Sinds 1 april 2002 regelt de Flora- en Faunawet de bescherming van in het wild voorkomende inheemse planten en dieren. De wet richt zich vooral op het in stand houden van populaties van soorten die bescherming behoeven. Sinds de inwerkingtreding van de AMvB (2005) worden er drie categorieën beschermingsniveaus onderscheiden waarop het ontheffingsregime is gebaseerd. Wanneer plannen worden ontwikkeld voor ruimtelijke ingrepen of voornemens ontstaan om werkzaamheden uit te voeren, dient vooraf te worden beoordeeld of er mogelijke nadelige consequenties voor beschermde inheemse soorten zijn.
Voor onderhavig plan is een Quickscan Flora & Fauna uitgevoerd, zie bijlage
1, Deze Quickscan is voor twee deelgebieden van de rondweg uitgevoerd, Randenburgseweg en Pootje tempel. Het rapport concludeert dat er door de realisatie van de oostelijke rondweg, deel Pootje Tempel, geen beschermde soorten nadelig beïnvloed zullen worden.