het Btev mag op grond van een ruimtelijke besluit geen kwetsbaar object in de veiligheidszone worden gebouwd. Nieuwe beperkt kwetsbare objecten mogen alleen in uitzonderlijke gevallen in de veiligheidszone worden toegestaan. Ten opzichte van de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen is een verantwoording van het groepsrisico niet meer verplicht als het aannemelijk is dat het groepsrisico ver beneden de oriëntatiewaarde blijft of nauwelijks toeneemt.
Conclusie
De Omgevingsdienst Midden-Holland heeft in haar memo, waarin verwezen wordt naar het milieukundig onderzoek voor Module 3 deel III, t.a.v. externe veiligheid aangegeven dat de rondweg een verbetering is. In de gemeente zijn bij kwekers ca. 230 propaantanks aanwezig die bevoorraad worden over de weg. Veel van deze transporten zullen via de rondweg afgewikkeld worden. De verplaatsing van transporten gevaarlijke stoffen door de bebouwde kom naar de rondweg is vanuit veiligheidsoogpunt een verbetering.
Voor de beoordeling van Externe Veiligheidsrisico’s binnen het plangebied moet er gekeken worden naar plaatsgebonden- en groepsrisico’s voor: Bedrijven (BEVI-inrichtingen), Transportroutes en Buisleidingen. Externe veiligheid als gevolg van BEVI-inrichtingen speelt geen rol omdat de weg geen kwetsbaar object betreft.
Door het ontbreken van hogedruk aardgastransportleidingen of anderszins transportleidingen voor vervoer gevaarlijke stoffen die een belemmering vormen speelt dit aspect eveneens geen rol.
Het aspect transport gevaarlijke stoffen is onderbouwd in de rapportage van de omgevingsdienst. In de rapportage wordt geconcludeerd dat door de aanleg van de oostelijke rondweg het buitengebied aan de oostkant van Boskoop gemakkelijker kan worden bereikt, waarbij de bebouwde kom wordt ontzien. De verplaatsing van transporten gevaarlijke stoffen door de bebouwde kom naar de rondweg is vanuit veiligheidsoogpunt voor de gemeente Boskoop en de gemeente Bodegraven-Reeuwijk een verbetering.
De hoeveelheden transporten gevaarlijke stoffen (propaan), die over de aan te leggen rondweg zullen plaatsvinden, leiden niet tot een plaatsgebonden risico contour PR 10
-6. De toename van het groepsrisico zal gering zijn, gezien de relatief lage bebouwingsdichtheid langs het tracé. De absolute hoogte van het groepsrisico zal laag zijn, zeker minder dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde. Voor deze groepsrisicoverantwoording is een aanvullende memo opgesteld door de omgevingsdienst samen met de gemeente Boskoop. Dit is een aanvulling op het milieukundig onderzoek voor Module 3 deel III en is toegevoegd als bijlage
1.