direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Meije 35-37
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1901.11Meije3537-BP80

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. niet-agrarische bedrijfs- en/of hobbymatige activiteiten;
  • b. bedrijfswoning;

één en ander met bijbehorende voorzieningen zoals tuinen, erven, groen, parkeervoorzieningen e.d. en overeenkomstig de in 3.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.

3.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 3.1.1:

a Toegelaten bedrijven

Voor bedrijfsactiviteiten geldt het volgende:

Uitsluitend de volgende bedrijven zijn toegestaan:

  • 1. één loonspuitbedrijf tegen ongedierte met een maximale oppervlakte van 510 m2;
  • 2. één vervaardiger van dierensnacks met een omvang van 570 m2, waarvan onderdeel mag uitmaken een vetsmelterij ten behoeve van de vervaardiging van dierensnacks met een maximale oppervlakte van 130 m2, waar bij de smeltactiviteiten geen hogere werktemperatuur mag worden toegepast dan 90 graden Celsius. De overige bedrijfsvloeroppervlakte mag gebruikt worden ten behoeve van groothandelsactiviteiten van de vervaardiger van dierensnacks, waaronder opslag-, verpakkings- en administratieve activiteiten;
  • 3. één verhuurbedrijf van units in bedrijfsverzamelgebouwen waarin hobbymatige- en/of bedrijfsmatige activiteiten mogen plaatsvinden voor zover de bedrijfsmatige activiteiten behoren tot de categorieën 1 en 2 als opgenomen in Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteitenBijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten.
b Bedrijfsverzamelgebouwen

Voor het verhuurbedrijf van units in bedrijfsverzamelgebouwen geldt de volgende bepaling:

  • 1. er zijn maximaal 50 units ten behoeve van bedrijfsmatige en/of hobbymatige activiteiten toegestaan en uitsluitend in bedrijfsverzamelgebouwen.
  • 2. indien de activiteiten als genoemd in artikel 3.1.2 onder a onder 1 worden gestaakt, is er, boven het aantal units genoemd onder 1., één extra unit toegestaan;
  • 3. indien de activiteiten als genoemd in artikel 3.1.2 onder a, onder 2 worden gestaakt, zijn er, boven het aantal units genoemd onder 1., drie extra units toegestaan.
c Geluidafscherming

Het gebruik overeenkomstig de bestemming, is uitsluitend toegestaan indien ter plaatse van de aanduiding “geluidafscherming” de bestaande bebouwing in stand wordt gehouden.

d Bedrijfswoning

Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' geldt het volgende:

  • 1. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', is een bedrijfswoning met bijbehorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen toegestaan en maximaal één bedrijfswoning per aanduiding;
  • 2. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' zijn geen bedrijfsactiviteiten toegestaan als bedoeld in 3.1.2 onder a.
e Buitenopslag

Buitenopslag is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.

f Parkeergelegenheid

Op eigen terrein dient voldoende parkeergelegenheid aanwezig te zijn.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, die ten dienste staan van deze bestemming.

3.2.2 Gebouwen en overkappingen

Gebouwen en overkappingen dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:

  • a. gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 m;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m;
  • d. de bebouwde oppervlakte bedraagt niet meer dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m2)' met deze aanduiding is aangegeven.
3.2.3 Bedrijfswoning

Aanvullend op het bepaalde in 3.2.2 gelden voor een bedrijfswoning de volgende specifieke bepalingen:

  • a. een bedrijfswoning is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • b. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 1480 m3;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 8,5 m.
3.2.4 Specifieke bouwvoorschriften

Aanvullend op het bepaalde in 3.2.2 en 3.2.3 gelden de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse van de aanduiding “geluidafscherming” dient de bestaande bebouwing in stand te worden gelaten;
  • b. de noordelijke gevels van de bebouwing binnen de aanduiding “geluidafscherming” bevatten, met uitzondering van die gevels die zijn gelegen binnen de aanduiding “bedrijfswoning”, geen te openen delen, met uitzondering van vluchtdeuren;
  • c. in afwijking van het bepaalde in Artikel 2 mogen, binnen de onder b. genoemde aanduiding “geluidafscherming”, aan de noordelijke gevels en/of op de daken van de bebouwing, met uitzondering van de bedrijfswoning, geen installaties of andere geluidbronnen worden gerealiseerd.
3.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen, dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:

  • a. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen mag ter plaatse van de aanduiding

'bouwvlak' niet meer bedragen dan 2 m en daarbuiten niet meer dan 1 m;

  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 m.
3.2.6 Afwijkingenregeling

In afwijking van het voorgaande geldt voor bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd krachtens een bouwvergunning danwel omgevingsvergunning, het volgende: indien en voor zover de bestaande maatvoering en/of oppervlaktes en/of situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de genoemde maxima, danwel minima overschrijden, geldt de bestaande maatvoering als maximum respectievelijk minimum.

3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:

  • a. detailhandel;
  • b. zelfstandige kantoren;
  • c. bedrijfsactiviteiten die vallen onder de werking van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi);
  • d. bedrijfsactiviteiten die vallen onder de werking van het Vuurwerkbesluit;
  • e. bedrijfsactiviteiten die vallen onder de werking van de Wet geluidhinder;
  • f. kamerverhuur en logies;
  • g. zelfstandige bewoning van vrijstaande bijgebouwen;
  • h. een seksinrichting;
  • i. opslag buiten de aanduiding 'bouwvlak'.
3.3.2 Uitvoering werkzaamheden

Onverminderd het bepaalde in 3.3.1 wordt onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in ieder geval begrepen:

  • a. het geheel of gedeeltelijk slopen van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding “geluidafscherming”;
  • b. het aanbrengen van te openen delen (met uitzondering van vluchtdeuren) in de noordelijke gevels van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding “geluidafscherming”; dit verbod geldt niet voor die gevels die zijn gelegen binnen de aanduiding “bedrijfswoning”;
  • c. het aanbrengen van installaties of andere geluidbronnen aan de noordelijke gevels en/of op de daken van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding “geluidafscherming”; dit verbod geldt niet voor het aanbrengen van installaties of geluidbronnen aan de gevels en/of daken die zijn gelegen binnen de aanduiding “bedrijfswoning”.