Bestemmingsplan Zoutman e.o.

8.2 Bodem en water (zie kaart watersysteem)

Bodem

De bodem van het plangebied bestaat uit een veenpakket, boven op een zandlaag. Deze zandlaag ligt op ca 17 m diepte. De draagkracht van het veenpakket, uitgedrukt in de sondeerwaarde, is vrijwel nihil. Reden waarom er grondverbetering is toegepast. Zo heeft er voor het merendeel van het bedrijventerrein een integrale zandophoging plaatsgevonden. Vanwege het inklinken van het veen ontstaan verzakkingen en worden de wegen regelmatig opgehoogd en herstraat.
In de loop van de tijd zijn de wegen steeds hoger aangelegd. Zo ligt ( in 2005) het straatpeil van de Fokkerstraat op ca 1,60 -NAP. De Einsteinstraat varieert in hoogte van 1,60 -NAP tot 1,90 -NAP. Zo ligt het straatpeil bovenop enkele doorvaarbare bruggen op ruim 1 m boven het polderpeil. Door de inklinking van het veenpakket wordt een lage drooglegging van de wegen veroorzaakt.

Aanleghoogten straten

Voor de aanleghoogte van nieuwe straten (straatpeilen) is het streefpeil 60 cm boven het polderpeil of 1,60 -NAP. Het merendeel van de aanwezige straten is op deze hoogte aangelegd en deels door inklinking van de ondergrond verzakt. Plaatselijk ligt de straat zelfs op ca. 30 cm boven het polderpeil.

Alleen de Nieuwdorperweg ligt lager. Doel is enerzijds om voldoende drooglegging van de wegen te houden en ook te zorgen, dat bij regenval de vloeren van de bebouwing niet onder water komen te staan. Onder de wijze van meten (goot- en bouwhoogten) wordt verder op die peilen als referentiekader ingegaan.