direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Nieuwdorperweg 29b, Reeuwijk-Brug
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0595.Nwdorperweg29J10-BP80

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' een vrijstaande woning;
  • b. aan-huis-gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen, erven, parkeervoorzieningen en water.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen als genoemd in 4.1 gelden de volgende bepalingen:

  • a. woningen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het op de verbeelding opgenomen bouwvlak, met dien verstande dat de voorgevel maximaal 9 m bedraagt;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' mogen alleen vrijstaande woningen worden gebouwd;
  • c. de afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens dient bij vrijstaande woningen minimaal 2 m te bedragen;
  • d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding met de aanduiding 'maximale goothoogte';
  • e. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding met de aanduiding 'maximale bouwhoogte';
  • f. de inhoud van de woning bedraagt maximaal 850 m³.

4.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:

  • a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat de minimale afstand 1 m bedraagt achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • b. het totale grondoppervlak van de aan- of uitbouwen en bijgebouwen mag ten hoogste 40% van het totale bouwperceel bedragen, zulks met een maximum van 80 m²;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 7,5 m;
  • d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m.

4.2.3 Bouwwerken

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 2 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 3 m.

4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Verbod

Het is verboden bijgebouwen te gebruiken of te laten gebruiken als zelfstandige woonruimte.

4.3.2 Beroeps- en bedrijfsuitoefening

Op deze gronden is het gebruik toegestaan van gedeelten van hoofdgebouwen, inclusief aan- en uitbouwen, voor aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, voor zover:

  • a. het vloeroppervlak ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten niet groter is dan 25% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw, inclusief aan- en uitbouwen, met een maximum van 60 m²;
  • b. ten behoeve van de kantoor- en praktijkruimten en de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien;
  • c. de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en niet gepaard gaan met horeca en detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan de uitoefening van de betrokken kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • d. het beroep of bedrijf wordt uitgeoefend door de bewoner van het betreffende perceel.

4.3.3 Overige gebruiksregels

Ter plaatse van de aanduiding 'weg' zijn de gronden uitsluitend bestemd voor ontsluiting van de bouwpercelen.