direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Bodegraven Goudseweg
Status: vastgesteld
Plantype: omgevingsvergunning
IMRO-idn: NL.IMRO.1901.11Goudseweg18-PB80

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven;

één en ander met bijbehorende voorzieningen zoals tuinen, erven, groen, parkeervoorzieningen e.d. en overeenkomstig de nadere detaillering van de bestemming zoals opgenomen in artikel 3.1.2.

3.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in Algemene bestemmingsomschrijving:

- Voor bedrijfsactiviteiten geldt dat er plaatse uitsluitend is toegestaan  de uitoefening van een bedrijf dat zich bezig houdt met de bedrijfsmatige opslag van kaas en de stalling van de daarvoor benodigde voertuigen.

a Categorie 1 en 2

Voor bedrijfsactiviteiten geldt het volgende:

  • 1. bedrijven zijn uitsluitend toegestaan indien deze behoren tot de categorieën 1 en 2 als opgenomen in Staat van Bedrijfsactiviteiten en uitsluitend voor zover deze in de kolom 'verkeer' een '1' scoren;
  • 2. ter plaatse van de volgende aanduidingen is, naast de onder 1. toegestane bedrijvigheid, tevens de bij de aanduiding behorende bedrijvigheid toegestaan:

  Aanduiding   Betekenis  
     
     
     
     
(sb-5)   specifieke vorm van bedrijf - 5   groothandel in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eisen en spijsoliën  
     
     
     

b Detailhandel

Detailhandel is uitsluitend in de volgende vormen toegestaan:

  • 1. verkoop als ondergeschikte nevenactiviteit in ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen;
c Kantoren

Kantoren zijn uitsluitend zelfstandig toegestaan, voorzover het zelfstandige kantoren zijn op het moment van de inwerkingtreding van dit plan. Voor het overige zijn uitsluitend niet-zelfstandige kantoren toegestaan.

d Buitenopslag

Buitenopslag is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak', ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' en ter plaatse van de aanduiding 'opslag'.

e Parkeergelegenheid

Op eigen terrein dient voldoende parkeergelegenheid aanwezig te zijn.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, die ten dienste staan van deze bestemming.

3.2.2 Hoofdgebouwen

Hoofdgebouwen dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:

  • a. hoofdgebouwen en bedrijfswoningen mogen uitsluitend worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter , respectievelijk 6 meter.
3.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor de aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m dan wel 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van de woning of het woongebouw;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m.
3.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:

  • a. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen mag ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' niet meer bedragen dan 2 m en daarbuiten niet meer dan 1 m;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 4 m.
3.2.5 Afwijkingenregeling

In afwijking van het voorgaande geldt voor bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, het volgende: indien en voorzover de bestaande maatvoering en/of oppervlaktes en/of situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de genoemde maxima, danwel minima overschrijden, geldt de bestaande maatvoering als maximum respectievelijk minimum.

3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Afwijken bouwhoogte terreinafscheidingen

Het bevoegd gezag kan omgevinbgsvergunning verlenen ter afwijking van het bepaalde in Bouwwerken, geen gebouwen zijnde onder a teneinde voor erf- en terreinafscheidingen buiten de aanduiding 'bouwvlak' en de aanduiding 'bijgebouwen' een bouwhoogte toe te staan van maximaal 2 m, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. uit veiligheidsoverwegingen en/of beveiligingsoogpunt van het bedrijf is de verhoging noodzakelijk;
  • b. tenminste het deel van de erf-/ terreinafscheiding tussen 1 m en 2 m hoogte dient een open constructie te zijn;
  • c. het uitzicht wordt niet dusdanig belemmerd dat daardoor de verkeersveiligheid in gevaar wordt gebracht;
  • d. de ontheffing leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving;
  • e. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt.
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:

  • a. geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. risicovolle inrichtingen.