Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Randenburgseweg
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1901.12Randenburgseweg-BP80

4.11 Milieueffectrapportage

De milieueffectrapportage (m.e.r.) is een hulpmiddel om bij diverse procedures het milieubelang een volwaardige plaats in de besluitvorming te geven. Een m.e.r. is verplicht bij de voorbereiding van plannen en besluiten van de overheid over initiatieven en activiteiten van publieke en private partijen die belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben. De m.e.r. is wettelijk verankerd in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer. Naast de Wet milieubeheer is het Besluit m.e.r. belangrijk om te kunnen bepalen of bij de voorbereiding van een plan of een besluit de m.e.r.-procedure moet worden doorlopen. Bij toetsing aan het Besluit m.e.r. zijn er vier mogelijkheden:
  1. het plan of besluit is direct m.e.r.-plichtig;
  2. het plan of besluit bevat activiteiten uit kolom 1 van onderdeel C of D, en ligt boven de (indicatieve) drempelwaarden, zoals beschreven in kolom 2 ‘gevallen’. Het besluit moet eerst worden beoordeeld om na te gaan of er sprake is van m.e.r.-plicht: het besluit is dan m.e.r.-beoordelingsplichtig. Voor een plan in kolom 3 ‘plannen’ geldt geen m.e.r-beoordelingsplicht, maar direct een (plan-)m.e.r.-plicht;
  3. het plan of besluit bevat wel de activiteiten uit kolom 1, maar ligt beneden de drempelwaarden, zoals beschreven in kolom 2 ‘gevallen’: er dient in overleg met de aanvrager van het bijbehorende plan of besluit beoordeeld te worden of er aanleiding is voor het uitvoeren van een m.e.r.-beoordeling (als sprake is van een besluit) of het direct uitvoeren van een m.e.r. (als sprake is van een plan). Deze keuze wordt uiteindelijk in het bijbehorende plan of besluit gemotiveerd. Er wordt hier gesproken van een zogenaamde 'vormvrije m.e.r.-beoordelingsplicht';
  4. de activiteit(en) of het betreffende plan en/of besluit worden niet genoemd in het Besluit m.e.r.: er geldt geen m.e.r.-(beoordelings)plicht.
Op basis van bovenstaande indeling wordt bepaald op welke wijze de nadelige effecten voor het milieu meegewogen worden in het plan. Er zijn wettelijke criteria om te bepalen of er sprake is van belangrijke nadelige milieugevolgen. De beoordelingscriteria zijn:
  1. De kenmerken van het project;
  2. De plaats van het project;
  3. De kenmerken van mogelijke effecten.
Planspecifiek
Het onderhavige plan valt niet onder de in bijlage C en/of D genoemde activiteiten met bijbehorende drempelwaarden waarvoor een m.e.r. procedure of een m.e.r. beoordelingsprocedure doorlopen moet worden.