direct naar inhoud van Artikel 5 Centrum
Plan: Kern Bodegraven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0497.KernBodegraven10-BP80

Artikel 5 Centrum

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor Centrum aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven;
  • b. detailhandel;
  • c. dienstverlening;
  • d. horeca en ondersteunende horeca met bijbehorende terrassen;
  • e. maatschappelijke voorzieningen;
  • f. kantoren;
  • g. wonen;
  • h. kamerverhuur en logies;
  • i. het behoud, beheer en herstel van de cultuurhistorische en monumentale waarden van gebouwen, ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';

één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals tuinen, erven, groen, parkeervoorzieningen, paden e.d. en overeenkomstig de in 5.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.

5.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 5.1.1:

a Bedrijven

Naast de andere genoemde functies zijn binnen deze bestemming uitsluitend de volgende bedrijven toegestaan:

  • 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - 1' is uitsluitend een zagerij toegestaan;
  • 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - 2' is uitsluitend een drukkerij toegestaan.
b Horeca

Voor horecabedrijven gelden de volgende bepalingen:

  • 1. Horecabedrijven zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'horeca', 'horeca van categorie 2b' en 'horeca van categorie 3'.
  • 2. Uitsluitend zijn horecabedrijven toegestaan in horecacategorie 1 en 2a.
  • 3. Aanvullend op het bepaalde onder 1 en 2 geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2b', naast een horecabedrijf uit categorie 1 en 2a, ook een horecabedrijf is toegestaan in de horecacategorie 2b.
  • 4. Aanvullend op het bepaalde onder 1 en 2 geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3', naast een horecabedrijf uit categorie 1 en 2, ook een horecabedrijf is toegestaan in de horecacategorie 3.
c Ondersteunende horeca

Horeca is toegestaan voorzover dit ondersteunend is aan de hoofdfunctie en ten dienste staat van de hoofdfunctie.

d Maatschappelijk

Maatschappelijke functies zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk'. Nieuwe geluidsgevoelige functies of terreinen ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' zijn uitsluitend toegestaan na verlening van ontheffing als opgenomen in 5.5.1.

e Kantoren

Kantoren zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'kantoor'.

f Begane grond

De functies anders dan wonen, zijn uitsluitend toegestaan op de begane grond, met uitzondering van horeca met een overnachtingsmogelijkheid.

g Verdieping

In afwijking op het bepaalde onder f geldt het volgende voor functies op de verdieping:

  • 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - verdieping' is detailhandel op de verdieping toegestaan.
h Ondergronds/ kelder

Ondergronds (de kelder) zijn uitsluitend ondersteunende functies toegestaan, zoals opslag, toilet en garderobe.

i Parkeergarage

Een ondergrondse parkeergarage is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage'.

j Wonen

Wonen is op de verdieping toegestaan. Wonen op de begane grond is uitsluitend toegestaan in de vorm van een dienstwoning of ter plaatse van de aanduiding 'wonen'. Het aantal woningen mag per bouwperceel niet meer bedragen dan het bestaande aantal woningen.

k Kamerverhuur en logies

Voor kamerverhuur en logies gelden de volgende bepalingen:

  • 1. Kamerverhuur en logies zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'kamerverhuur'.
  • 2. Kamerverhuur en logies zijn uitsluitend op de verdieping toegestaan.
  • 3. Het totale aantal bewoners mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bewoners' met dit aangegeven aantal is aangegeven. Hiervan kan ontheffing worden verleend als opgenomen in 5.5.2.
l Onderdoorgang

Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient een (onder)doorgang in stand te worden gehouden ten behoeve van het daar(onder) gelegen (voet)pad.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, die ten dienste staan van deze bestemming.

5.2.2 Gebouwen

Hoofdgebouwen dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' met deze aanduiding is aangegeven;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' met deze aanduiding is aangegeven;
  • d. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' met deze aanduiding is aangegeven;
  • e. de hoofdgebouwen dienen te zijn afgedekt met een kap met een helling van minimaal 30° en maximaal 65°.
5.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor de aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' en ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', met dien verstande dat de bestaande gebouwen daarbuiten worden geacht aan het plan te voldoen;
  • b. de goothoogte van aangebouwde bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m dan wel 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van de woning of het woongebouw;
  • c. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 m.
5.2.4 Hekwerk dakterras

Het plaatsen van hekwerken op een aan- of uitbouw of aangebouwd bijgebouw is toegestaan, indien en voorzover het hekwerk als een afscheiding geldt voor een dakterras en indien het hekwerk niet hoger is dan 1,2 m.

5.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:

  • a. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen mag ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' en ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' niet meer bedragen dan 2 m en daarbuiten niet meer dan 1 m;
  • b. de bouwhoogte van terrasafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1,5 m;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 m.
5.2.6 Bebouwingspercentage 'bijgebouwen'

Ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mogen de gronden voor 100% worden bebouwd.

5.2.7 Afwijkingenregeling

In afwijking van het voorgaande geldt voor bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd krachtens een bouwvergunning, het volgende: indien en voorzover de bestaande maatvoering en/of oppervlaktes en/of situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de genoemde maxima, danwel minima overschrijden, geldt de bestaande maatvoering als maximum respectievelijk minimum.

5.3 Ontheffing van de bouwregels
5.3.1 Ontheffing goot- en/of bouwhoogte

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 12.2.2teneinde een grotere goothoogte en/of bouwhoogte toe te staan, mits:

  • a. de op grond van 12.2.2 toegestane goot- en/of bouwhoogte met niet meer dan 3 m wordt verhoogd;
  • b. het woon- en leefmilieu van de omgeving niet onevenredig wordt aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • c. bij de ontheffing het behoud van de stedenbouwkundige karakteristiek van de desbetreffende straat in acht wordt genomen, waarbij de afwisseling in goot- en bouwhoogtes als een kwaliteit wordt beschouwd.
5.3.2 Ontheffing bouwhoogte terreinafscheidingen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 5.2.5 onder a teneinde voor erf- en terreinafscheidingen buiten de aanduiding 'bouwvlak' en buiten de aanduiding 'bijgebouwen' een bouwhoogte toe te staan van maximaal 2 m, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. uit veiligheidsoverwegingen en/of beveiligingsoogpunt is de verhoging noodzakelijk;
  • b. tenminste het deel van de erf-/ terreinafscheiding tussen 1 m en 2 m hoogte dient een open constructie te zijn;
  • c. het uitzicht wordt niet dusdanig belemmerd dat daardoor de verkeersveiligheid in gevaar wordt gebracht;
  • d. de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast.
5.4 Specifieke gebruiksregels
5.4.1 Overeenkomstig gebruik

Als gebruik overeenkomstig de bestemming, wordt aangemerkt:

  • a. bij scholen behorende sport- en gymnastieklokalen die ook zelfstandig worden geëxploiteerd;
  • b. de winkelvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 1500 m2.
5.4.2 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:

  • a. de verkoop van motorbrandstoffen;
  • b. detailhandel in volumineuze goederen en detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen;
  • c. asielzoekerscentrum, crematorium, opvang van dieren, justitiële inrichting of militaire zaken;
  • d. bedrijfsmatige buitenpandige opslag.
5.5 Ontheffing van de gebruiksregels
5.5.1 Ontheffing maatschappelijke functie

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen als bedoeld in 5.1.2 onder d, niet zijnde het genoemde in 5.4.2 onder c, teneinde geluidsgevoelige maatschappelijke functies of terreinen binnen de bestemming Centrum toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de geluidbelasting vanwege het wegverkeer op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen en terreinen is niet hoger dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een reeds verkregen hogere grenswaarde ten tijde van het ter visie leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan;
  • b. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • c. het gebruik mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse;
  • d. het leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving.
5.5.2 Ontheffing aantal bewoners kamerverhuur

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen als bedoeld in 5.1.2 onder k, teneinde meer bewoners ten behoeve van kamerverhuur toe te staan dan op grond van het bepaalde in 5.1.2 onder k is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. per kamerbewoner is ten minste 12 m2 gebruiksvloeroppervlakte kamerverhuur/logies;
  • b. het aantal bewoners met ten hoogste 50% mag toenemen ten opzichte van het bepaalde in 5.1.2 onder k;
  • c. de brandweer heeft positief geadviseerd ten aanzien van de toename van het aantal bewoners ten aanzien van brandveiligheidseisen;
  • d. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • e. in de onmiddellijke omgeving zal moeten worden voorzien in voldoende parkeervoorzieningen.
5.6 Wijzigingsbevoegdheid
5.6.1 Wijzigingsbevoegdheid horeca

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ingevolge artikel 3.6 lid 1 sub a Wet ruimtelijke ordening, de aanduidingen 'horeca', 'horeca van categorie 2b' of 'horeca van categorie 3' op te nemen teneinde horecabedrijven toe te staan uit horecacategorie 1 en 2a, danwel 2b of 3, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. voor horecabedrijven uit horecacategorie 1 of 2a wordt de aanduiding 'horeca' opgenomen.
  • b. voor horecabedrijven uit horecacategorie 2b of 3 wordt de aanduiding 'horeca van categorie 2b' of 'horeca van categorie 3' opgenomen.
  • c. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • d. het horecabedrijf mag geen onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige opbouw vormen;
  • e. in de onmiddellijke omgeving zal moeten worden voorzien in voldoende parkeervoorzieningen.
5.6.2 Wijzigingsbevoegdheid kamerverhuur en logies

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ingevolge artikel 3.6 lid 1 sub a Wet ruimtelijke ordening, de aanduiding 'kamerverhuur' op te nemen teneinde kamerverhuur en/of logies op de verdieping(en) toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. per kamerbewoner is ten minste 12 m2 gebruiksvloeroppervlakte kamerverhuur/logies;
  • b. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • c. in de onmiddellijke omgeving zal moeten worden voorzien in voldoende parkeervoorzieningen.
5.6.3 Wijzigingsbevoegdheid extra woning

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ingevolge artikel 3.6 lid 1 sub a Wet ruimtelijke ordening, binnen de bestaande bouwmogelijkheden van een bouwperceel, maximaal één extra woning toe te staan ten opzichte van het bepaalde in 5.1.2 onder j, mits voldaan wordt aan het volgende:

  • a. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • b. de geluidbelasting vanwege het wegverkeer op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen en terreinen is niet hoger dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een reeds verkregen hogere grenswaarde ten tijde van het ter visie leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan;
  • c. er dient te worden voldaan aan de wetgeving op het gebied van externe veiligheid;
  • d. het gebruik mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse;
  • e. het leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving.