direct naar inhoud van Artikel 4 Verkeer
Plan: Rondweg Reeuwijk-Brug
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0595.RondwegReeuwijkB10-BP80

Artikel 4 Verkeer

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, maximaal 2 rijstroken met de as van de weg gesitueerd ter plaatse van de aanduiding "as van de weg";
  • b. ter plaatse van de aanduiding "brug" voor een viaduct ten behoeve van een kruisende autosnelweg;
  • c. fiets- en voetpaden;
  • d. ter plaatse van de aanduiding “geluidwal” in ieder geval voor een geluidswal met geluidscherm;
  • e. ter plaatse van de aanduiding “geluidscherm” in ieder geval voor een geluidscherm;
  • f. ter plaatse van de aanduiding "antennemast" voor een antennemast;
  • g. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van verkeer - afschermende lichtvoorziening" tevens voor een afschermende lichtvoorziening;
  • h. waterlopen en overige in het kader van de waterhuishouding nodige voorzieningen, zoals taluds, keerwanden en beschoeiingen;
  • i. bij deze functies behorende voorzieningen, zoals geluidwerende voorzieningen, straatmeubilair, kunstobjecten, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en kunstwerken als viaducten, bruggen en duikers.
4.2 Bouwregels

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bedoelde bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. ter plaatse van de aanduiding “geluidwal” de bouwhoogte van geluidwerende voorzieningen minimaal 2 m dient te bedragen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding “geluidscherm” de bouwhoogte van geluidschermen minimaal 3,0 m dient te bedragen;
  • c. de bouwhoogte van geluidswerende voorzieningen maximaal 6 m mag bedragen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "brug" de bouwhoogte wordt gemeten vanaf de bovenkant snelweg;
  • d. ter plaatse van de aanduiding "antennemast" de hoogte van een antennemast niet meer mag bedragen dan 40 m;
  • e. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van verkeer - afschermende lichtvoorziening" de bouwhoogte van een afschermende lichtvoorziening niet meer mag bedragen dan 2 m;
  • f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder lichtmasten niet meer mag bedragen dan 10 m met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "brug" de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 18 m gemeten vanaf de bovenkant autosnelweg.