direct naar inhoud van Artikel 16 Water
Plan: Reeuwijk-Brug
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0595.ReeuwijkBrug10-BP80

Artikel 16 Water

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de waterhuishouding, waaronder vaarwegen, waterlopen en waterberging;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 2': tevens extensief recreatief medegebruik in de vorm van watersport;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': tevens een bergbezinkbassin;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden': tevens het behoud, beheer en versterking van de aanwezige landschappelijk en natuurlijke waarden;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteiger': tevens steigers;
  • f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals duikers, bruggen en landhoofden, steigers, ligplaatsen, bermen, keermuren, oevers/oeverbeschoeiingen, rietkragen en taluds.

16.2 Bouwregels
16.2.1

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zoals duikers, bruggen, steigers, ligplaatsen, keermuren, oeverbeschoeiingen en taluds.

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

16.2.2 Bruggen
  • a. per woning en per bedrijf is maximaal 1 brug toegestaan;
  • b. de breedte van bruggen ten behoeve van percelen met de bestemming 'Agrarisch' en 'Bedrijf' mag maximaal 4 m bedragen en ter plaatse van een landhoofd maximaal 8 m;
  • c. de breedte van bruggen ten behoeve van percelen met de bestemming 'Wonen' mag maximaal 3 m bedragen en ter plaatse van een landhoofd maximaal 6 m;
  • d. de breedte van bruggen ten behoeve van de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' bedraagt ten hoogste 6 m.

16.2.3 Steigers
  • a. steigers zijn toegestaan bij woningen die direct aan het water grenzen, waarbij geldt dat:
    • 1. de oppervlakte bedraagt ten hoogste 6 m² per steiger;
    • 2. de ruimte tussen de onderkant van de draagbalken en het hoogwaterpeil bedraagt ten minste 30 cm;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteigers' en binnen de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 2' geldt geen maximum oppervlak voor steigers;
  • c. voor alle steigers geldt dat de ruimte tussen de onderkant van de draagbalken en het hoogwaterpeil bedraagt ten minste 30 cm.

16.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de maximaal toelaatbare bouwhoogten zoals opgenomen in artikel 24.1.2 (Algemene bouwregels).

16.3 Specifieke gebruiksregel

Het gebruik van gronden ten behoeve van woonschepen is niet toegestaan.