direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Tempeldijk 40, Reeuwijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1901.12Tempeldijk40-BP80

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijven, die zijn genoemd in bijlage 1 (Staat van Bedrijfsactiviteiten) onder de milieucategorieën A en B, alsmede voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'loon- en grondbedrijf' (categorie C): een kraan-, handels- en loonbedrijf, alsmede grondopslag,

met dien verstande dat:

  • b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk niet is toegestaan;
  • c. geluidshinderlijke inrichtingen niet zijn toegestaan;
  • d. risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan;
  • e. zelfstandige kantoorvestiging niet is toegestaan;
  • f. de bruto-vloeroppervlakte van de bedrijfsgebonden kantoren minder bedraagt dan 50% van de totale bruto-vloeroppervlakte met een maximum van 500 m²;

één en ander met de bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, voorzieningen voor de waterhuishouding en ongebouwde gronden.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen ten dienste van de bestemming mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de hoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding (plankaart) met de aanduiding 'maximale goothoogte';
  • c. de hoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding (plankaart) met de aanduiding 'maximale bouwhoogte';
  • d. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • e. op de gronden met de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' mogen geen woningen worden gebouwd.

4.2.2 Bouwwerken

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het (hoofd)gebouw bedraagt maximaal 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het (hoofd)gebouw bedraagt maximaal 2 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 3 m.

4.3 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor de opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 5 m.