direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Waarder
Status: concept
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0595.KernWaarder10-BP80

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 2': bedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-1': tevens een aannemingsbedrijf, voor zover voorkomend in bedrijfscategorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorzieningen': nutsvoorzieningen;
  • d. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': bedrijfswoning;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'gemaal': gemaal;
  • f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen, water, nutsvoorzieningen, toegangswegen en paden, parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.

4.2 Bouwregels

Op deze gronden worden ten behoeve van de bestemming uitsluitend gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

4.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven goothoogte.

4.2.2 Bedrijfswoningen
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' mag ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd;
  • b. de inhoud van een bedrijfswoning inclusief erfbebouwing mag ten hoogste 650 m³ bedragen;
  • c. voor de bedrijfswoning en daarbij horende erfbebouwing gelden de bouwregels zoals verwoord in artikel 16.2 (Wonen).

4.2.3 Bijgebouwen bij bedrijfswoningen

Per bedrijfswoning mag ten hoogste 40 m² aan bijgebouwen worden gebouwd met een maximale goothoogte van 3 m.

4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de maximaal toelaatbare bouwhoogten zoals is opgenomen in Artikel 21 (Algemene bouwregels), lid 21.1.2.

4.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de gronden gelden de volgende regels:

  • a. opslag van goederen binnen het bouwvlak is toegestaan, mits:
    • 1. achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw;
    • 2. de hoogte niet meer dan 3 m bedraagt;
  • b. parkeren is uitsluitend op eigen terrein toegestaan;
  • c. uitoefening van detailhandel, voor zover dit een ondersteunend en ondergeschikt bestandsdeel vormt van de bedrijfsuitoefening, is toegestaan;
  • d. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • e. het is verboden om bijgebouwen te gebruiken of te laten gebruiken als zelfstandige of als onafhankelijke woonruimte;
  • f. geluidshinderlijke en risicovolle inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • g. voor de bedrijfswoning en daarbij horende erfbebouwing gelden de gebruiksregels voor aan-huis-gebonden beroepen, kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten en balkons en dakterrassen zoals verwoord in artikel 17.3 (Wonen).

4.4 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 4.1 onder a t/m c:

  • a. om bedrijven toe te laten in één bedrijfscategorie hoger dan in lid 4.1 onder a t/m c genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de in lid  4.1 onder a t/m c genoemde bedrijfscategorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de in lid  4.1 onder a t/m c genoemde bedrijfscategorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;

met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • c. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • d. geluidshinderlijke en risicovolle inrichtingen zijn niet toegestaan.