direct naar inhoud van 6.8 Waterhuishouding
Plan: Driebruggen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0595.KernDriebruggen10-BP80

6.8 Waterhuishouding

In het plangebied en omgeving wordt het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer gevoerd door Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. De rioleringstaak binnen het plangebied valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeente Reeuwijk.

In het kader van de verplichte watertoets is op 19 juni 2003 over dit bestemmingsplan overleg gevoerd met de waterbeheerder, waarna de opmerkingen van de waterbeheerder zijn verwerkt in deze waterparagraaf. Vervolgens heeft het Hoogheemraadschap op 4 september 2007 een schriftelijk advies gegeven op het voorontwerpbestemmingsplan uit 2006 in het kader van het vooroverleg ex artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening. Dit advies is vervolgens verwerkt in dit bestemmingsplan. Daarna heeft nog een schriftelijk overleg plaatsgevonden over de aanpassingen, waarop de waterbeheerder op 13 januari 2009 schriftelijk heeft gereageerd. Het ontwerpplan is vervolgens aan de waterbeheerder toegezonden. Het Hoogheemraadschap heeft op 1 september 2009 schriftelijk een positief advies gegeven over het bestemmingsplan (bijlage 8 bij de toelichting).

Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer

In de Vierde Nota Waterhuishouding (1999) worden de landelijke hoofdlijnen van het beleid op het gebied van de waterhuishouding aangegeven. Integraal waterbeheer vormt het uitgangspunt. Door middel van deze integrale benadering wordt nagestreefd dat het land veilig en bewoonbaar blijft met gezonde en duurzame watersystemen. Om dit te bereiken moet zoveel mogelijk worden uitgegaan van een watersysteembenadering en dient een zo integraal mogelijk beheer te worden gevoerd. Op regionale schaal wil men onder andere het volgende bereiken: meer ruimte voor water in boezemlanden, vergroting van het waterbergend vermogen, vermindering van de verdroging, afname van de bodemdaling en optimale afstemming van het water-, ruimtelijke ordenings-, natuur-, milieu- en landbouwbeleid.

De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is sinds 2000 van kracht en schrijft voor dat in 2015 alle waterlichamen een 'goede ecologische toestand' (GET), en voor sterk veranderde/kunstmatige wateren een 'goed ecologisch potentieel' (GEP) moeten hebben bereikt. De chemische toestand moet voor alle waterlichamen (natuurlijk en kunstmatig) in 2015 goed zijn, de waterlichamen zijn hierbij de rapportage-eenheden. De Dubbele Wiericke wordt aangemerkt als waterlichaam; over de huidige toestand en het behalen van de KRW-doelen wordt gerapporteerd door het Hoogheemraadschap.

In het Kabinetsstandpunt Anders omgaan met Water, Waterbeleid in de 21e eeuw(2000) heeft het Rijk het advies van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw (WB21) omarmd. Men deelt de zorg dat het huidige watersysteem niet in staat is om klimaatverandering, bevolkingsgroei en economische groei goed op te vangen. Het waterbeheer moet veranderen om Nederland in de toekomst, wat water betreft, veilig, leefbaar en aantrekkelijk te houden. Belangrijk in de nieuwe aanpak is het realiseren van veerkrachtige watersystemen die weer de ruimte krijgen, het niet afwentelen van knelpunten in tijd of plaats, de drietrapsstrategie 'vasthouden, bergen, afvoeren', en de ruimte die nodig is voor de wateropgave te reserveren.

In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) hebben Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten zich geconformeerd om het beleid van WB21 en de KRW uit te voeren. Het NBW houdt simpel gezegd in dat de watersystemen in 2015 op orde moeten zijn wat betreft waterkwantiteit (WB21) en waterkwaliteit en ecologie (KRW), en tot 2050 op orde gehouden moeten worden.

In het Waterbeheersplan 2003-2007 beschrijft het Hoogheemraadschap de doelstellingen en het beleid voor zowel het waterkwaliteits- als het waterkwantiteitsbeheer. In het plan worden op hoofdlijnen de belangrijkste maatregelen beschreven die het Hoogheemraadschap wil nemen. De belangrijkste doelen die nagestreefd worden zijn:

  • het garanderen van veiligheid tegen overstromingen en wateroverlast;
  • het realiseren van een goede waterkwaliteit;
  • het herstellen van de ecohydrologische variatie in het beheersgebied;
  • het realiseren van goede gebruiksmogelijkheden voor verschillende maatschappelijke functies;
  • het verminderen en zo mogelijk stoppen van de bodemdaling;
  • het behouden of versterken van de landschappelijke betekenis van water.

Vanwege de variatie in geologische opbouw en grondgebruik in het beheersgebied zijn in het waterbeheersplan een aantal maatregelen gebiedsgericht uitgewerkt. Bij de uitvoering van concrete maatregelen wordt ingezet op intensieve samenwerking met alle partijen die invulling geven aan de inrichting van Nederland.

In de Waterstructuurvisie (Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, 2002) is een langetermijnvisie (voor 2050) en een middellangetermijnvisie (tot 2015) ontwikkeld voor een duurzamer waterbeheer voor het beheersgebied. Mede met het oog op klimaatveranderingen (nattere winters, drogere zomers, intensievere buien, hogere rivierafvoeren in de winter, lagere in de zomer) en gelet op de huidige knelpunten in het watersysteem (waterkwaliteit en waterkwantiteit) is het noodzakelijk om op een meer duurzame wijze met water om te gaan. Geënt op het advies van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw dient bij het oplossen van de knelpunten de drietrapsstrategie 'vasthouden, bergen, afvoeren' gevolgd te worden. Een en ander betekent dat water in de toekomst meer ruimte nodig zal hebben. In het plangebied ligt het accent van de wateropgave op lange termijn (2050) op het beperkt houden en zo mogelijk voorkomen van bodemdaling. Binnen de stedelijke kernen wordt ingezet op een duurzaam stedelijk waterbeheer (onder andere voorkomen verontreinigingen, vergroten waterbergend vermogen).

Wateropgave

Het Hoogheemraadschap heeft een Studie wateropgave (2005) uitgevoerd. Daarin staan de normering en de benodigde ruimte voor water centraal. De kern Driebruggen voldoet grotendeels aan de landelijke normen wateroverlast, zoals gesteld in het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW). De volgende gebieden voldoen echter niet aan deze normering:

  • het bedrijventerrein ten oosten van de Dubbele Wiericke en ten noorden van de Groendijck;
  • het bebouwd gebied tussen de Groendijck en Westeinde.

Het Hoogheemraadschap heeft de taak om in geval van ruimtelijke ontwikkelingen in samenwerking met de gemeente maatregelen te treffen waardoor deze gebieden in 2015 wel aan de norm voldoen.

Keur en overige regelgeving

Een belangrijk instrument van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is de Keur. Daarin zijn gebods- en verbodsbepalingen opgenomen ten aanzien van graaf- en bouwactiviteiten binnen (zones van) watergangen en waterkeringen.

Tot slot zijn door het Hoogheemraadschap diverse nota's opgesteld ten aanzien van dempingen, oeverinrichting, afkoppelen hemelwater, vaarwegen en waterkeringen, Deze kunnen van belang zijn voor nieuwe ontwikkelingen en bevatten eisen ten aanzien van de inrichting van het watersysteem, de riolering en de kades/waterkeringen.

Huidige situatie waterhuishouding

Huidige situatie watersysteem en bodem

De kern Driebruggen ligt in poldergebied. De bodem binnen het plangebied varieert van veen en humusrijke klei tot zandige klei. Er is sprake van lichte kwel. Het peilbeheer is gericht op de bebouwing. Dit betekent voornamelijk het voorkomen van wateroverlast en ongewenste verzakking van de (oudere) bebouwing. Hemelwater wordt binnen de kern afgevoerd naar een gemengd rioleringsstelsel.

De Dubbele Wiericke is een boezemwatergang en wordt aangemerkt als hoofdwatergang. De boezemkaden aan beide zijden zijn bestemd als primair waterkering. Aan weerszijden van de Dubbele Wiericke ligt poldergebied. De oostzijde van de kern maakt onderdeel uit van de Polder Westeinde van Waarder en watert af naar het noordoosten, waar het ten noorden van de kern wordt uitgeslagen door een gemaal op de Dubbele Wiericke. Het polderpeil is in dit deel van de kern NAP -2,2 m. De westzijde van de kern behoort tot de Polder Lange Weide en voert zijn overtollig water af naar het westen naar een gemaal aan de Enkele Wiericke. Het polderpeil is hier NAP -2,3 m. De maaiveldhoogte ligt op NAP -1,7 m.

Parallel aan de bebouwing aan de Dubbele Wiericke en aan de noord- en zuidzijde van de kern liggen een aantal zogenaamde 'hoogwatersloten'. Deze zorgen ervoor dat het grondwaterpeil onder de bebouwing hoog genoeg blijft (ten opzichte van het lagere polderpeil in het landelijke gebied), om te voorkomen dat hier verzakkingen ontstaan.

Een knelpunt in de kern is de bodemdaling als gevolg van ontwatering van de veenbodem. Dit levert tevens een negatief effect op voor de waterkwaliteit: door de verbranding van veen komen nutriënten vrij.

De waterkwaliteit van het oppervlaktewater wordt sterk beïnvloed door het inlaten van gebiedsvreemd water en door afspoeling van verhard oppervlak en het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Doordat de kern wordt omringd door agrarisch gebied vindt ook beïnvloeding plaats vanuit de landbouw.

Wateroverlast speelt zich af en toe af in de Kastanjelaan. Dit is het gevolg van een tekort aan berging in de daar aanwezige riolering. In het kader van het gemeentelijk rioleringsplan wordt dit probleem opgelost.

Consequenties voor ruimtelijke ontwikkelingen

Het bestemmingsplan maakt enkele nieuwe ontwikkelingen mogelijk. De mogelijkheden om een positieve bijdrage te leveren aan het bereiken van een duurzaam en veerkrachtig watersysteem zijn binnen de grenzen van het plangebied zeer beperkt. Het is echter van belang de uitgangspunten van duurzaam stedelijk waterbeheer in het geval van toekomstige ontwikkelingen daar waar mogelijk toe te passen. Bij mogelijke toekomstige ontwikkelingen waarbij de verharding toeneemt dient gecompenseerd te worden in de vorm van open water. Meer verharding leidt namelijk tot hogere afvoerpieken in bestaand watersysteem. Bij de uitbreiding van verhard oppervlak kan als vuistregel worden gehanteerd dat het wateroppervlak met 10% van de extra verharding moet worden uitgebreid. Voor eventuele dempingen van open water geldt altijd dat het water volledig moet worden gecompenseerd (in oppervlak en waterdiepte) binnen hetzelfde peilgebied. Het beleid van het Hoogheemraadschap is erop gericht om voorafgaand aan eventuele ontwikkelingen en in overleg met de waterbeheerder, watercompensatie te realiseren.

Voor toekomstige bouwplannen op veenbodem geldt tevens dat kruipruimteloos en dampdicht moet worden gebouwd, zodat zo min mogelijk sprake is van drooglegging. Ongewenste verzakking van oude bebouwing kan daarmee worden voorkomen. Het bouwen in dit gebied vereist een daarop aangepaste bouwwijze. Bij het bouwrijp maken is tevens van belang om licht (niet-oxiderend) ophoog- en funderingsmateriaal toe te passen.

Het beleid van het Waterschap is dat zoveel mogelijk hemelwater rechtstreeks of via een plaatselijke zuiverende voorziening op het oppervlaktewater moet worden geloosd. Bij elk concreet project moet beoordeeld worden of en op welke wijze dit kan worden verwezenlijkt. Tevens worden duurzame bouwmaterialen toegepast om te voorkomen dat diffuse verontreinigingen in water en bodem terecht komen. Bij afkoppelen en direct lozen van het hemelwater op het oppervlaktewater wordt door de waterbeheerder geëist dat duurzame bouwmaterialen worden toegepast.

De gemeente voert in het kader van de zogenaamde basisinspanning verbeteringen door aan het rioleringsstelsel, onder andere door de aanleg van bergbezinkbassins. Tevens wordt in het kader van renovatie de gemengde riolering vervangen door een verbeterd gescheiden stelsel. Het is echter ook op lange termijn niet haalbaar om alle riolering van de bestaande bebouwing van Driebruggen te vervangen door een (verbeterd) gescheiden rioleringsstelsel. Bij nieuwbouw wordt wel altijd gestreefd naar de aanleg van een gescheiden stelsel.

Geluidswerende voorzieningen Kiela

Op de grenzen van het bedrijventerrein van Kiela (aan de noordzijde van het plangebied) is langs de Dubbele Wiericke een ontheffingsbevoegdheid opgenomen voor het plaatsen van geluidswerende voorzieningen. De ontheffingsbevoegdheid ligt aan beide zijden van de Dubbele Wiericke.

De ontheffingsbevoegdheid bevindt zich binnen de kernzone van de waterkering. Voor de aanleg van geluidswerende voorzieningen dient een Keurvergunning te worden aangevraagd bij het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. In de regels is opgenomen dat voorafgaand aan het plaatsen van geluidswerende voorzieningen overleg met de waterbeheerder dient plaats te vinden. Het Hoogheemraadschap is het bevoegd gezag om een Keurvergunning af te geven voor het toelaten van bebouwing in de waterkering.

Water en waterkering op de plankaart

Alle hoofdwatergangen zijn expliciet bestemd als 'Water'. De onderhoudsstrook dient vrij van obstakels te worden gehouden. De kern- en beschermingszones van de waterkering langs de Dubbele Wiericke hebben de dubbelbestemming 'Waterstaat'. Er wordt een beschermingszone van 15 m aangehouden langs boezemkades en een beschermingszone van 12 m langs damwanden.

Alle bouw- en graafwerkzaamheden die gevolgen kunnen hebben voor de waterhuishouding en plaatsvinden in de watergang, de aangrenzende onderhoudsstrook of in en langs de zone primair waterkering zijn vanuit de Keur van het Hoogheemraadschap vergunningsplichtig.