direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch - Sierteelt
Plan: Tempeldijk 40, Reeuwijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1901.12Tempeldijk40-BP80

Artikel 3 Agrarisch - Sierteelt

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Sierteelt' aangewezen gronden zijn bestemd voor sierteeltbedrijven, zoals bedoeld in artikel 1.7 sub g, alsmede voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'gronddepot': grondopslag en -overslag ten behoeve van de sierteelt;
  • b. behoud en bescherming van de natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden in de vorm van het cultuurhistorisch waardevolle bebouwingslint en het verkavelingspatroon;

één ander met de bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals (ontsluitings)wegen, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en water ten behoeve van wateraanvoer en -afvoer, waterberging en sierwater.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen op de in 3.1 bedoelde gronden gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen ten dienste van de bestemming mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de hoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding (plankaart) met de aanduiding 'maximale goothoogte';
  • c. de hoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding (plankaart) met de aanduiding 'maximale bouwhoogte';
  • d. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • e. op de gronden met de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' mogen geen woningen worden gebouwd.

3.2.2 Bouwwerken

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldende volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het (hoofd)gebouw bedraagt maximaal 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het (hoofd)gebouw bedraagt maximaal 2 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 3 m.

3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.1 Landschappelijke inpassing

Ten behoeve van de landschappelijke inpassing gelden de volgende bepalingen:

  • a. de landschappelijke inpassing van de bedrijfsgebouwen en de buitenopslag op de gronden met de bestemming Agrarisch - Sierteelt, moet voor 1 april 2014 zijn aangelegd overeenkomstig het inrichtingsplan en dient vervolgens aldus in stand te worden gehouden;
  • b. onder inrichtingsplan wordt in deze planregels verstaan het beplantingsplan 'Landschappelijke inpassing bedrijfsterrein Gebr. Olieman', rapportnummer 11A043 van januari 2012 opgesteld door Watersnip Advies te Reeuwijk;

3.3.2 Strijdig gebruik

Het is verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor de opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 5 m.