direct naar inhoud van Artikel 13 Leiding - Gas
Plan: Bestemmingsplan Zoutman e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0595.BedrterZoutman10-BP80

Artikel 13 Leiding - Gas

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), tevens bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'Leiding - Gas': een aardgastransportleiding met een diameter van ten hoogste 300 mm en een druk van 40 bar;
  • b. bij deze functie behorende veiligheidszone-leiding.
13.2 Bouwregels
13.2.1 Op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 13.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd tot een maximale bouwhoogte van 3 m.
13.2.2 Op deze gronden mag ten behoeve van andere voor deze gronden geldende bestemming(en), met inachtneming van de voor die betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels, uitsluitend worden gebouwd indien:
  • a. het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
  • b. overleg heeft plaatsgevonden met de leidingbeheerder.
13.2.3 Het bepaalde in lid 13.2.1 en 13.2.2 is niet van toepassing, indien het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad en mits de bij die betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels in acht worden genomen.
13.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
13.3.1 Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding – Gas' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
  • a. aanleggen van dijken of taluds;
  • b. vergraven of ontgraven van al bestaande dijken of taluds;
  • c. aanleggen of verharden van paden;
  • d. aanbrengen van oppervlakteverharding;
  • e. aanleggen, vergraven of verruimen van waterlopen;
  • f. aanleggen damwand;
  • g. aanleggen harde oeverbescherming;
  • h. aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven, en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
13.3.2 Het verbod, zoals in lid 13.3.1 bedoeld, is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
  • a. normaal onderhoud, beheer of gebruik overeenkomstig de bestemming betreffen;
  • b. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
  • c. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij het bepaalde in lid 13.2.1 t/m 13.2.3 in acht is genomen;
  • d. binnen de aangegeven bouwvlakken worden aangelegd of uitgevoerd.
13.3.3 De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 13.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang door de werken of werkzaamheden niet onevenredig wordt geschaad.