Paraplubestemmingsplan Wonen

3.2.1 Afwijking

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van het kamergewijs verhuren van een zelfstandige woonruimte, mits wordt voldaan aan de voorwaarden in lid 3.2.2 tot en met 3.2.6.

3.2.2 Spreiding

• a. Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - centrum Bodegraven' in straten met meer dan 50 woningen wordt een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.2.1 niet verleend indien hierdoor in meer dan 15% van de hoofdgebouwen in één weg sprake is van kamergewijze verhuur van zelfstandige woonruimten, met dien verstande dat tussen hoofdgebouwen met onzelfstandige woonruimten zich altijd minstens vijf hoofdgebouwen met zelfstandige woningen blijven bevinden.
• b. Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - centrum Bodegraven' in straten met minder dan 50 woningen wordt een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.2.1 niet verleend indien hierdoor in meer dan 10% van de hoofdgebouwen in één weg sprake is van kamergewijze verhuur van zelfstandige woonruimten, met dien verstande dat tussen hoofdgebouwen met onzelfstandige woonruimten zich altijd minstens vijf hoofdgebouwen met zelfstandige woningen blijven bevinden.
• c. Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - rest bebouwde kom en buitengebied' wordt een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.2.1 niet verleend indien hierdoor in meer dan 5% van de hoofdgebouwen in één weg sprake is van kamergewijze verhuur van zelfstandige woonruimten, met dien verstande dat tussen hoofdgebouwen met onzelfstandige woonruimten zich altijd minstens vijf hoofdgebouwen met zelfstandige woningen blijven bevinden.

3.2.3 Berekeningswijze

Het maximaal aantal hoofdgebouwen met onzelfstandige woonruimte wordt berekend aan de hand van het aantal hoofdgebouwen dat op het moment van het indienen van de vergunningaanvraag legaal onzelfstandige woonruimte(n) bevat.

3.2.4 Parkeernormen

De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.2.1 kan uitsluitend worden verleend indien voldoende parkeergelegenheid beschikbaar is.

3.2.5 Monumenten en cultuurhistorisch waardevolle panden

Bij rijks- en gemeentelijke monumenten en bij panden opgenomen in het bestemmingsplan "Parapluplan Cultuurhistorie Bodegraven-Reeuwijk" met de aanduiding 'cultuurhistorisch waardevol' en de waarde 'redelijk' of 'hoog' wordt een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.2.1 uitsluitend verleend indien:

• a. de kamergewijze verhuur geen gevolgen heeft voor de cultuurhistorische waarden van het betreffende pand;
• b. vooraf aan de erfgoedcommissie advies is gevraagd.

3.2.6 Nabije functies

De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.2.1 kan uitsluitend worden verleend indien aangetoond is dat de kamergewijze verhuur niet leidt tot belemmeringen voor niet-woonfuncties in hetzelfde gebouw of andere gebouwen in de omgeving voor wat de aspecten:

• a. milieuzonering;
• b. geluidhinder;
• c. geurhinder;
• d. externe veiligheid.