direct naar inhoud van Artikel 16 Wonen
Plan: Waarder
Status: concept
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0595.KernWaarder10-BP80

Artikel 16 Wonen

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen in niet-gestapelde vorm;
  • b. aan-huis-gebonden beroep of kleinschalig bedrijf;
  • c. tuinen en erven;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1': tevens een kinderdagverblijf;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 2': uitsluitend garages en bergplaatsen ten behoeve van de stalling van vervoermiddelen en voor de berging van niet voor handel en distributie bestemde goederen en opslag van glasopstanden ten behoeve van een schildersbedrijf;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk': tevens onderwijs, gezondheidszorg, zorg en welzijn en sociaal-culturele instellingen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'garages': uitsluitend garages en bergplaatsen ten behoeve van de stalling van vervoermiddelen en voor de berging van niet voor handel en distributie bestemde goederen;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld': gestapelde woningen met inbegrip van de daarbij behorende kelders, bergingen en andere nevenruimten;
  • i. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en verhardingen.

16.2 Bouwregels

Op deze gronden worden ten behoeve van de bestemming uitsluitend gebouwd:

  • a. hoofdgebouwen;
  • b. garages en bergplaatsen;
  • c. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  • d. kelders;
  • e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

16.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd worden;
  • b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-1' is aan één zijde van het hoofdgebouw een afwijkende goothoogte van ten hoogste 7 m toegestaan;
  • c. het aantal woningen ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aantal woningen;
  • d. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven goothoogte;
  • e. uitsluitend ter plaatse van de bouwaanduiding 'gestapeld' mag gestapeld worden gebouwd.

16.2.2 Maximaal toelaatbaar oppervlak erfbebouwing
  • a. op de gronden achter de voorgevelrooilijn (uitgezonderd het hoofdgebouw) bedraagt de gezamenlijke oppervlakte van garages en bergplaatsen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen, kelders en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 40% van het oorspronkelijk bij de woning behorende zij- en achtererf tot een maximum van 50 m²;
  • b. de onder e genoemde 50 m² mag worden vermeerderd met 10% van het oppervlak dat het betrokken erf groter is dan 125 m² tot een maximum van 80 m², met dien verstande dat van geen afzonderlijk bouwwerk het grondoppervlak meer dan 50 m² bedraagt;
  • c. op de onder e genoemde gronden dienen ten minste 25 m² onbebouwd en onoverdekt te blijven.

16.2.3 Plaats erfbebouwing
  • a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend op een afstand van ten minste 1 m achter de voorgevel van de woning worden gebouwd;
  • b. daar waar al op minder dan 1 m afstand is gebouwd, wordt in afwijking van hetgeen genoemd onder a in het verlengde van de aanwezige aan- of uitbouw of het bijgebouw gebouwd;
  • c. woningen mogen aan de achterzijde over een diepte van ten hoogste 3,5 m achter de achtergevel worden uitgebreid;
  • d. de breedte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen op het zijerf van een woning bedraagt ten hoogste 4 m;
  • e. in afwijking van het onder d vermelde, mag een aan-, uitbouw of (aangebouwd) bijgebouw een breedte van 40% van het zijerf hebben, indien het bij een woning behorende zijerf een breedte heeft van meer dan 10 m;
  • f. de afstand tussen erfbebouwing en water bedraagt ten minste 1 m.

16.2.4 Hoogte van erfbebouwing
  • a. voor aan- en uitbouwen geldt een maximale goothoogte van 3,25 m;
  • b. op het achtererf is een kap op de erfbebouwing niet toegestaan;
  • c. voor bijgebouwen (vrijstaand of aangebouwd) geldt een maximale goothoogte van 3 m;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'garages' geldt een maximale goothoogte van 3 m en bouwhoogte van 4,5 m.

16.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de maximaal toelaatbare bouwhoogten zoals opgenomen in Artikel 21 (Algemene bouwregels), lid 21.1.2.

16.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan, voor zover:
    • 1. het vloeroppervlak ten behoeve van kantoor- en praktijkruimten en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten niet groter is dan 25% van het vloeroppervlak van de woning, inclusief aan- en uitbouwen, met een maximum van 60 m²;
    • 2. ten behoeve van de kantoor- en praktijkruimten en de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, conform de richtlijn van het CROW (ASVV);
    • 3. de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en niet gepaard gaan met horeca en/of detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan de uitoefening van de betrokken kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten.
  • b. Het is verboden om bijgebouwen te gebruiken of te laten gebruiken als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte.
  • c. Balkons en dakterrassen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan.
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 2' mag de opslag van glasopstanden:
    • 1. maximaal 10% van het bestemmingsoppervlak bedragen;
    • 2. niet zichtbaar zijn vanaf openbaar gebied.