direct naar inhoud van Artikel 11 Leiding - Gas
Plan: Bedrijventerreinen Zuidrand Bodegraven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1901.12Bedrterzuidrndbd-BP80

Artikel 11 Leiding - Gas

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een ondergrondse hogedruk aardgastransportleiding;

11.2 Bouwregels

Op de voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden mogen, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

11.3 Afwijken van de bouwregels
11.3.1 Afwijken

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 11.2  teneinde het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en) toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de leidingen geen bezwaar bestaat en er geen sprake is van gebruik ten behoeve van kwetsbare of verminderd kwetsbare personen.

11.3.2 Advies leidingbeheerder

Alvorens het bevoegd gezag beslist over een afwijking als bedoeld in 11.3.1 winnen zij schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder.

11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.4.1 Verbod

Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van hoogopgaande en/of diepwortelende beplanting, waaronder bij voorbeeld rietbeplanting;
  • b. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
  • c. het verrichten van grondroeractiviteiten (bij voorbeeld het aanbrengen van rioleringen, kabels, leidingen en drainage) anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • d. diepploegen;
  • e. het aanbrengen van gesloten verhardingen;
  • f. het permanent opslaan van goederen waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;
  • g. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen;
  • h. het plaatsen van onroerende objecten zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair;
  • i. het indrijven van voorwerpen in de bodem.
11.4.2 Uitzondering op verbod

Het in 11.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en beheer van de gasleiding betreffen;
  • b. op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn;
  • c. mechanisch worden uitgevoerd en daarmee vallen onder de werking van de Wet informatie uitwisseling ondergrondse netwerken, evenals graafwerkzaamheden als bedoeld in deze wet;
  • d. worden uitgevoerd ten behoeve van de instandhouding van de leiding(en);
11.4.3 Procedure

Alvorens te beslissen over een vergunning wordt het schriftelijk advies ingewonnen van de leidingbeheerder. Het advies betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.