Plan: | Partiële Herziening Bestemmingsplannen Buitengebied 2023 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1901.BuitengebiedHrz23-BP80 |
het bestemmingsplan Partiële Herziening Bestemmingsplannen Buitengebied 2023 met identificatienummer NL.IMRO.1901.BuitengebiedHrz23-BP80 van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en daarbij horende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge dit bestemmingsplan regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een bijgebouw of bijbehorend bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit het oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in:
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen algemeen erkende en onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen op het gebied van landbouw en tuinbouw.
agrarisch beheer met inachtneming van het behouden van natuur- en landschapswaarden, zoals weidevogelbeheer, randenbeheer, slootkantenbeheer en dergelijke.
specialisatie voor agrarische bedrijven waarbij agrarische producten op een originele of traditionele manier worden bewerkt zoals imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij en dergelijke.
onderzoek door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een kleinschalige, aan de woonfunctie of agrarische bedrijfswoning ondergeschikte verblijfsvoorziening, gericht op het aanbieden van logies en ontbijt. Onder een bed & breakfast voorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur.
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen, verwerken, verhuren, opslaan en/of distribueren van goederen.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, vanwege de bestemming van het gebouw of het terrein.
een kantoor dat behoort bij en ten dienste staat van het op dezelfde locatie gevestigde bedrijf.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bedrijf zoals bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht dan wel de Wet natuurbescherming.
plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak (al dan niet door een koppelteken verbonden), waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik in de loop van de geschiedenis van het bouwwerk of dat gebied.
verblijf buiten de woning voor recreatieve doeleinden zonder dat er een overnachting mee gepaard gaat.
een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake natuur, landschap en planologie.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheerverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.
een bouwwerk dat dient ter afscheiding van het erf of een terrein.
de commissie als bedoeld in de Erfgoedverordening van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
het niet bedrijfsmatig gebruiken van gronden voor het hobbymatig houden van vee, niet zijnde paarden.
één of meer gebouw(en) of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
een onderneming, gericht op het verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bieden van nachtverblijf.
personen of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid in de samenstelling ervan; bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daar niet onder begrepen.
het binnen de woning van een bedrijfsvoerder van een agrarisch bedrijf bieden van de mogelijkheid tot inwoning van het huishouden van de voormalige bedrijfsvoerder, voor zover dit betreft de (schoon)ouders van de huidige bedrijfsvoerder.
een agrarisch gebouw dat aan zijn oorspronkelijke functie onttrokken is of een nieuw gebouw op een voormalig agrarisch bouwvlak dat geschikt is gemaakt voor recreatief nachtverblijf van groepen.
niet als een bouwwerk aan te merken vouwwagens, kampeerauto's, caravans, tenten of hiermee gelijk te stellen onderkomens, die bestemd zijn voor tijdelijk recreatief verblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
voorziening gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
de volledige of nagenoeg volledige afdekking van een gebouw met een dakhelling van ten minste 15° en ten hoogste 75°.
een gebouw, dat geheel of vrijwel geheel bestaat uit glas of ander licht doorlatend materiaal en dat dient voor het telen van planten, groente en fruit.
activiteiten die in een woning of bijbehorend bouwwerk door een bewoner op bedrijfsmatige wijze worden uitgeoefend, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten, zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie.
theeschenkerij of proeverij van streekeigen producten dan wel producten afkomstig van het eigen bedrijf, géén café, restaurant of ander horecabedrijf zijnde.
een kampeerterrein bij een agrarisch bedrijf voor ten hoogste 25 kampeermiddelen, niet zijnde stacaravans, gedurende de periode 15 maart tot en met 31 oktober.
het bij voortduring inladen en uitladen van goederen van enige omvang of enig gewicht, gedurende de tijd die daarvoor nodig is, onmiddellijk nadat het voertuig tot stilstand is gebracht. Uitgezonderd is het incidenteel laden en lossen van goederen met gebruikmaking van personenauto's.
de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur.
het in gebruik hebben of houden van een bouwwerk waarin bedrijfsmatig recreatief verblijf of tijdelijk onderdak wordt verschaft aan personen die elders hun hoofdverblijf hebben.
een bedrijf met een publieksgericht karakter, dat is gericht op het bieden van gelegenheid tot het berijden en verzorgen van paarden en pony's (waaronder het lesgeven, de verhuur, het dresseren en trainen, alsmede het organiseren van wedstrijden en/of andere hippische evenementen) en daaraan ondergeschikte detailhandel en horeca.
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.
een nadere eis zoals bedoeld in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening.
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
een activiteit van beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang zodat de functie waaraan zij wordt toegevoegd, qua aard, omvang en verschijningsvorm, als hoofdfunctie duidelijk herkenbaar blijft.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
detailhandel als activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de volgens het bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie. De detailhandelsactiviteit is van zulke beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang dat de functie waaraan zij wordt toegevoegd qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie duidelijk herkenbaar blijft.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak.
een bedrijf dat uitsluitend is gericht op het houden, stallen, of africhten van paarden, alsmede de handel in paarden.
Het stilstaan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen.
het gebruiken van een recreatieverblijf en/of kampeermiddel als hoofdverblijf. Onder hoofdverblijf wordt in dit verband verstaan: de plaats die feitelijk het centrum vormt van de sociale en maatschappelijke activiteiten van betrokkene. Van een hoofdverblijf is in ieder geval sprake indien de betrokkene gedurende een aaneengesloten periode van 180 dagen per kalenderjaar tenminste 2/3 van die tijd het adres van het recreatieverblijf of kampeermiddel als woonadres in gebruik heeft.
een (voormalige) agrarische bedrijfswoning die -naast het gebruik als bedrijfswoning voor het agrarisch bedrijf waarbij de woning behoort- tevens mag worden gebruikt voor bewoning als burgerwoning door derden die geen functionele binding hebben met het bijbehorend agrarisch bedrijf, en die niet wordt beschermd tegen milieugevolgen van het bijbehorende bedrijf, met dien verstande dat de woning is gelegen binnen een agrarisch bouwvlak ten behoeve van een bestaand agrarisch bedrijf.
vormen van recreatie die wat betreft de intensiteit van het gebruik ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie(s) van het gebied.
een agrarisch ondernemer die op het bedrijf woonachtig en werkzaam is geweest en die na beëindiging van zijn/haar ondernemerschap op het bedrijf wil blijven wonen, terwijl het agrarische bedrijf wordt gecontinueerd door een andere agrarisch ondernemer.
rustpunt langs een wandel- of fietsroute met kleinschalige voorzieningen voor een korte pauze.
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die als Bijlage 1 van deze regels deel uitmaakt.
de Staat van Horeca-activiteiten die als Bijlage 2 van deze regels deel uitmaakt.
een gebouw dat in zijn geheel kan worden verplaatst en is bestemd als recreatieverblijf, waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
het te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van agrarische producten aan particulieren, bij wijze van neventak van een agrarisch bedrijf, voor zover deze agrarische producten op het eigen bedrijf/in de regio zijn geteeld en hooguit op ambachtelijke wijze op het eigen bedrijf/in de regio zijn verwerkt of bewerkt.
voldoende ruimte voor het laden en lossen van goederen, zoals dit is aangegeven in het geldende parkeerbeleid van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk.
parkeergelegenheid voor auto's en fietsen, waarvan het aantal parkeerplaatsen en de omvang daarvan voldoet aan de Beleidsregels over parkeren en laden en lossen, die zijn vastgesteld door het bevoegd gezag.
een agrarisch bedrijf dat naar aard en omvang en gelet op de arbeidsbehoefte als zodanig moet worden aangemerkt en waarvan de continuïteit voor een periode van ten minste 10 jaar redelijkerwijs is te verwachten. Het bedrijf dient te voorzien in het hoofdinkomen van het bedrijfshoofd. De arbeidsbehoefte en –omvang dienen ten minste één arbeidskracht te omvatten die qua tijdsbesteding volledig (voltijds) werkzaam is of zal zijn in het bedrijf.
de naar de weg of naar de openbare ruimte gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevels, de gevel die door de ligging, de situatie ter plaatse en/of de indeling van het gebouw als voorgevel moet worden aangemerkt.
de lijn in het verlengde van de voorgevel.
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
een (voormalige) agrarische bedrijfswoning met in de bouwmassa opgenomen (voormalige) agrarische bedrijfsruimten, die samen een geïntegreerde eenheid (bouwkarakteristiek waarbij woon- en bedrijfsgedeelte van oudsher aan elkaar verbonden zijn) vormen.
elk vaartuig of drijvend voorwerp dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt als woning.
personen die door geestelijke of lichamelijke beperkingen of door zeer jonge leeftijd of door opsluiting voor langere tijd, niet in staat zijn om zich zelfstandig binnen korte tijd in veiligheid te brengen of bescherming te zoeken voor een dreigend gevaar.
een kantoor dat op zichzelf het bedrijf vormt.
de opvang van kinderen, volwassenen of gehandicapten, hetzij als niet-agrarische neventak, hetzij als vervolgfunctie op een agrarisch bouwperceel, waarbij het meewerken in het agrarisch bedrijf of bij het kleinschalig houden van dieren een wezenlijk onderdeel is van resocialisatie of therapie.
voorziening voor de maatschappelijke zorg ten behoeve van de opvang van kinderen, volwassenen of gehandicapten.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. Indien zich op enige zijde van een gebouw één of meer dakkapellen bevinden waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de gevelbreedte van de betreffende gevel, wordt de goothoogte, druiplijnhoogte of boeiboordhoogte van de dakkapel als goothoogte aangemerkt.
tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken, dakkapellen en dakopbouwen.
vanaf peil tot aan de buitenzijde van het dak en tussen de buitenwerkse maten van de draagconstructie.
vanaf het peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580 (Nederlandse Norm voor ruimtelijke data).
De voor "Agrarisch - Sierteelt" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat het oppervlak aan gronden of gebouwen in gebruik voor de bovengenoemde nevenfuncties per nevenfunctie maximaal 100 m² mag bedragen,
alsmede voor:
Op deze gronden mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Maximale oppervlakte | Maximale goothoogte | Maximale bouwhoogte | |
Bedrijfswoningen en/of plattelandswoningen en aangebouwde bijbehorende bouwwerken | 3,5 m | 10 m | |
Vrijstaande bijbehorende bouwwerken, behorende bij de bedrijfswoning en/of plattelandswoning | 75 m², met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.2, sub c, onder 3 en sub d, onder 5 | 3 m | 5 m |
kassen | 3.000 m² | 8 m | |
Bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen | 1.500 m² | 4,5 m | 10 m |
Erf- en terreinafscheidingen - binnen bouwvlak - buitenbouwvlak |
2 m 1 m |
||
watersilo's | 4 m | ||
Overige bouwwerken, niet zijnde gebouwen en erf- of terreinafscheidingen |
3 m |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2, sub c, onder 2 en lid 3.2, sub d, onder 4 ten behoeve van de herbouw van de woning op een andere plaats dan de plaats van de fundamenten van de bestaande woning met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij afwijking een omgevingsvergunning verlenen van het bepaalde in lid 3.2, sub j, met inachtneming van het volgende:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming "Agrarisch - Sierteelt" zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen gebouw zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 3.5.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 3.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen ten behoeve van het omzetten van een agrarische bedrijfswoning naar een burgerwoning, met inachtneming van het volgende:
De voor "Agrarisch met waarden" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
maximaal oppervlak | maximale goothoogte | maximale bouwhoogte | |
(voormalige) bedrijfswoningen en aangebouwde bijbehorende bouwwerken | 3,5 m | 10 m | |
vrijstaande bijbehorende bouwwerken, behorende bij de (voormalige) bedrijfswoning | 75 m² | 3 m | 5 m |
bedrijfsgebouwen, niet zijde kassen | 4,5 m | 10 m | |
hooiberg | 12 m | ||
mest- en voedersilo's | 7 m | ||
erf- en terreinafscheidingen: - binnen het bouwvlak: - buiten het bouwvlak: |
2 m 1 m |
||
overige bouwwerken, niet zijnde gebouwen en erf- of terreinafscheidingen: | 3 m |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 om bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals kuilvoerplaten en sleufsilo's toe te staan buiten het bouwvlak, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 om buiten het bouwvlak de bouw van een schuilgelegenheid voor vee toe te staan, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 om de nieuwbouw van één bedrijfswoning toe te staan, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2 voor de bedrijfswoning geldende maximale inhoudsmaat, teneinde het mogelijk te maken de woning te vergroten tot maximaal 1.000 m³, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2 ten behoeve van de herbouw van bedrijfswoningen op een andere plaats dan de plaats van de fundamenten van de bestaande woning met inachtneming van het volgende:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegde gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.4 om gronden en bouwwerken zodanig te gebruiken dat dit leidt tot een toename van de ammoniakemissie van het betreffende agrarische bedrijf, indien aangetoond wordt dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 voor het gebruik tot het toestaan van een bed and breakfast, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1, ten behoeve van het toestaan van de in tabel 1 genoemde niet-agrarische nevenfuncties binnen het bouwvlak, met inachtneming van het volgende:
tabel 1 Toegestane nevenfuncties na afwijking bij een omgevingsvergunning
Nevenfunctie | maximaal oppervlak van de gronden in gebruik voor de nevenfunctie | maximaal vloeroppervlak in bebouwing voor de nevenfunctie |
verkoop aan huis van streekeigen producten (eventueel be- of verwerkt) | - | 100 m² |
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten | - | 300 m² |
sociale functie zoals resocialisatie, therapie, kinderopvang, zorgboerderij | 300 m² | |
sociale functie zoals resocialisatie, therapie, kinderopvang, zorgboerderij | 300 m² | |
kano-, (roei- of elektrische) boot-, fietsen- of huifkarrenverhuur | 500 m² | 200 m² |
kleinschalige horecagelegenheid als bedoeld in categorie 1b van de Staat van horeca-activiteiten | 500 m² | 100 m² |
kleinschalig kamperen | 3.000 m² | 150 m² |
veehandel | - | 500 m² |
handel in zaaigoed en potgrond | - | 300 m² |
natuur- en milieueducatie rondleidingen | - | 150 m² |
bed & breakfast | - | 200 m² |
kampeerboerderij | - | 300 m² |
medische dienstverlening t.b.v. veehouderij | - | 300 m² |
Het is verboden op of in gronden met de bestemming Agrarisch met waarden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen gebouwen zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod in lid 4.6.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 4.6.1 zijn slechts toelaatbaar indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met toepassing van artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening de bestemming "Agrarisch met waarden" te wijzigen in de bestemming "Wonen" ten behoeve van de bouw van één of meerdere woningen in ruil voor de sanering van alle op het bouwvlak aanwezige bedrijfsbebouwing en/of kassen met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn met toepassing van artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening bevoegd om de bestemming "Agrarisch met waarden" te wijzigen ten behoeve van een vervolgfunctie met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn met toepassing van artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening bevoegd om de bestemming "Agrarisch met waarden" te wijzigen naar de bestemming "Natuur" ten dienste van de ontwikkeling van nieuwe natuur, met inachtneming van het volgende:
De voor "Bedrijf" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
maximaal bebouwbaar oppervlak |
maximale goothoogte | maximale bouwhoogte | |
bedrijfswoningen en aangebouwde bijbehorende bouwwerken | 3,5 m | 10 m | |
bedrijfsgebouwen | Zoals aangegeven in de matrix op de verbeelding | 4,5 m | 10 m |
vrijstaande bijbehorende bouwwerken, behorende bij de (bedrijfs)woning | 75 m² | 3 m | 5 m |
erf- en terreinafscheidingen: - binnen het bouwvlak: - buiten het bouwvlak: |
2 m 1 m |
||
overige bouwwerken, niet zijnde gebouwen en erf- of terreinafscheidingen: | 3 m |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2 ten behoeve van de herbouw van bedrijfswoningen op een andere plaats dan de plaats van de fundamenten van de bestaande woning met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2 ten behoeve van het toestaan van een hogere goothoogte voor bedrijfsgebouwen met inachtneming van het volgende:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1, ten behoeve van het toestaan van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met toepassing van artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening de bestemming "Bedrijf" te wijzigen ten behoeve van een vervolgfunctie met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met toepassing van artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening de bestemming "Bedrijf" te wijzigen in de bestemming "Wonen" ten behoeve van de bouw van één of meerdere woningen in ruil voor de sanering van alle op het bouwvlak aanwezige bedrijfsbebouwing en/of kassen met inachtneming van het volgende:
De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde ten hoogste 3 meter mag bedragen.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor "Horeca" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
maximaal oppervlak | maximale goothoogte | maximale bouwhoogte | |
gebouwen | 200 m² | 3,5 m | 8 m |
erf- en terrein- afscheidingen: - binnen het bouwvlak: - buiten het bouwvlak: |
2 m 1 m |
||
overige bouwwerken, niet zijnde gebouwen en erf- of terreinafscheidingen: |
3 m |
Het gebruik van het logiesverblijf als bedoeld in lid 7.1 is uitsluitend toegestaan indien in de parkeerbehoefte op eigen terrein wordt voorzien overeenkomstig het bepaalde in artikel 24, lid 24.4.
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt dat het logiesverblijf door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet mag kunnen functioneren als een zelfstandige woning; dit betekent in ieder geval dat een aparte kookgelegenheid bij de voorziening niet is toegestaan.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met toepassing van artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening de bestemming "Horeca" te wijzigen ten behoeve van een vervolgfunctie met inachtneming van het volgende:
De voor "Kantoor" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
maximaal oppervlak | maximale goothoogte | maximale bouwhoogte | |
gebouwen | 520 m² | 6,5 m | 9,5 m |
erf- en terrein- afscheidingen: - binnen het bouwvlak: - buiten het bouwvlak: |
2 m 1 m |
||
overige bouwwerken, niet zijnde gebouwen en erf- of terreinafscheidingen: |
3 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met toepassing van artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening de bestemming "Kantoor" te wijzigen ten behoeve van een vervolgfunctie met inachtneming van het volgende:
De voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'kinderdagverblijf':
maximale oppervlak | maximale goothoogte | maximale bouwhoogte | |
bedrijfswoningen en aangebouwde bijbehorende bouwwerken | 3,5 m | 10 m | |
vrijstaande bijbehorende bouwwerken, behorende bij de woning | 75 m² | 3 m | 5 m |
bedrijfsgebouwen (niet zijnde de bedrijfswoning) | 6 m | 10 m | |
erf- en terrein- afscheidingen: - binnen het bouwvlak: - buiten het bouwvlak: |
2 m 1 m |
||
overige bouwwerken, niet zijnde gebouwen en erf- of terreinafscheidingen: |
3 m |
De voor "Natuur" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de bestemming erf- en terreinafscheidingen met een bouwhoogte van ten hoogste 1 m worden gebouwd.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming "Natuur" zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werkzaamheden of werken geen bouwwerk zijnde uit te voeren:
Het verbod van lid 10.3.1 is niet van toepassing op:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 10.3.1 zijn toelaatbaar, indien en voor zover:
De voor "Recreatie" aangewezen gronden zijn bestemd voor dagrecreatieve doeleinden met bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, in- en uitritten, ontsluitingswegen en voet- en fietspaden, water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding waaronder ook voorzieningen ten behoeve van het bergen van water.
Op deze gronden mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Maximale bouwhoogte | |
erf- en terrein- afscheidingen: - binnen het bouwvlak: - buiten het bouwvlak: |
2 m 1 m |
overige bouwwerken, niet zijnde gebouwen en erf- of terreinafscheidingen: | 3 m |
Het gebruik van gebouwen is uitsluitend toegestaan ten behoeve van stalling van materieel en opslag van materiaal ten behoeve van onderhoud en beheer van recreatie- en natuurgebieden.
De voor "Water" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Maximale bouwhoogte | |
erf- en terrein- afscheidingen: - binnen het bouwvlak: - buiten het bouwvlak: |
2 m 1 m |
overige bouwwerken, niet zijnde gebouwen en erf- of terreinafscheidingen: | 3 m |
De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
maximaal oppervlak | maximale goothoogte | maximale bouwhoogte | |
woningen (inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken) | zie verbeelding | zie verbeelding | |
vrijstaande bijbehorende bouwwerken | 75 m² | 3 m | 5 m |
erf- en terreinafscheidingen: - binnen het bouwvlak: - buiten het bouwvlak: |
2 m 1 m |
||
overige bouwwerken, niet zijnde gebouwen en erf- of terreinafscheidingen | 3 m |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2, sub c, onder 3 ten behoeve van de herbouw van woningen op een andere plaats dan de plaats van de fundamenten van de bestaande woning met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2 ten behoeve van de sanering van bestaande vrijstaande bijbehorende bouwwerken met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.1 voor de exploitatie van een bed and breakfast, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.1 voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep, met inachtneming van het volgende:
De voor "Wonen -1" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd:
en gelden de volgende regels:
maximum inhoud | maximum oppervlak | maximum goothoogte | maximum bouwhoogte | |
woningen (inclusief bijbehorende bouwwerken, exclusief ondergrondse bouwlaag) | zoals is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum volume (m³)' | 3,5 m | 8 m | |
vrijstaande bijbehorende bouwwerken behorende bij de woning | 50 m² | 3 m | 5 m | |
zwembad, geen gebouw zijnde, bij een woning | 40 m² | |||
erf- en terreinafscheidingen: binnen het bouwvlak - voor de voorgevel - elders buiten het bouwvlak |
1 m 2 m 1 m |
|||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde (geen erf- of terreinafscheidingen) | 3 m |
mits de bijbehorende bouwwerken niet worden herbouwd.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.1 voor het gebruik tot het toestaan van een bed and breakfast, met inachtneming van het volgende:
Het is verboden op of in de gronden met de aanduiding 'landschapswaarden', zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 14.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 14.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de, landschaps- en natuurwaarden zoals genoemd in lid 14.1, sub b in de directe omgeving niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, hetgeen wordt getoetst met inachtneming van rapporten 'Landschapskwaliteiten Veenweiden Reeuwijk' d.d. april 2008 met de aanvulling van november 2008 en 'Landschapskwaliteiten Reeuwijkse Plassen' d.d. maart 2009 van Watersnip Advies (zoals opgenomen in Bijlage 5, Bijlage 6 en Bijlage 7) en waarbij aanvullend een advies van een ter zake deskundige kan worden gevraagd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen, teneinde de verplaatsing van een bouwvlak van een woning mogelijk te maken, met inachtneming van het volgende:
De voor "Leiding - Gas" aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een gasleiding.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 15.2, sub b, indien:
Het is verboden op of in gronden met de bestemming "Leiding - Gas" zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen gebouw zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 15.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals bedoeld in lid 15.4.1, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad en voorafgaand aan de verlening van de omgevingsvergunning schriftelijk advies bij de betreffende leidingbeheerder is ingewonnen.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 16.2, sub b. voor het bouwen ten behoeve van de andere aldaar voorkomende bestemming(en), indien:
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 16.3.1 kan slechts worden verleend, indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het veilig. betrouwbaar en duurzaam functioneren van de betreffende hoogspanningsverbinding.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in elk geval gerekend het gebruik voor een gebruik dat geen rekening houdt met een ongestoorde werking van de ondergrondse hoogspanningsleiding en de risico's die ermee verbonden zijn.
Het is verboden op of in gronden met de bestemming "Leiding - Hoogspanning" zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen gebouw zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 16.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De voor "Waarde - Archeologie - 2" aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de aanwezige archeologische waarden (ter plaatse van historische dorpskernen, bewoningslinten met een verspreide bebouwing, de bufferzone rondom AMK-terreinen en het (vermoedelijke) tracé van de Romeinse Limesweg).
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming "Waarde - Archeologie - 2" zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 17.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals bedoeld in 17.3.1, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor "Waarde - Archeologie - 3" aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden (ter plaatse van crevassesystemen/veenontwateringsgeulen).
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming "Waarde - Archeologie - 3" zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 18.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals bedoeld in lid 18.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor "Waarde - Archeologie - 4" aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden (ter plaatse van de ondergrondse stroomgordels in het buitengebied).
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming "Waarde - Archeologie - 4" zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod in lid 19.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals bedoeld in lid 19.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor "Waarde - Archeologie - 5" aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden (ter plaatse van komgebieden).
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming "Waarde - Archeologie - 5" zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod in lid 20.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals bedoeld in lid 20.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
Percelen met de bestemming "Waarde - Cultuurhistorie" zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van cultuurhistorische waarden zoals opgenomen in Bijlage 8, de Beleidsnota cultuurhistorie. De bestemming "Waarde - Cultuurhistorie" en de bijbehorende leden 21.2 tot en met 21.4.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming "Waarde - Cultuurhistorie" zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning gebouwen of bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het verbod in lid 21.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals bedoeld in 21.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.1 t/m 21.3, teneinde de toevoeging van een zelfstandige wooneenheid in een object met een cultuurhistorische waarde mits de onderliggende bestemming niet gewijzigd hoeft te worden en met inachtneming van het volgende:
De voor "Waterstaat - Waterkering" aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de waterkering alsmede bij deze waterkering behorende voorzieningen.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van bepaalde in lid 22.2, sub b indien:
Het is verboden op of in gronden met de bestemming "Waterstaat - Waterkering" zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen gebouw zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod in lid 22.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals bedoeld in lid 22.4.1, zijn slechts toelaatbaar, indien het belang van de waterkering daardoor niet onevenredig wordt geschaad en voorafgaand aan de verlening van de omgevingsvergunning schriftelijk advies bij de betreffende beheerder van de waterkering is ingewonnen.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingen, aanduidingsgrenzen en regels worden overschreden door:
In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 is het verboden om nieuwe bruggen te plaatsen of bestaande bruggen te vergroten.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan pas een omgevingsvergunning verlenen voor de activiteiten bouwen en/of het gebruiken van gronden en/of de activiteit handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 24.4 indien:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van het bepaalde in lid 24.4, indien dit noodzakelijk is om een goede verkeersstructuur en/of bereikbaarheid voor een pand, perceel, straat (of deel daarvan) dan wel een andere ruimtelijke functionele structuur te waarborgen.
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - spoor' dat het niet is toegestaan om nieuwe (bedrijfs)woningen of andere geluidsgevoelige bebouwing te realiseren, anders dan het vervangen van een bestaande (bedrijfs)woning op de huidige plaats of het vervangen van bestaande geluidsgevoelige bebouwing op de huidige plaats.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 26.1.1 indien sprake is van de bouw van nieuwe of vervangende (bedrijfs)woningen overeenkomstig de regels van dit plan, ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - spoor', onder voorwaarde dat:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - spoor' geldt dat het is niet toegestaan om (bedrijfs)woningen welke met toepassing van het bepaalde in lid 26.1.2 zijn gerealiseerd te bewonen indien de volgende voorzieningen niet aanwezig zijn:
In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - weg' dat het niet is toegestaan om nieuwe (bedrijfs)woningen of andere geluidsgevoelige bebouwing te realiseren, anders dan het vervangen van een bestaande (bedrijfs)woning op de huidige plaats of het vervangen van bestaande geluidsgevoelige bebouwing op de huidige plaats.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 26.2.1 indien sprake is van de bouw van nieuwe of van vervangende (bedrijfs)woningen op een andere locatie dan de huidige locatie binnen de bestemming "Agrarisch met waarden", "Bedrijf" of "Wonen" overeenkomstig de regels van dit plan, ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - weg', onder voorwaarde dat:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - weg' geldt dat het is niet toegestaan om (bedrijfs)woningen welke met toepassing van het bepaalde in lid 26.2.2, sub a. zijn gerealiseerd te bewonen, indien voorzieningen, die in het besluit tot vaststelling van een hogere waarde zijn voorgeschreven, niet aanwezig zijn.
In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - leiding' dat vestiging van functies of objecten voor zeer kwetsbare groepen niet is toegestaan.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 26.3.1 voor de vestiging van zeer kwetsbare groepen ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - leiding', indien:
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - straalpad', mag de bouwhoogte van bouwwerken in geen enkel opzicht meer bedragen dan de hoogte zoals ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' is aangegeven.
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 voor het toestaan van bebouwing op een kortere afstand van de zijdelingse perceelsgrenzen, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 voor het toestaan dat een (vrijstaand) bijbehorend bouwwerk behorende bij een (bedrijfs)woning wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 teneinde het plaatsen van nieuwe bruggen of het vergroten van bestaande bruggen mogelijk te maken, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met toepassing van artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening wijzigingen aan te brengen in plaats, richting en of afmetingen van bestemmingsgrenzen:
Het bevoegd gezag kan ter voorkoming van de aantasting van ter plaatse voorkomende landschappelijke waarden bij een omgevingsvergunning nadere eisen stellen ten aanzien van het treffen van maatregelen ten behoeve van de landschappelijke inpassing van bebouwing, met inachtneming van het volgende:
Bij het toepassen van een in dit plan opgenomen wijzigingsbevoegdheid ex artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening is Afdeling 3.4 (Uniforme openbare voorbereidingsprocedure) van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Partiële Herziening Bestemmingsplannen Buitengebied 2023'.