direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Driebruggen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0595.KernDriebruggen10-BP80

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 2': bedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 3.1': bedrijven uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • c. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf-1 tot en met 9': tevens een bedrijfsactiviteit met SBI-code zoals hierna in de tabel genoemd, uit ten hoogste voor deze bedrijfsactiviteit in de tabel aangegeven categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein':

aanduiding   SBI-code   SBI-nr.   uit ten hoogste milieucategorie  
specifieke vorm van bedrijf-1   203, 204, 205   1   2  
specifieke vorm van bedrijf-2   2852   2   3.1  
specifieke vorm van bedrijf-3   2010.1   -   3.2  
'   203, 204, 205   1   3.2  
'   281   0   3.2  
'   284   A   3.2  
'   2851   1   3.2  
'   2851   5   3.2  
'   2851   9   3.2  
'   2852   1   3.2  
'   361   1   3.2  
'   5155   1   3.2  
specifieke vorm van bedrijf-4   6024   0   3.2  
specifieke vorm van bedrijf-5   5020.4   A   3.2  
specifieke vorm van bedrijf-6   29   4   3.1  
specifieke vorm van bedrijf-7   29   4   3.1  
specifieke vorm van bedrijf-8   151   5   3.1  
specifieke vorm van bedrijf-9   45   1   3.1  

  • d. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorzieningen': nutsvoorzieningen;
  • e. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': bedrijfswoning;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'garage': een garage;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen, water, nutsvoorzieningen, toegangswegen en paden, parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.2.1. Op deze gronden worden ten behoeve van de bestemming uitsluitend gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

4.2.2. Gebouwen

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven bouwhoogte;
  • c. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven goothoogte;
  • d. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de maatvoeringaanduiding aangegeven bebouwingspercentage van het bouwperceel; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwperceel.

4.2.3. Bedrijfswoningen

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' mag ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd;
  • b. de inhoud van een bedrijfswoning inclusief erfbebouwing mag ten hoogste 650 m³ bedragen;
  • c. voor de bedrijfswoning en daarbij horende erfbebouwing gelden de bouwregels zoals verwoord in artikel 15 (Wonen), lid 2.

4.2.4. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de maximaal toelaatbare bouwhoogten zoals opgenomen in artikel 20 (Algemene bouwregels), 20.1 lid e.

4.3 Specifieke gebruiksregels

4.3.1. Voor de gronden gelden de volgende regels:

  • a. opslag van goederen buiten het bouwvlak is toegestaan, mits :
    • 1. achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw;
    • 2. de hoogte niet meer dan 3 m bedraagt;
    • 3. tot een oppervlakte van ten hoogste 100 m²;
  • b. opslag van goederen binnen het bouwvlak is toegestaan, mits:
    • 1. achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw;
    • 2. de hoogte niet meer dan 3 m bedraagt;
  • c. parkeren is uitsluitend op eigen terrein toegestaan;
  • d. uitoefening van detailhandel, voor zover dit een ondersteunend en ondergeschikt bestandsdeel vormt van de bedrijfsuitoefening, is toegestaan;
  • e. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • f. het is verboden om bijgebouwen te gebruiken of te laten gebruiken als zelfstandige of als onafhankelijke woonruimte;
  • g. geluidshinderlijke en risicovolle inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • h. voor de bedrijfswoning en daarbij horende erfbebouwing gelden de gebruiksregels voor aan-huis-gebonden beroepen, kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten en balkons en dakterrassen zoals verwoord in artikel 15 (Wonen), lid 3.

4.4 Ontheffing van de gebruiksregels

4.4.1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 4.1 onder a t/m c:

  • a. om bedrijven toe te laten in één bedrijfscategorie hoger dan in lid 4.1 onder a t/m c genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de in lid 4.1 onder a t/m c genoemde bedrijfscategorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de in lid 4.1 onder a t/m c genoemde bedrijfscategorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;

met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • c. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • d. geluidshinderlijke en risicovolle inrichtingen zijn niet toegestaan.

4.4.2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 4.1 onder e, teneinde de bouw van een bedrijfswoning mogelijk te maken op een bedrijfsperceel zonder de aanduiding 'bedrijfswoning' met inachtneming van het volgende:

  • a. de bedrijfswoning dient tot huisvesting van een persoon die daadwerkelijk en duurzaam met de bedrijfsvoering is belast;
  • b. de bedrijfsvoering van naastgelegen bedrijven is niet onevenredig in het geding als gevolg van de nieuwe woning;
  • c. de inhoud van de nieuwe bedrijfswoning bedraagt niet meer dan 500 m³.

4.5 Ontheffingsbevoegdheid

4.5.1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van de gronden met de aanduiding 'Ontheffingsgebied 1', voor het oprichten van geluidswerende voorzieningen met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 4 m;
  • b. ontwerp en uitvoering van de geluidswerende voorziening is stedenbouwkundig aanvaardbaar;
  • c. bouw of aanleg van de geluidswerende voorziening leidt niet tot onevenredige aantasting van waterstaatskundige belangen;
  • d. vooraf wordt advies gevraagd aan de waterbeheerder.

4.5.2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van de gronden met de aanduiding 'Ontheffingsgebied 2', voor het toestaan van bedrijfsactiviteiten met inachtneming van de volgende regels:

  • a. toegestane bedrijfsactiviteiten zijn:

activiteit   SBI-code   uit ten hoogste milieucategorie  
stampen/persen   284 - A   4.1  
spuitgieten van plastics en comfortschuim   252 - 1   4.1  

  • b. is aangetoond dat de werkzaamheden geen onevenredig nadeel opleveren voor de omgeving.

4.5.3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van de gronden met de aanduiding 'Ontheffingsgebied 3', voor het toestaan van een hogere bouwhoogte van 4,5 m.