direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: 's-Gravenbroekseweg 80, 84 en 86, Reeuwijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0595.Gravenbrweg80eoJ10-BP80

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' een vrijstaande woning;
  • b. aan-huis-gebonden-beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, tuinen, erven, en water.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen als genoemd in 4.1 gelden de volgende bepalingen:

  • a. woningen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het op de verbeelding opgenomen bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' mogen alleen vrijstaande woningen worden gebouwd;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding met de aanduiding 'maximale goothoogte';
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding met de aanduiding 'maximale bouwhoogte';
  • e. de inhoud van de woning bedraagt inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en vrijstaande bijgebouwen en overkappingen maximaal 575 m³;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder e is voor woningen met de 'specifieke bouwaanduiding - 1' een woning toegestaan met een maximum inhoud (inclusief aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen) zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan. Bij nieuwbouw dit dient te gebeuren in dezelfde vorm en binnen dezelfde contouren.

4.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:

  • a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen binnen het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat de minimale afstand 1 m bedraagt achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw.

4.2.3 Bouwwerken

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte buiten het bouwvlak bedraagt maximaal 15 m², met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2 m;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 1 m;
  • c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 2 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 3 m.

4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Verbod

Het is verboden bijgebouwen te gebruiken of te laten gebruiken als zelfstandige woonruimte.

4.3.2 Beroeps- en bedrijfsuitoefening

Op deze gronden is het gebruik toegestaan van gedeelten van hoofdgebouwen, inclusief aan- en uitbouwen, voor aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, voor zover:

  • a. het vloeroppervlak ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten niet groter is dan 25% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw, inclusief aan- en uitbouwen, met een maximum van 60 m²;
  • b. ten behoeve van de kantoor- en praktijkruimten en de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien;
  • c. de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en niet gepaard gaan met horeca en detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan de uitoefening van de betrokken kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • d. het beroep of bedrijf wordt uitgeoefend door de bewoner van het betreffende perceel.

4.3.3 Overige gebruiksregels

Ter plaatse van de aanduiding 'weg' zijn de gronden uitsluitend bestemd voor ontsluiting van de bouwpercelen.