direct naar inhoud van 11.1 Overleg ex artikel 10 BRO / artikel 3.1.1. Bro
Plan: Bestemmingsplan Zoutman e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0595.BedrterZoutman10-BP80

11.1 Overleg ex artikel 10 BRO / artikel 3.1.1. Bro

Het voorontwerpbestemmingsplan Bedrijventerrein Zoutman e.o. is op grond van het gestelde in artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening (oud) thans artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening (nieuw) voorgelegd aan de hierna volgende instanties:

  • 1. Ministerie LNV;
  • 2. Ministerie Defensie;
  • 3. VROM-inspectie;
  • 4. Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten;
  • 5. Provincie Zuid-Holland;
  • 6. Gemeente Gouda;
  • 7. Eneco Netbeheer Midden-Holland;
  • 8. KPN Telecom;
  • 9. N.V. Nederlandse Gasunie;
  • 10. TenneT TSO;
  • 11. Hoogheemraadschap van Rijnland;
  • 12. Oasen;
  • 13. Kamer van Koophandel;
  • 14. Reeuwijkse Ondernemers Vereniging;
  • 15. Rijkswaterstaat Zuid-Holland.

De onder 3 (mede namens 1, 2, 15), 5, 7, 9, 10, 11 genoemde instanties hebben inhoudelijk gereageerd. Hun reacties zijn hieronder weergegeven en cursief beantwoord. De onder 12 genoemde instantie heeft laten weten dat het voorontwerpbestemmingsplan geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen. Andere instanties hebben niet gereageerd.

3. VROM-inspectie

Naar aanleiding van de sturingsfilosofie in de Nota Ruimte heeft het Kabinet besloten om zoveel mogelijk één gezamenlijke rijksreactie te geven in het kader van de advisering ex artikel 10 van het Bro. In dit kader meldt de VROM Inspectie dat Rijkswaterstaat aanleiding heeft gezien tot het maken van de volgende opmerkingen.

Nationaal belang (02): verbetering van de basiskwaliteit van de gehele hoofdinfrastructuur. Geluidscherm en verkeersportaal.

Rijkswaterstaat werkt aan een wegaanpassingsbesluit voor de verbreding van de A12 en zal als gevolg daarvan ook een geluidsscherm plaatsen binnen de bestemming "Groen" van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Zoutman e.o'. Deze bestemming staat een geluidsscherm niet toe. Bovendien geldt op deze gronden een hoogtelimiet van 3 meter. Het geluidsscherm zal hoger worden dan 3 meter. Tevens wordt mogelijk ook een verkeersportaal geplaatst, waarvan de voet in de berm met de bestemming "Groen" zal worden neergezet. Ook dit verkeersportaal zal hoger worden dan de in het bestemmingsplan opgenomen maximale hoogte van 3 meter. Rijkswaterstaat verzoekt de gemeente de regels van het bestemmingsplan hierop aan te passen.

Commentaar gemeente

De verkeersportalen vallen onder artikel 3, lid 3 van het besluit bouwvergunningvrije en lichtbouwvergunningplichtige bouwwerken en kunnen vergunningvrij worden opgericht. Dit geldt eveneens voor de lichtmasten. In artikel 17, lid 5 zal een extra regel worden opgenomen voor geluidsschermen waarbij hogere bouwwerken dan 3 meter worden toegestaan tot een maximum van 8 meter en voor zover deze bouwwerken niet vallen onder artikel 3, lid 3 van het besluit bouwvergunningvrije en lichtbouwvergunningplichtige bouwwerken.

Eindconclusie.

Deze vooroverlegreactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

5. Provincie Zuid-Holland

Het provinciale beoordelingskader is per 1 juli 2008 vormgegeven in interimbeleid, bestaande uit de streekplannen en de nota Regels voor Ruimte. Het plan is op een enkel punt niet conform beleid.

Archeologie

De archeologische waarden die voor het plangebied gelden, zijn niet in de verbeelding ingetekend; dit in tegenstelling tot de legenda aangaande dit thema. Verzocht wordt om de verbeelding aan te passen conform de aanwezige archeologische waarden.

Overgangsrecht artikel 19, lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening

In een brief van 26 juni 2008 ter gelegenheid van de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) hebben Gedeputeerde Staten aangegeven dat de gemeente, gelet op het overgangsrecht voor verzoeken om vrijstelling ex artikel 19 WRO (oud) die voor 1 juli 2008 zijn ingediend, nog gebruik kan maken van de mogelijkheden voor toepassing van artikel 19 lid 2 WRO (oud) die GS bij hun besluit van 9 oktober 2007 daartoe hebben geboden. In casu kan geen vrijstelling worden verleend gelet op de opmerking over archeologie.

Commentaar gemeente

In april 2006 heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. een archeologisch vooronderzoek (bureauonderzoek en veldtoets) uitgevoerd aan de Zoutmansweg in Reeuwijk. Uit dit onderzoek is gebleken dat er fundamenten bestaan op het perceel Zoutmansweg 18 in Reeuwijk. Op deze locatie heeft RAAP een aanvullend bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd. In artikel 15 van het bestemmingsplan wordt aandacht besteed aan de mogelijke archeologische waarden op de locatie aan de Zoutmansweg. Deze gronden hebben de dubbelbestemming Bedrijf/ Waarde-Archeologie. Wij zijn van mening dat de gekozen regeling recht doet aan de mogelijk aanwezige archeologische waarde.

Eindconclusie.

De vooroverlegreactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

7. Eneco energie (N.V. Stedin. Netten Utrecht)

Stedin merkt op dat er een algemene vrijstellingsbevoegdheid ten aanzien van kleine bouwwerken t.b.v. nutsvoorzieningen ontbreekt.
Voorts wordt opgemerkt dat bij alle openbare wegen, waarlangs leidingen en kabels van nutsbedrijven worden gelegd, een strook openbare grond dient te worden gereserveerd aan de voorzijde van (eventuele) bebouwing. Indien geen profielen zijn overeengekomen, geven de normbladen NEN 1738 en NEN 1739 een goede indicatie voor de te reserveren ruimte. De kabel- en leidingenstrook dient vrij van gesloten verharding te zijn en te blijven. Als afstand tussen de kabels en leidingen en de eventueel aan te brengen bomen dient minimaal 2 meter te worden aangehouden.

Commentaar gemeente

Op grond van artikel 43 Woningwet juncto artikel 3, lid 1 onder h zijn gebouwen ten behoeve van een op het openbaar net aangesloten nutsvoorziening vergunningvrij mits de hoogte niet meer bedraagt dan 3 meter en de bruto-oppervlakte minder is dan 15m2. Het voorontwerpbestemmingsplan voorziet in het regelen van bestemmingen en gebruik van gronden in bestaande situaties. Het plan voorziet niet in de aanleg van wegen waarlangs nog kabels en/of leidingen gelegd moeten worden om welke reden een strook openbare grond gereserveerd zou moeten worden. Reservering van dergelijke stroken mist derhalve planologische relevantie en noodzaak. Vanuit beheersmatig en civieltechnisch oogpunt bezien is in het plangebied meestentijds voldoende ruimte aanwezig. Daar waar nodig in de toekomst zal zoveel als mogelijk rekening worden gehouden met het gestelde in de normbladen NEN 1738 en NEN 1739 en NEN 1092.

Tevens wordt opgemerkt dat de afstanden tot de bebouwing voor de hoge- en lagedruk gasleidingen minima zijn verbonden. Voor lagedruk kunststof gasleidingen is dit een afstand van 1 meter en voor de hoge druk stalen gasleidingen tot en met een diameter van 219 mm 2 meter en voor een diameter groter dan 219 mm 3,5 meter, (NEN 1092).

Commentaar Gemeente

Lagedrukgasleidingen worden op de verbeelding niet van een zogenaamde gebiedsaanduiding 'Leidingen' voorzien. Voor aanwezige hogedrukgasleidingen zijn wel stroken met vrijwaringszone's bepaald.

Stedin gaat in verband met de economische uitvoerbaarheid van het plan ervan uit dat de grondsamenstelling van de leidingstroken zodanig is dat de leidingen zonder gevaar voor aantasting en/of beschadigingen van leidingmaterialen kunnen worden

Commentaar Gemeente

De systematiek in het voorontwerpbestemmingsplan is zodanig dat in het onderdeel Economische uitvoerbaarheid (Toelichting, hoofdstuk 7, paragraaf 7.1) niet de grondsamenstelling van leidingstroken wordt verwoord. Zover bekend zijn alle benodigde kabels en leidingen in plan reeds gelegd.

Eindconclusie.

De vooroverlegreactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

9. N.V. Nederlandse Gasunie

De ligging van de gastransportleiding op de verbeelding is niet geheel overeenkomstig de gegevens van de Gasunie. Verzocht wordt om de ligging van de leiding op de verbeelding aan te passen.

Commentaar gemeente

Aan deze vooroverlegreactie zal tegemoet worden gekomen. De ligging van de leiding op de verbeelding zal conform hetgeen de Gasunie heeft aangegeven worden aangepast.

In paragraaf 6.5 'Kabels, leidingen en straalpaden' van de toelichting staat aangegeven dat de gasleiding van de Nederlandse Gasunie een diameter heeft van 30. de maatvoering van dergelijke leidingen worden doorgaans gevoerd in millimeters. Verzocht wordt om de maatvoering van 300 mm aan te houden.

Commentaar Gemeente

Aan deze vooroverlegreactie zal tegemoet worden gekomen. De maatvoering van de leiding zal in millimeters worden aangepast tot 300mm.

Door het ministerie van VROM wordt momenteel gewerkt aan een nieuwe zoneringregeling, ter vervanging van de thans vigerende circulaire "Zonering langs hoge druk aardgastransportleidingen" uit 1984. De in de circulaire opgenomen deterministische afstanden worden in de nieuwe regeling vervangen door een risicobeleid. Hierin zal met name het plaatsgebonden risico een prominente rol gaan spelen, in die zin dat beperkt kwetsbare objecten (in beginsel) niet worden toegelaten binnen het 10-6 per jaar PR niveau.
Echter, naast het plaatsgebonden risico, zal ook het groepsrisico in de nabije toekomst meer aandacht gaan krijgen, temeer daar het bevoegd gezag een verantwoordingsplicht zal gaan krijgen met betrekking tot het groepsrisico.

Verzocht wordt om binnen § 6.5 en 6.7 aanvullend aandacht te besteden in het in de vooroverlegreactie genoemde beleid.

Commentaar Gemeente

Aan deze vooroverlegreactie zal tegemoet worden gekomen. In de Toelichting zal worden gewezen op de voorgenomen regeling.

In artikel 13, lid 5 wordt het uitvoeren van werkzaamheden in de nabijheid van de leidingen slechts dan aanlegvergunningsplichtig gesteld indien deze plaatsvinden op een grotere diepte dan 0,50 meter. De Gasunie is van mening dat deze regeling onvoldoende ter waarborging aan een veilig en bedrijfszeker gastransport en ter beperking van gevaar voor personen en goederen in de directe omgeving van de leiding omdat:

      • a. De diepteligging van de leiding niet overal gelijk is en de wijze van uitvoeren van de werken en/of werkzaamheden van invloed kan zijn op de veilige ligging van de leiding;
      • b. Door het college van B&W vergunning is verleend voor het leggen van de betreffende leiding op een bepaalde diepte. Door afgraven of ophogen worden de eisen, gesteld in de vergunningen aan leidingbeheerders, door de vergunninghouder zelf mogelijk niet nageleefd;
      • c. Het bepaalde, voor met name het afgraven, niet voorziet in een adequate regeling betreffende het cumulatie-effect, met als gevolg dat de leiding onvoldoende dekking krijgt;
      • d. De Nederlandse Gasunie hierdoor niet meer de mogelijkheid heeft, in gevallen dat andere werken in de nabijheid van de leiding worden uitgevoerd, informatie te verschaffen omtrent de juiste (diepte)ligging van de leiding;
      • e. De kans bestaat dat door het niet vergunningsplichtig stellen van deze categorie werkzaamheden ten onrechte de indruk kan worden gewekt dat een KLIC-melding niet (meer) noodzakelijk is.

Verzocht wordt om het bepaalde in artikel 13, lid 5 niet diepte afhankelijk te maken.

Commentaar Gemeente

Aan deze vooroverlegreactie zal tegemoet worden gekomen. De dieptematen in artikel 13, lid 5 onder a, b, e en j zullen komen te vervallen.

Eindconclusie.

De vooroverlegreactie geeft op diverse punten aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

10. Tennet TSO

Tennet merkt op dat in het plangebied waarop het onderhavige bestemmingsplan van toepassing zal zijn, zich gedeelten bevinden van hun in het briefhoofd genoemde hoogspannings- en telecommunicatieverbindingen, die gelegen zijn langs de oostzijde van rijksweg A12, tussen de Nieuwdorperweg en de gemeentegrens van Gouda. Verheugd constateert Tennet dat de gemeente in het plan met de aanwezigheid van de ondergrondse 150.000 volt kabelverbinding van het bedrijf rekening heeft gehouden en dat met de opgenomen regelingen op de verbeelding en de regels de belangen zijn gewaarborgd.

Voor de volledigheid merkt Tennet nog het volgende op.

In de eerste zin van artikel 14.1 van Artikel 14 Leiding-hoogspanningsverbinding staat abusievelijk vermeld 'Leiding-Gas'. Verzocht wordt deze tekst te wijzigen in 'Leiding-Hoogspanning'. In de tweede opsomming van lid 6.5 Kabels, leidingen en straalpaden van de toelichting op bladzijde 36. Hierin staat vermeld; 150 kV elektriciteitsverbinding Gouda-Alphen van de Eneco. Verzocht wordt deze tekst te wijzigen in; ondergrondse 150 kV-verbinding Alphen a/d Rijn - Gouda van TenneT TSO B.V.

Verder verzoekt Tennet het bedrijf tijdig bij het overleg te betrekken indien voortvloeiend uit het bestemmingsplan werkzaamheden zich zullen uitstrekken in de richting van de eigendommen van TenneT TSO B.V.

Commentaar gemeente

Overeenkomstig de SVBP 2008 zal deze kabelverbinding in de regels worden omschreven als 'Leiding-Hoogspanning'. De verbeelding wordt eveneens aan de SVBP 2008 aangepast.

Eindconclusie.

Deze vooroverlegreactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

11. Hoogheemraadschap van Rijnland

Het Hoogheemraadschap geeft op het bestemmingsplan Bedrijventerrein Zoutman e.o. een positief wateradvies. Men heeft nog wel een aantal opmerkingen over het plan.

Het beleid van het Hoogheemraadschap van Rijnland wordt niet beschreven. Bovendien wordt gerefereerd naar oude, achterhaalde beleidsdocumenten. Verzocht wordt een beknopte samenvatting te geven van het beleid van het waterschap. Voor het bestemmingsplan zijn het waterbeheerplan "Waterwerk Rijnland 2006-2009", de "Keur 2006" en de "beleids- en algemene regels 2009' relevant. Het hoogheemraadschap geeft een tekstvoorstel.

Commentaar gemeente:

De toelichting zal conform het tekstvoorstel worden aangepast. Aan deze vooroverlegreactie wordt tegemoet gekomen.

Toelichting, kaart, waterstaatkundige toestand (blz. 43)

De oostelijke plangrenzen op deze kaart strookt niet met de plangrenzen op de verbeelding.

Commentaar gemeente:

Deze conclusie is juist. De kaart op pagina 45 zal dienovereenkomstig worden aangepast. Aan deze reactie zal tegemoet worden gekomen.

Toelichting, Hoofdstuk 8.3 Waterstaatkundige toestand (blz 44)

De minimale vrije ruimte voor een onderhoudsboot is 0,80 x 2,00 meter i.p.v. 0,75 x 2,5 meter.

Commentaar gemeente:.

De tekst op pagina 46 van de toelichting zal worden aangepast conform de opmerking van het Hoogheemraadschap. Aan deze reactie wordt tegemoet gekomen.

Regels, hoofdstuk 2, artikel 11, Water (blz 25)

De minimale vrije ruimte voor een onderhoudsboot is 0,80 x 2,00 meter i.p.v. 0,75 x 3 meter.

Commentaar gemeente.

Artikel 11.2 onder m zal worden aangepast conform de opmerking van het Hoogheemraadschap. Aan deze reactie wordt tegemoet gekomen.

Verbeelding

Op de verbeelding staan niet alle watergangen aangegeven. Met name aan de zuidzijde van het plangebied liggen een aantal watergangen die niet als zodanig zijn aangegeven. Daarnaast staan er watergangen op de verbeelding die ondertussen zijn gedempt.

Commentaar gemeente:

De verbeelding zal worden aangepast aan de kaart van het hoogheemraadschap waarop de watergangen staan aangegeven. Aan deze reactie wordt tegemoet gekomen.

Aan de zuidzijde van de verbeelding ligt net buiten de plangrenzen een polderwaterkering. De beschermingszone van deze waterkering ligt wel binnen de plangrenzen. De begrenzing van de beschermingszone ligt op 20 meter uit de as van de Omloopkade.

Commentaar gemeente:

Op de gronden binnen het plangebied die binnen 20 meter uit de as van de Omloopkade liggen zal een dubbelbestemming Waterkering-Waterstaat worden gelegd conform de in het handboek bestemmingsplannen opgenomen regels. Aan deze reactie wordt tegemoet gekomen.

Eindconclusie:

Deze vooroverlegreactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.