direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen
Plan: Rijngaarde, Bodegraven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1901.12Rijngaarde-BP80

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. zorg gerelateerd wonen, medische dienstverlening en overige zorgvoorzieningen;
  • c. op de begane grond een dienstencentrum, alsmede ondersteunende horeca, zoals bedoeld in artikel 1, lid 1.35;
  • d. op maaiveld of verdiept of halfverdiept in een gebouw parkeervoorzieningen;
  • e. tuinen en erven;
  • f. wegen en paden;
  • g. groenvoorzieningen en water;
  • h. straatmeubilair;
  • i. nutsvoorzieningen.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen als genoemd in 5.1 gelden de volgende regels:

  • a. woningen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het op de verbeelding opgenomen bouwvlak;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding met de aanduiding 'maximale bouwhoogte'.
  • c. het maximale bebouwingspercentage binnen een bouwvlak mag 100% bedragen, tenzij binnen een bouwvlak, of een gedeelte daarvan, anders is aangegeven;

5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt maximaal 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt maximaal 2 m;
  • c. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt maximaal 6 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 3 m.

5.2.3 Nutsgebouwen

In afwijking van het bepaalde in 5.2.1 onder a mogen buiten het bouwvlak nutsgebouwen worden gerealiseerd met een oppervlakte van ten hoogste 15 m² met een hoogte van maximaal 3 m.

5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 5.2.1 onder a mits wordt voldaan aan de volgende regels:

  • a. het bouwen van erfbebouwing buiten de bouwvlakken tot een gezamenlijke grondoppervlakte van 100 m² en een maximale hoogte van 5 m, mits er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeers- en parkeerdruk niet onevenredig toeneemt.

5.3.2 Verbindingsgangen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 5.2.1 onder a voor bouwen van verbindingsgangen tussen niet aaneen gebouwde gebouwen buiten de bouwvlakken, mits wordt voldaan aan de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van de verbindingsgangen bedraagt maximaal 5 meter;
  • b. de breedte van de verbindingsgangen bedraagt maximaal 3 meter;
  • c. de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast.

5.4 Specifieke gebruiksregels
5.4.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1, lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:

  • a. het plaatsen van caravans;
  • b. de uitoefening van enige vorm van handel en/of bedrijf;
  • c. kamerverhuur en logies;
  • d. zelfstandige bewoning van vrijstaande bijgebouwen.

5.4.2 Dienstencentrum

Voor een dienstencentrum gelden de volgende regels:

  • a. de bruto-vloeroppervlakte van een dienstencentrum mag binnen de in 5.1.1 sub c bedoelde bestemming maximaal 1.200 m² bedragen.