direct naar inhoud van 6.1 Bedrijven en milieuhinder
Plan: Driebruggen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0595.KernDriebruggen10-BP80

6.1 Bedrijven en milieuhinder

Huidige situatie en beoogde ontwikkeling

Binnen het plangebied zijn verschillende bedrijven gevestigd. Er is een klein bedrijventerrein aan de Esdoornstraat met een concentratie van enkele bedrijven. Ten noorden van De Groendijck zijn de metaalwarenfabriek en de meubelfabriek van Kiela gevestigd. De overige bedrijven liggen verspreid tussen de woonbebouwing, het gaat hierbij met name om lokaal georiënteerde, kleinschalige bedrijven.

Er zijn geen directe ontwikkelingen gepland. Wel wordt met dit plan de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten op alle bedrijvenlocaties in overeenstemming gebracht met nieuwe regelgeving en inzichten. Ten behoeve daarvan is een milieuzonering uitgewerkt.

Beleid en normstelling

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies zoals woningen:

  • ter plaatse van de woningen een goed woon- en leefmilieu kan worden gegarandeerd;
  • rekening wordt gehouden met de bedrijfsvoering en milieuruimte van de betreffende bedrijven.

Om in de bestemmingsregeling de belangenafweging tussen bedrijvigheid en gevoelige functies met betrekking tot milieu in voldoende mate mee te nemen, wordt in dit bestemmingsplan gebruikgemaakt van een milieuzonering. Deze milieuzonering vindt plaats aan de hand van een Staat van Bedrijfsactiviteiten (SvB). Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. De SvB is overgenomen uit de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (2007).

Voor het gehele plangebied wordt gebruikgemaakt van de SvB 'bedrijventerrein'. Deze Staat wordt in het algemeen toegepast. De Staat gaat uit van het aanhouden van richtafstanden tussen bedrijfsactiviteiten en milieugevoelige functies. De richtafstanden gelden ten opzichte van het omgevingstype 'rustige woonwijk'; voor andere omgevingstypen dan een rustige woonwijk kunnen kleinere richtafstanden worden gehanteerd1. Voor een nadere toelichting op de aanpak van de milieuzonering met behulp van de Staat van Bedrijfsactiviteiten wordt verwezen naar bijlage 3.

Toelaatbaarheid

Bedrijven worden in beginsel alleen toegelaten op plaatsen waar nu al bedrijven zijn gevestigd. De locaties waar de reeds bestaande bedrijven gevestigd zijn, kunnen getypeerd worden als gemengd gebied, vanwege de nabijheid van andere functies naast woningen in de directe omgeving. Het betreft hier met name andere bedrijfjes in de omgeving en afhankelijk van de locatie ook functies als kantoren, maatschappelijke voorzieningen en detailhandel die tussen de woningen zijn gesitueerd. In de hele kern worden daarom bedrijven uit categorie 2 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten algemeen toelaatbaar geacht. Dit zijn bedrijven die weinig milieuhinder veroorzaken zodat ze direct toelaatbaar zijn naast woningen in een gemengd gebied.

Ter plaatse van Kiela (locatie Groendijck) en op het bedrijventerrein aan de Esdoornstraat worden, vanwege een grotere afstand tot milieugevoelige bestemmingen, ook bedrijven uit categorie 3.1 algemeen toelaatbaar geacht.

Ontheffing

Het bovenstaande betekent overigens niet dat de uitoefening van bepaalde activiteiten uit een hogere categorie altijd onaanvaardbaar is. De Staat van Bedrijfsactiviteiten geeft namelijk een vrij grove indeling van de hinderlijkheid van bedrijven. De situatie bij een specifiek bedrijf kan daarvan afwijken. In dat geval kan aan een dergelijk bedrijf voor de desbetreffende activiteit een ontheffing worden verleend.

Bedrijfsinventarisatie

De aanwezige bedrijven zijn geïnventariseerd en ingeschaald volgens de SvB bedrijventerrein (zie bijlage 2). Alle bedrijven in het plangebied behoren tot ten hoogste milieucategorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Een aantal bedrijven past niet binnen de algemene toelaatbaarheid. Deze bedrijven krijgen een maatbestemming, die een afwijking van de algemene toelaatbaarheid voor de huidige bedrijfsactiviteiten toestaat. De bedrijven met een maatbestemming zijn opgenomen in bijlage 2.

Maatbestemming Kiela

De verschillende bedrijfsonderdelen van Kiela zijn door de Bost Adviesgroep ingedeeld in SBI-code en bijbehorende milieucategorieën. Uit deze notitie2 blijkt dat alle bedrijfsonderdelen behoren tot maximaal categorie 3.2, met uitzondering van het bedrijfsonderdeel 'Vervaardigen van producten van metaal: stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven' dat valt onder categorie 4.1. De milieudienst heeft de aard en omvang van dit bedrijfsonderdeel nader onderzocht en geeft in het advies3 hierover aan dat de classificatie als persbedrijf te zwaar is en dat categorie 3.2 passend is voor Kiela.

Voor beide locaties (Groenedijck 15 en Kerkweg 2) geldt één milieuvergunning, waardoor beide locaties gezien worden als één bedrijf. Op beide locaties vinden activiteiten plaats die behoren tot maximaal categorie 3.2. Dit houdt in dat alle bedrijfsonderdelen in de toekomst binnen het bedrijf (en dus ook tussen beide locaties) verplaatst kunnen worden. Ook nieuwe externe factoren hebben hierdoor geen invloed op interne verplaatsingen. Beide locaties krijgen daarom dezelfde maatbestemming.

Gezien de korte afstand tussen Kiela en omliggende woningen is ter plaatse van locatie Kerkweg categorie 2 en ter plaatse van locatie Groenedijck categorie 3.1 toelaatbaar. Dit houdt in dat Kiela niet past binnen de algemene toelaatbaarheid, daarom is ter plaatse een aanduiding opgenomen op de plankaart. In de regels van het bestemmingsplan is opgenomen dat ter plaatse van locatie Kerkweg en locatie Groenedijck bedrijven uit respectievelijk categorie 2 en 3.1 zijn toegestaan én een metaalwarenfabriek tot ten hoogste categorie 3.2.

Conclusie

In dit bestemmingsplan wordt aan de hand van de gehanteerde milieuzonering die in de bestemmingsplanregeling is opgenomen, zorg gedragen voor een goed woon- en leefklimaat ter plaatse van de woningen en worden de bedrijven niet in hun functioneren belemmerd.