Bij het realiseren van een nieuw gebruik wat afwijkt van het bestemmingsplan dient gekeken te worden naar de omgeving waarin de functie(s) gerealiseerd worden. Hierbij spelen twee vragen een rol:
- past de nieuwe functie in de omgeving?
- laat de omgeving de nieuwe functie toe?
Ad 1.
Bepaald moet worden of de functies benoemd in dit bestemmingsplan een belemmering opleveren voor het functioneren van bedrijven. Onderdeel van het functioneren van bedrijven is de milieuzonering die van toepassing is op bedrijven. De functies in dit bestemmingsplan zijn verkeer en water. Deze bestemmingen leveren geen beperkingen van omliggende milieuzonering op.
Ad. 2
De tweede vraag van het aspect milieuzonering is eveneens eenvoudig te beantwoorden. De bestemmingen in dit bestemmingsplan zijn verkeer en water. Dit zijn geen gevoelige bestemmingen. Vanuit de omgeving zijn er dan ook geen milieuzonering belemmeringen voor de realisatie van de rondweg.
Conclusie
Omdat de bestemmingen in dit bestemmingsplan geen gevoelige bestemmingen omvatten treedt er geen belemmering voor de bedrijfsvoering van aangrenzende bedrijven op alsmede worden de functies in het bestemmingsplan niet beperkt door aanwezige milieuzonering.