direct naar inhoud van 5.5 Externe veiligheid
Plan: Oud Bodegraafseweg - Doortocht
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1901.12oudbdgwegOvert-BP80

5.5 Externe veiligheid

Toetsingskader

Bij ruimtelijke plannen dient voor externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:

  • bedrijven waar opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, spoor of water en door buisleidingen.

In het externe veiligheidsbeleid wordt onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag gedurende het hele jaar) en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom de risicobron. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. De gemeente heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.

Risicovolle inrichtingen

Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) geeft een wettelijke grondslag aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Op basis van het Bevi geldt voor het PR rondom een risicovolle inrichting een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten. Beide liggen op een niveau van 10-6 per jaar. Bij een ruimtelijke ontwikkeling moet aan deze normen worden voldaan.

Het Bevi bevat geen grenswaarde voor het GR; wel geldt op basis van het Bevi een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR in het invloedsgebied rondom de inrichting. De in het externe veiligheidsbeleid gehanteerde norm voor het GR geldt daarbij als oriëntatiewaarde. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als in nieuwe situaties.

Vervoer van gevaarlijke stoffen

In augustus 2004 is de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen in de Staatscourant gepubliceerd. In deze circulaire is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water, wegen en spoorwegen opgenomen. Op basis van de circulaire geldt voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten van 10-5 per jaar en de streefwaarde 10-6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde.

Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als nieuwe situaties. De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik.

Vervoer gevaarlijke stoffen door leidingen

Per 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen in werking getreden. Deze AMvB sluit aan bij de risiconormering uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Voor het PR geldt dat er binnen de risicocontour van 10-6 geen kwetsbare objecten mogen worden gerealiseerd. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde. Voor het GR wordt een oriëntatiewaarde als ijkpunt gehanteerd. Het GR in de omgeving van buisleidingen moet worden verantwoord (in bestaande en nieuwe situaties).

Onderzoek

Risicovolle inrichtingen

Uit de provinciale risicokaart (www.risicokaart.nl) blijkt dat in het plangebied geen risicovolle inrichtingen aanwezig zijn. Deze worden in het bestemmingsplan ook niet mogelijk gemaakt. In de omgeving van het plangebied komen risicovolle inrichtingen voor die mogelijk relevant zijn voor de risicosituatie in het plangebied. De belangrijkste gegevens van deze inrichtingen zijn in tabel 5.2 weergegeven.

Tabel 5.2 Risicovolle inrichtingen omgeving plangebied

naam   bijzonderheden   Bevi   risicosituatie   afstand tot plangebied  
Formido Bouwmarkt   opslag consumenten vuurwerk (10.000 kg)   nee   veiligheidsafstand van 8 m ter plaatse van opslag   circa 200 m  
Versluys Garage Vastgoed B.V.   lpg-vulpunt   Ja   PR 10-6 -contour van maximaal 110 m en invloedsgebied van 150 m vanaf het vulpunt   circa 230 m  

Uit de tabel blijkt dat het plangebied buiten de invloedsgebieden van de risicorelevante inrichtingen ligt. Daarbij dient te worden opgemerkt, dat de (dichtst bijzijnde) contour van de Formido Bouwmarkt niet meer van toepassing is, omdat deze inmiddels is gesloten. Deze inrichtingen vormen dan ook geen belemmering voor de uitvoering van het plan.

afbeelding "i_NL.IMRO.1901.12oudbdgwegOvert-BP80_0005.png"

Vervoer gevaarlijke stoffen

Ten zuiden van het plangebied ligt de Provinciale weg N11. Over deze weg vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats wat een risico kan opleveren voor het plangebied. De minimale afstand van het plangebied tot de weg is circa 260 m. Op deze afstand (> 200 m) is op basis van de Circulaire een afweging van het GR in principe niet noodzakelijk.

Ten noorden van het plangebied ligt de Provinciale weg N458. Over deze weg vindt ook transport plaats van gevaarlijke stoffen. De PR 10-6-risicocontour ligt niet buiten de weg en het invloedsgebied van deze weg is 124 m. De afstand van het plangebied tot deze weg is circa 600 m waardoor het transport van gevaarlijke stoffen over deze weg geen belemmering vormt voor de vaststelling van het bestemmingsplan.

Vervoer gevaarlijke stoffen door leidingen

In de nabijheid van het plangebied liggen twee gasleidingen die mogelijk risicorelevant zijn. In de onderstaande tabel staan de gegevens van de betreffende buisleidingen.

naam   maximale werkdruk   uitwendige diameter   PR 10-6 risicocontour   omvang invloedsgebied   afstand tot projectgebied  
Aardgasleiding Gasunie   66,20 bar   35,98 inch   430 – enkele m   430 m   circa 520 m  
Aardgasleiding Gasunie   40 bar   6,63 inch   95 – enkele m   95 m   circa 820 m  

Uit de tabel blijkt dat voor beide leidingen wordt voldaan aan de normen voor de invloedsgebieden. Ook de leidingen vormen geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling.

Conclusie

Er wordt geconcludeerd dat het aspect externe veiligheid de uitvoering van het project niet in de weg staat.