direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: Middelburgseweg 8 te Reeuwijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1901.13Middelbrgseweg8-BP80

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van grondgebonden graasdierbedrijven, zoals genoemd in artikel 1, lid 1.8 sub b;
  • b. agrarisch aanvervant gebruik zoals het beweiden van dieren, al dan niet in het kader van de agrarische bedrijfsvoering;
  • c. water;
  • d. kleinschalige landschapselementen;
  • e. behoud, beheer en herstel van de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden.

3.2 Bouwregels

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde ten hoogste 3 meter mag bedragen.

3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.3.1 Algemeen

Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders voor:

  • a. het dempen, graven en vergraven van watergangen, hieronder het aanleggen van dammen en
    bruggen mede begrepen;
  • b. het benutten van gronden ten behoeve van de teelt van ruwvoedergewassen;
  • c. het beplanten van gronden met bomen of andere houtopstanden;
  • d. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • e. het aanleggen van waterbassins en mestbassins;
  • f. het scheuren van grasland ten behoeve van de permanente omzetting in bouwland.

3.3.2 Uitzonderingen

Het in lid 3.3.1 van dit artikel vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden, welke uit het oogpunt van te beschermen belangen van ondergeschikte betekenis zijn, waaronder mede begrepen ondergeschikt onderhoud en beheer van watergangen.

3.3.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in 3.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door de uit te voeren werkzaamheden geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan de landschappelijke, natuurlijke of cultuurhistorische waarde dan wel de waterstaatkundige belangen van de gronden.

3.3.4 Advies
  • a. Burgemeester en wethouders winnen ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een
    omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.3.1 advies in bij een landschapsdeskundige;
  • a. burgemeester en wethouders winnen ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een
    omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.3.1 sub a advies in bij de waterbeheerder.