direct naar inhoud van Artikel 8 Waarde - Archeologie
Plan: Rondweg Reeuwijk-Brug
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0595.RondwegReeuwijkB10-BP80

Artikel 8 Waarde - Archeologie

8.1 Bestemmingsomschrijving
8.1.1

De voor Waarde - Archeologie aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de archeologische waarden.

8.1.2

De belangen van de in lid 8.1.1 bedoelde dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende bestemmingen.

8.2 Bouwregels

Ten aanzien van de in lid 8.1 bedoelde dubbelbestemming gelden de volgende bouwregels: er mogen geen bouwwerken worden gebouwd die dieper reiken dan 0,5 m of een grondoppervlakte hebben van meer dan 100 m2.

8.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 8.2 onder ten behoeve van de bouw van bouwwerken ten dienste van onderliggende bestemmingen onder de voorwaarde, dat:

  • a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarde van het gebied of een afweging van de in het geding zijnde belangen tot uitkomst heeft dat, onverminderde het elders in het plan bepaalde, een ontheffing in redelijkheid niet kan worden geweigerd; bij de afweging van de ontheffing geven burgemeester en wethouders toepassing aan de criteria als genoemd in lid 8.4;
  • b. alvorens de ontheffing te verlenen wordt door burgemeester en wethouders advies ingewonnen bij een archeologisch deskundige.
8.4 Aanlegvergunning
8.4.1

Het is verboden ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 8.1 de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders:

  • a. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;
  • b. het uitvoeren van grondbewerkingen;
  • c. het graven, vergraven, vergroten alsmede het dempen van watergangen en waterpartijen;
  • d. het ophogen van gronden;
  • e. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • f. het verhogen of het verlagen van de grondwaterstand.
8.4.2

Het bepaalde in lid 8.4.1 is niet van toepassing:

  • a. op werkzaamheden die niet dieper reiken dan 0,5 m of een grondoppervlakte hebben van meer dan 100 m2;
  • b. op werkzaamheden ten behoeve van de aanleg van de rondweg die blijkens archeologisch onderzoek niet leiden tot verstoring van archeologische waarden;
  • c. op werkzaamheden ten behoeve van de aanleg van de rondweg die plaatsvinden onder archeologische begeleiding conform een door het bevoegde gezag vastgesteld programma van eisen;
  • d. op normale onderhoudswerkzaamheden gericht op en noodzakelijk voor de instandhouding van het onderhavige plangebied;
  • e. op andere werken en/of werkzaamheden die uit een oogpunt van bescherming van de archeologische waarde van niet ingrijpende betekenis zijn.
8.4.3

Een vergunning als bedoeld in lid 8.4.1 wordt uitsluitend verleend indien de archeologische waarde van de gronden niet onevenredig wordt geschaad door de voorgenomen werken en werkzaamheden.

8.4.4

Burgemeester en wethouders winnen ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 8.4.1 advies in bij een archeologisch deskundige.