direct naar inhoud van Artikel 9 Wonen
Plan: De Wijde Wiericke
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0497.wijdewiericke10-BP80

Artikel 9 Wonen

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen, met dien verstande, dat het aantal woningen niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven;
  • b. aan-huis-gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • c. huisartsenpraktijk ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – huisartsenpraktijk', met dien verstande dat:
    • 1. de oppervlakte van de huisartsenpraktijk niet meer mag bedragen dan 200 m2;
    • 2. twee woningen zijn toegestaan op de verdieping;
  • d. speelvoorzieningen waarvan de oppervlakte per voorziening niet meer mag bedragen dan 200 m2;
  • e. wegen- voet- en fietspaden;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. ontsluitingswegen en parkeervoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting';
  • h. groen;
  • i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • j. nutsvoorzieningen,

één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals tuinen, erven, ondergrondse retentievoorzieningen, ondergrondse afvalcontainers, bergbezinkbassins en dergelijke, met dien verstande dat steigers niet zijn toegestaan.

Het percentage sociale huur- en/of koopwoningen bedraagt minimaal 34% en maximaal 35%.

Parkeren op eigen terrein is toegestaan, met dien verstande dat parkeren direct vóór de voorgevel van het hoofdgebouw niet is toegestaan.

9.2 Bouwregels
9.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, die ten dienste staan van deze bestemming.

9.2.2 Hoofdgebouwen

Hoofdgebouwen dienen aan de volgende eisen te voldoen:

  • a. gestapelde woningen zijn niet toegestaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' dienen hoofdgebouwen met de voorgevel in de als 'gevellijn' aangeduide lijn te worden gebouwd;
  • c. de goothoogte van het hoofdgebouw mag ter plaatse van de achtergevel niet meer bedragen dan 5,80 m;
  • d. de goothoogte mag ter plaatse van de voorgevel niet meer bedragen dan 5,20 m, dan wel niet meer dan 5,80 m indien de afstand tot de voorgevel van een aan de overzijde van de weg gelegen hoofdgebouw tenminste 19 m bedraagt en met dien verstande, dat de goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' niet meer mag bedragen dan 4,50 m;
  • e. de bouwhoogte van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 11 m;
  • f. de dakhelling mag niet minder dan 30° en niet meer dan 65° bedragen;
  • g. voldaan dient te worden aan het gestelde bij of krachtens de Wet geluidhinder.

9.2.3 Aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen

Aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:

  • a. aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen mogen uitsluitend op een afstand van tenminste 1 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m dan wel 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van de woning;
  • c. aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen dienen te worden afgedekt met een plat dak.

9.2.4 Vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen

Vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:

  • a. vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen mogen uitsluitend achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.

9.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen, dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:

  • a. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen mag achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer bedragen dan 2 m en daarvoor niet meer dan 1 m;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.

9.2.6 Bebouwde oppervlakte

Voor de bebouwde oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen geldt de volgende bepaling:

  • a. de bebouwde oppervlakte mag per bouwperceel niet meer bedragen dan opgenomen in de onderstaande tabel, met dien verstande dat niet meer dan 50% van de niet door het hoofdgebouw in beslag genomen ruimte op het bouwperceel mag worden bebouwd:

Maximale oppervlakte   Maximale oppervlakte van de bebouwing  
< 200 m2   60 m2  
200-500 m2   90 m2  
=/> 500 m2   120 m2  

9.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van de uitoefening van niet publieksgerichte aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan, voor zover:
    • 1. het vloeroppervlak niet groter is dan 25% van het vloeroppervlak van de woning, inclusief aan- en uitbouwen, met een maximum van 60 m2;
    • 2. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, tevens bewoner van de woning is;
    • 3. in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien;
    • 4. de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en niet gepaard gaan met horeca en/of detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan de uitoefening van de betrokken kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten.
  • b. Onder gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:
    • 1. het plaatsen van caravans;
    • 2. de uitoefening van enige vorm van handel en/of bedrijf;
    • 3. zelfstandige bewoning van vrijstaande bijgebouwen.

9.4 Afwijken van de gebruiksregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde:

  • a. in lid 9.1, teneinde parkeren in de voortuin, vóór de voorgevel mogelijk toe te staan. Hiervoor dient aan de volgende criteria te worden voldaan:
    • 1. het gebruik mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse;
    • 2. het woon- en leefmilieu van de omgeving niet onevenredig wordt aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
    • 3. de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving niet onevenredig wordt aangetast;
  • b. in lid 9.3 ten behoeve van de uitoefening van publieksgerichte aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan, voor zover:
    • 1. het vloeroppervlak niet groter is dan 25% van het vloeroppervlak van de woning, inclusief aan- en uitbouwen, met een maximum van 60 m2;
    • 2. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, tevens bewoner van de woning is;
    • 3. in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien;
    • 4. de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en niet gepaard gaan met horeca en/of detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan de uitoefening van de betrokken kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten.