direct naar inhoud van 5.8 Archeologie en cultuurhistorie
Plan: Oud Bodegraafseweg - Doortocht
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1901.12oudbdgwegOvert-BP80

5.8 Archeologie en cultuurhistorie

Archeologie

Het plangebied kent een hoge archeologische verwachtingswaarde. In het kader van deze verwachtingswaarde is een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd. De rapportage hiervan is opgenomen in Bijlage 3.

Uit het bureauonderzoek blijkt dat de verwachting ter plaatse zeer hoog is voor resten uit de Romeinse Tijd. Daarnaast geldt er een hoge verwachting voor resten vanaf de Late Middeleeuwen. Voor de overige perioden vanaf de Bronstijd geldt een middelhoge verwachting voor nederzettingsresten.

Uit het veldonderzoek blijkt dat er een duidelijk archeologisch niveau aanwezig is. Ter plaatse van de uitbreiding van de Albert Heijn blijkt dit uit een donkergrijze laag, waarin onder andere resten van Romeins aardewerk en houtskool zijn aangetroffen. Op de locatie van de Aldi is een laag met fosfaatvlekken aangetroffen op circa 1,0 m -mv. Deze plekken wijzen op een verhoogde concentratie menselijke activiteiten. Op basis van de aangetroffen vondsten en de nabijheid van het Romeinse castellum is de aanwezigheid van archeologische resten uit de Romeinse tijd zeer waarschijnlijk.

Op basis van de resultaten wordt geadviseerd vervolgonderzoek uit te laten voeren in de vorm van proefsleuven. Voor dit onderzoek is een Programma van Eisen opgesteld. Dit is goedgekeurd door de gemeente. De werkzaamheden naar aanleiding van het programma van eisen hebben eind mei (2012) plaatsgevonden. De resultaten daarvan zullen in het vast te stellen bestemmingsplan worden verwerkt. In verband met de te verlenen omgevingsvergunningen voor het bouwen, zijn b&w op grond van dit bestemmingsplan bevoegd om voorwaarden te verbinden aan (de uitvoering van een) omgevingsvergunning, zodat het aspect archeologie, voldoende is veilig gesteld. Dit wordt nader toegelicht in Hoofdstuk 6 Juridische aspecten onder bestemmingsregels artikel 5.

Cultuurhistorie

Binnen het plangebied zijn geen cultuurhistorische elementen aanwezig die met het planvoornemen aangetast worden. Nabij het plangebied staat de Willibrorduskerk. De gemeente heeft als uitgangspunt voor de ontwikkeling meegegeven dat de zichtlijnen op deze kerk niet aangetast mogen worden. In dit bestemmingsplan is de nieuwe situatie vrij gedetailleerd vastgelegd. Hiermee is deze eis ook planologisch vastgelegd.

Het plangebied valt binnen de molenbiotoop van molen De Arkduif. Uit de regels die volgen uit de provinciale verordening dient bij nieuwe bebouwing rekening gehouden te worden met de molenbiotoop. Dat betekent, dat geen bouwwerken of beplanting mag worden opgericht met een hoogte die de vrije windvang of de belevingswaarde van de molen beperkt. Om de maximale hoogte te bepalen, wordt de zogenaamde biotoopformule gehanteerd (zie ook figuur). Deze luidt:

  • binnen de straal van 100 meter, gerekend vanuit het middelpunt van de molen, mag geen bebouwing worden opgericht of beplanting aanwezig zijn, hoger dan de onderste punt van de verticaal staande wiek;
  • binnen de straal van 100 tot 400 m gerekend vanuit het middelpunt van de molen, geldt in het stedelijk gebied dat bebouwing en beplanting niet hoger mag zijn dan 1/30 van de afstand tussen bouwwerk/beplanting en het middelpunt van de molen, gerekend met de hoogtemaat van de onderste punt van de verticaal staande wiek (1 op 30 regel).

afbeelding "i_NL.IMRO.1901.12oudbdgwegOvert-BP80_0006.png"

afbeelding... biotoopformule

Het plangebied ligt binnen de molenbiotoop, waarbij de kortste afstand tot de molen 200 m bedraagt. Op deze plek mag de hoogte van bebouwing en beplanting niet hoger dan 12,6 m zijn. Verder van de molen af is, conform bovenstaande biotoopformule, een groter bouwhoogte mogelijk. De bebouwing die met dit bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt, varieert van 5 m (Aldi) tot 10 m (de maximale bouwhoogte van Albert Heijn). Dat betekent dat de bebouwing ruimschoots onder de maximale hoogte blijft en dat geen bebouwing mogelijk wordt gemaakt, die van invloed is op de vrije windvang en de belevingswaarde van de molen. De molenbiotoop is wel vastgelegd in de planologische regeling.