Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Randenburgseweg
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1901.12Randenburgseweg-BP80

Artikel 4 Leiding - Riool

4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn bestemd voor een rioolwaterpersleiding.
4.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
  1. op deze gronden mogen ten behoeve van de in artikel 4 lid 1 bedoelde bestemming uitsluitend gebouwen worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 m, alsmede bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 4 lid 2 sub a met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels. De omgevingsvergunning wordt afgegeven indien de belangen van de leiding(en) niet onevenredig wordt geschaad.
4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.4.1 Aanlegverbod zonder aanlegvergunning
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Riool zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
  1. het uitvoeren van ontgrondingen;
  2. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  3. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;
  4. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven, en het aanbrengen van daarmee verbandhoudende constructies, installaties of apparatuur;
  5. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  6. het verrichten van grondophopingen;
  7. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  8. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren.
4.4.2 Uitzondering op het aanlegverbod
Het verbod van artikel 4 lid 4.1  is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
  1. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning is afgegeven , zoals in artikel 4 lid 4.3 bedoeld;
  2. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  3. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan.
4.4.3 Voorwaarden voor een aanlegvergunning
De werken en werkzaamheden, zoals in artikel 4 lid 4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad.
4.4.4 Strafbaar feit
Overtreding van het verbod van artikel 4 lid 4.1  is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.