direct naar inhoud van Artikel 21 Algemene bouwregels
Plan: Waarder
Status: concept
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0595.KernWaarder10-BP80

Artikel 21 Algemene bouwregels

21.1 Hoogteaanduiding
21.1.1 Gebouwen
  • a. voor de maximaal toelaatbare hoogten van gebouwen wordt hetgeen in hoofdstuk 2 van de regels en hetgeen met maatvoeringaanduiding is bepaald in acht genomen;
  • b. de maximaal toelaatbare hoogten mogen worden overschreden door antenne-installaties, schoorstenen, liftkokers, trappenhuizen en andere ondergeschikte bouwdelen, tenzij in hoofdstuk 2 van de regels anders is bepaald;
  • c. voor zover er in hoofdstuk 2 van de regels of met een maatvoeringaanduiding geen nokhoogten zijn aangegeven, mogen de maximaal toelaatbare goot- en boeibordhoogten worden overschreden door hellende dakvlakken, topgevels en dakkapellen;
  • d. voor zover noch in de regels noch maatvoeringaanduidingen zijn opgenomen ten aanzien van de afdekking van gebouwen, mogen de gebouwen zowel met een kap als plat worden afgedekt; voor zover een platte afdekking wordt toegepast, geeft de met de maatvoeringaanduiding aangegeven maximaal toelaatbare goothoogte de maximaal toelaatbare hoogte van het boeibord van het platte dak aan.

21.1.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Tenzij in hoofdstuk 2 van de regels of met maatvoeringaanduidingen anders is bepaald, bedraagt de maximaal toelaatbare bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • 1. 1 m voor erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw;
  • 2. 2 m voor erafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw;
  • 3. 3 m voor tuinmeubilair;
  • 4. 10 m voor lichtmasten ten behoeve van sportvelden;
  • 5. 12 m voor straatmeubilair;
  • 6. 15 m voor silo's en hooibergen;
  • 7. 40 m voor hoogspanningsmasten;
  • 8. 3 m voor schotelantenne-installaties, ongeacht of zijn op of aan bouwwerken worden gebouwd;
  • 9. 5 m voor antenne-installaties ten behoeve van mobiele telecommunicatie, niet zijnde schotelantenne-installaties;
  • 10. 15 m voor antenne-installaties anders dan ten behoeve van mobiele telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder techniekkast;
  • 11. 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

21.2 Overschrijding bouwgrenzen

De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:

  • a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt;
  • b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt;
  • c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt.