direct naar inhoud van Artikel 3 Gemengd
Plan: Marktstraat 23 - 25, Bodegraven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1901.11Marktstraat23eo-BP80

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. op de eerste bouwlaag;
    • 1. galerie;
    • 2. afhaalcentrum;
    • 3. detailhandel;
    • 4. dienstverlening;
    • 5. garageboxen;
    • 6. horeca en ondersteunende horeca met bijbehorende terrassen;
    • 7. kantoor;
    • 8. maatschappelijke voorzieningen;
  • b. wonen op de tweede bouwlaag en hoger, met dien verstande dat (fietsen-)bergingen ten behoeve van wonen op de eerste bouwlaag zijn toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - garageboxen' zijn garageboxen toegestaan;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - sportvoorziening' een kleinschalige sportvoorziening is toegestaan;

met bijbehorende gebouwen, opslagruimten, bouwwerken, geen gebouwen zijn, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, ontsluitingen en water.

3.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 3.1.1:

a. Horeca 

Voor horecabedrijven gelden de volgende bepalingen:

  • 1. Uitsluitend zijn horecabedrijven toegestaan in horecacategorie 2, alsmede een restaurant als genoemd in horecacategorie 1.

b. Ondersteunende horeca

Horeca is toegestaan voor zover dit ondersteunend is aan de hoofdfunctie en ten dienste staat van de hoofdfunctie.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen als genoemd in 3.1 gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het op de verbeelding opgenomen bouwvlak;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding met de aanduiding 'maximale bouwhoogte';
  • c. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • d. maximaal 6 woningen mogen worden gebouwd;
  • e. een in- en/of uitrit is toegestaan ter plaatse van de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - ontsluiting parkeren (sba - opa).

3.2.2 bijgebouwen en overkappingen

Voor bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:

  • a. garageboxen mogen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - garageboxen', met dien verstande dat de bestaande gebouwen daarbuiten worden geacht aan het plan te voldoen;
  • b. sportvoorzieningen mogen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - sportvoorzieningen', met dien verstande dat de bestaande gebouwen daarbuiten worden geacht aan het plan te voldoen
  • c. de bouwhoogte van garageboxen mag niet meer bedragen dan 3,5 meter;
  • d. de bouwhoogte van sportvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 7 meter.

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt maximaal 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt maximaal 2 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 3 m;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - privacyscherm' dient een privacyscherm te worden opgericht een bouwhoogte van 1,8 m, gemeten vanaf de verdiepingsvloer waarop dit scherm wordt gerealiseerd.

3.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 3.2.1 onder d met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. het totale aantal woningen mag niet meer dan 11 woningen bedragen;
  • b. voorzien wordt in 1,5 parkeerplaats per woning op eigen terrein;
  • c. de overschrijding ten goede komt aan het belang van een doelmatig ruimtegebruik.

3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Privacyscherm

Het in artikel 3.2.3 sub d genoemde privacyscherm moet worden gerealiseerd, voordat de woningen (appartementen) worden opgeleverd en dient vervolgens aldus in stand te worden gehouden.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 3.1.1 onder d. ten behoeve van het gebruik voor garageboxen wanneer de stedenbouwkundige waarde van de omgeving is gewaarborgd.

3.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ingevolge artikel 3.6 lid 1 sub a Wet ruimtelijke ordening, het bouwvlak als genoemd in lid 3.2.2 sub a en b te vergroten ten behoeve van de in artikel 3.1.1 sub a onder 8 genoemde bestemming, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m;
  • b. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • c. de maatschappelijke voorzieningen mag geen onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige opbouw vormen;
  • d. in de onmiddellijke omgeving zal op eigen terrein moeten worden voorzien in voldoende parkeervoorzieningen.