Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Oostelijke Rondweg Boskoop, Traject: Parallelle Wijkdijk, Verlengde Wijkdijk en Middelburgseweg
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0595.RondwegBoskoop10-BP80

4.10 Water

4.10.1 Algemeen beleid
Het algemene waterbeleid dat op het projectgebied van toepassing is, staat beschreven in de Vierde Nota Waterhuishouding van de rijksoverheid (zie hoofdstuk 3) en het beleid van hoogheemraadschap van Rijnland. Daarnaast zullen het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) en de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) de komende jaren richtinggevend worden voor het regionale waterbeheer in Nederland.
 
NBW en KRW
Het NBW betreft vooral kwantiteitsaspecten van het waterbeheer, zoals de waterberging bij hevige regenval. De KRW richt zich met name op de chemische en ecologische waterkwaliteit. Hoogheemraadschap van Rijnland is volop bezig met beide richtlijnen.
Het NBW heeft tot doel om in de periode tot 2015 het watersysteem in Nederland te verbeteren en op orde te houden. Het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen gaan dit samen aanpakken. Het gaat daarbij om het aanpakken van de gevolgen van de zeespiegelstijging, bodemdaling en een veranderend klimaat. Nederland krijgt hierdoor steeds meer te maken met extreem natte en extreem droge periodes. Om deze problemen te bestrijden zijn maatregelen nodig met als uitgangspunt het eerst vasthouden, dan bergen en vervolgens afvoeren van water.
4.10.2 Beleid Hoogheemraadschap van Rijnland
Het beleid van Hoogheemraadschap Rijnland dat voor onderhavig plan relevant is bestaat uit:
  • Het Waterbeheerplan Rijnland;
  • De Keur 2006 en Beleids- en algemene regels 2009
Waterbeheerplan Rijnland
Op 1 maart 2006 heeft het algemeen bestuur van Rijnland een nieuw waterbeheerplan, “Waterwerk Rijnland 2006-2009” vastgesteld. In dit plan geeft Rijnland aan wat zijn ambities voor de komende planperiode zijn en welke maatregelen in het watersysteem worden getroffen. De ambities en maatregelen richten zich op het waarborgen van de veiligheid, het verder verbeteren van het beheer en de inrichting van het waterhuishoudkundig systeem en het verbeteren van de waterkwaliteit. De verandering van het klimaat leidt naar verwachting tot meer lokale en heviger buien, perioden van langdurige droogte en zeespiegelrijzing. De maatregelen in “Waterwerk Rijnland 2006-2009” bereiden het beheergebied de komende jaren voor op deze ontwikkelingen.
Rijnland is op meerdere manieren bezig om bovenstaande ambities te verwezenlijken. Enerzijds wordt bekeken of het huidige watersysteem aan de eisen voldoet en rekeninghoudend met klimaatverandering, zeespiegelstijging en bodemdaling ook blijft voldoen. Zo nodig worden maatregelen uitgevoerd als dat niet het geval is (op orde krijgen). Anderzijds wordt er voor gezorgd dat bij veranderingen in het watersysteem als gevolg van ruimtelijke ontwikkelingen het watersysteem blijft voldoen (op orde houden).
 
Keur 2006 en Beleids- en algemene regels 2009
De “Keur 2006 en Beleids- en algemene regels 2009” maken het mogelijk dat het Hoogheemraadschap van Rijnland haar taken als waterkwaliteits- en kwantiteitsbeheerder kan uitvoeren. De Keur is een verordening van de waterbeheerder met wettelijke regels (gebod- en verbodsbepalingen) voor waterkeringen (dijken en kaden), watergangen (kanalen, rivieren, sloten, beken) en andere waterstaatswerken (bruggen, duikers, stuwen, sluizen en gemalen). Er kan een ontheffing van de in de Keur vastgelegde gebods- en verbodsbepalingen worden aangevraagd om een bepaalde activiteit wel te mogen uitvoeren. Als Rijnland daarin toestemt wordt dat geregeld in een Keurvergunning. In de Beleids- en algemene regels, die bij de Keur horen, is het beleid van Rijnland nader uitgewerkt.
4.10.3 De watertoets
In het kader van het verkrijgen van een duurzaam watersysteem hebben Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen in 2001 de Startovereenkomst waterbeleid 21e eeuw (WB’21) ondertekend. Onderdeel van het nieuwe waterbeleid is de “watertoets”: de check van ruimtelijke plannen aan de gevolgen voor het watersysteem. Ruimtelijke plannen dienen een waterparagraaf te bevatten. Initiatiefnemers van ruimtelijke plannen moeten in een vroegtijdig stadium van het planvormingsproces de waterbeheerder(s) betrekken. De initiatiefnemer vraagt de waterbeheerder(s) om een wateradvies in de vorm van een watertoets. In de waterparagraaf worden de watertoets en de uitkomsten van het overleg opgenomen. Op basis van de watertoets zal de waterbeheerder Keurontheffing en, indien nodig, een Wvo-vergunning (Wet verontreiniging oppervlaktewater) verlenen.
 
Het Hoogheemraadschap van Rijnland is intensief betrokken bij het uitwerken van de rondweg. Het toenmalige Waterschap Wilck en Wiericke dat opgegaan in het hoogheemraadschap heeft zitting gehad in de Gebiedscommissie Boskoop-Reeuwijk. Deze commissie was ingesteld om Gedeputeerde Staten te adviseren over de uitwerking van de oostelijke rondweg. In dit verband is het waterschap ook participant geweest in het projectteam Infrastructuur en Compensatie. Dit projectteam heeft het Ontwerpplan Infrastructuur voorbereid. Het Ontwerpplan Infrastructuur geeft aan dat een deel van de noodzakelijke watercompensatie gerealiseerd kan worden door de nieuw te gravensloten. Het rapport vermeld tevens op pagina 11 paragraaf 1.10 dat bestuurlijk en ambtelijke afstemming heeft plaatsgevonden.
 
Voor het de gehele oostelijke rondweg is in het kader van de watertoets een ontheffing van de keur aangevraagd. Het Hoogheemraadschap Rijnland heeft op 13 maart 2006 een ontheffing van de keur verstrekt kenmerk V.43415. Deze ontheffing geeft per wegvak en polder de noodzakelijke compensatie aan. Het onderhavige bestemmingsplangebied maakt onderdeel uit van deze vergunning.  Zoals aangegeven in hoofdstuk 2 wordt de oostelijke rondweg deels gewijzigd uitgevoerd ten opzichte van het vastgestelde consensusalternatief. De wijziging omvat het noordelijker uitvoeren van de geplande parallelle middelweg. Het gevolg t.o.v. de keurvergunning is dat het verlengde van de Wijkdijk verkort wordt. Hierdoor is minder dan wel een gelijke hoeveelheid watercompensatie nodig dan in de vergunning is opgenomen. De wijziging in uitvoering heeft derhalve geen invloed op de verleende keurvergunning.
 
De verleende Keurontheffing gaat nog niet in op de technische uitvoering van de rondweg. Wanneer de uitwerking van de rondweg gereed is dient aanvullend een vergunning aangevraagd te worden die ingaat op het gedetailleerde ontwerp. Bij de aanvraag van de vergunning dienen de volgende onderdelen aangeleverd te worden: - Gedetailleerde constructietekeningen van het gehele ontwerp; - De oppervlakten en locaties van de te dempen en te compenseren wateroppervlakten; - De werken in de kern- en beschermingszone van de waterkering.
 
Conclusie
In het voortraject tot vaststelling van het tracé van de oostelijke rondweg Boskoop is het Hoogheemraadschap geconsulteerd. Het waterschap heeft voor de gehele rondweg reeds een ontheffing van de keur verstrekt. Het onderdeel van de rondweg vastgelegd door dit bestemmingsplan valt binnen deze ontheffing. De wijziging in uitvoering van het consensusalternatief leidt niet tot een hogere watercompensatie. Het bestemmingsplan voldoet daarmee aan de vereisten gesteld door het Hoogheemraadschap. Het Hoogheemraadschap heeft in het kader van het wettelijk vooroverleg ex art 3.1.1. Bro, onder voorwaarden, positief gereageerd op het bestemmingsplan.