Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Moskee Noordzijde
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0497.MoskeeBO10-BP80

Artikel 5 Maatschappelijk

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving
De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. Religieuze doeleinden en daarbij behorende ondersteunende functies;
één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals tuinen, erven, groen, water, parkeervoorzieningen, paden e.d. overeenkomstig de in artikel 5 lid 1.2  opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
5.1.2 Nadere detaillering van de bestemming
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in artikel 5 lid 1.1 :
  1. Religieuze functies zijn enkel toegestaan indien binnen de bestemming Maatschappelijk minimaal 45 parkeerplaatsen worden gerealiseerd ten behoeve van de religieuze functie.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, die ten dienste staan van deze bestemming.
5.2.2 Gebouwen
Hoofdgebouwen dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:
  1. Gebouwen mogen uitsluitend worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  2. de goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' met deze aanduiding is aangegeven;
  3. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' met deze aanduiding is aangegeven.
5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:
  1. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen mag ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' niet meer bedragen dan 2 m en daarbuiten niet meer dan 1 m;
  2. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 4 m.
5.2.4 Bebouwde oppervlakte
Voor de bebouwde oppervlakte gelden de volgende bepalingen:
  1. De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan 625 m2.
5.3 Ontheffing van de bouwregels
5.3.1 Ontheffing bouwhoogte terreinafscheidingen
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 5 lid 2.3 sub a  teneinde voor erf- en terreinafscheidingen buiten de aanduiding 'bouwvlak' een bouwhoogte toe te staan van maximaal 2 m, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
  1. uit veiligheidsoverwegingen en/of beveiligingsoogpunt van de instelling is de verhoging noodzakelijk;
  2. tenminste het deel van de erf-/ terreinafscheiding tussen 1 m en 2 m hoogte dient een open constructie te zijn;
  3. het uitzicht wordt niet dusdanig belemmerd dat daardoor de verkeersveiligheid in gevaar wordt gebracht;
  4. de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast;
  5. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt.
5.4 Specifieke gebruiksregels
5.4.1 Strijdig gebruik
Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van buitenpandige opslag.