Plan: | Partiële herziening Wonen Kern Nieuwerbrug |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1901.BVwonenNieuwerbrug-BV40 |
In deze regels wordt verstaan onder:
de beheersverordening Partiële herziening Wonen Kern Nieuwerbrug met identificatienummer NL.IMRO.1901.BVwonenNieuwerbrug-BV40 van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
de "Beheersverordening Kern Nieuwerbrug" met identificatienummer NL.IMRO.1901.12Nieuwerbrug-BV80 van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk.
de "Partiële herziening cultuurhistorie Kern Nieuwerbrug" met identificatienummer NL.IMRO.1901.BVcultNieuwerbrug-BV80 van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk.
een samenstel van onzelfstandige woonruimten, uitsluitend of mede bestemd of gebruikt om daarin aan anderen dan de rechthebbende en de personen behorende tot diens huishouden, woonverblijf, niet in de zin van zelfstandige woongelegenheid, te verschaffen, al dan niet met gehele of gedeeltelijke verzorging; een en ander kan onder meer blijken uit het feit dat voor de kamers afzonderlijk huur wordt berekend en/of betaald en elke kamer zelfstandig wordt bewoond, waarbij al dan niet sprake is van enkele gemeenschappelijke voorzieningen.
een gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
woonruimte die geen eigen toegang heeft en die niet beschikt over minimale basale voorzieningen zoals een eigen keuken en toilet.
het splitsen van één woning of woonlaag in meerdere zelfstandige woonruimtes, danwel het omzetten van één woning of woonlaag in meerdere onzelfstandige woonruimtes.
parkeergelegenheid voor auto's en fietsen, waarvan het aantal parkeerplaatsen en de omvang daarvan voldoet aan het geldende parkeerbeleid van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk.
voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande weg, laan, straat, pad, enzovoort;
het gebruik van een woning door één huishouden.
een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
een woonruimte met een eigen toegangsdeur en eigen voorzieningen die niet met een andere woonruimte of met andere woonruimtes gedeeld worden.
Deze partiële herziening is van toepassing op alle gronden binnen het plangebied van de Beheersverordening Kern Nieuwerbrug.
Onverminderd het bepaalde in lid 2.1 zijn de regels behorende bij de Beheersverordening Kern Nieuwerbrug onveranderd van toepassing voor de onderhavige partiële herziening tenzij in deze partiële herziening anders wordt bepaald.
Het aantal wooneenheden mag niet meer bedragen dan het aantal wooneenheden op het moment van tervisielegging van het ontwerp van deze partiële herziening.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van het splitsen van een zelfstandige woonruimte, mits wordt voldaan aan de voorwaarden in lid 3.2.2 tot en met 3.2.6.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.2.1 wordt niet verleend indien hierdoor in meer dan 5% van de hoofdgebouwen langs één weg sprake is van splitsing van hoofdgebouwen in (on)zelfstandige woonruimten, met dien verstande dat tussen hoofdgebouwen met onzelfstandige woonruimten zich altijd minstens vijf hoofdgebouwen met zelfstandige woningen blijven bevinden.
Het maximaal aantal hoofdgebouwen met onzelfstandige woonruimte wordt berekend aan de hand van het aantal hoofdgebouwen dat op het moment van het indienen van de vergunningaanvraag legaal onzelfstandige woonruimte(n) bevat.
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.2.1 kan uitsluitend worden verleend indien voldoende parkeergelegenheid beschikbaar is.
Bij rijks- en gemeentelijke monumenten en bij panden opgenomen in de beheersverordening "Partiële herziening cultuurhistorie Kern Nieuwerbrug" met de bestemming "Waarde - Cultuurhistorie" als bedoeld in lid 3.2.1 uitsluitend verleend indien:
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.2.1 kan uitsluitend worden verleend indien aangetoond is dat de splitsing niet leidt tot belemmeringen voor niet-woonfuncties in hetzelfde gebouw of andere gebouwen in de omgeving voor wat de aspecten:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Deze regels kunnen worden aangehaald als "Regels beheersverordening Partiële herziening Wonen Kern Nieuwerbrug".