direct naar inhoud van Artikel 29 Leiding - Riool
Plan: Kern Bodegraven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0497.KernBodegraven10-BP80

Artikel 29 Leiding - Riool

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Leiding - Riool aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een riooltransportleiding.

29.2 Bouwregels

Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming, zoals meet- en regelkasten en afsluiterputten.

29.3 Ontheffing van de bouwregels
29.3.1 Ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 29.2teneinde het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en) toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de leidingen geen bezwaar bestaat.

29.3.2 Advies leidingbeheerder

Alvorens burgemeester en wethouders beslissen over een ontheffing als bedoeld 29.3.1winnen zij schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder.

29.4 Aanlegvergunning
29.4.1 Aanlegvergunningplichtige werken

Het is verboden op de in deze bestemming bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het uitvoeren van graafwerkzaamheden;
  • c. het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indringen van voorwerpen;
  • d. het aanbrengen van diepwortelende beplanting en/of bomen;
  • e. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
  • f. het vellen of rooien van houtgewas.
29.4.2 Uitzonderingen

Het onder 29.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan aanlegvergunning is verleend;
  • b. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • c. welke betreffen het normale onderhoud van leidingen;
  • d. voor zover het werkzaamheden in de bodem betreft die direct samenhangen met een verleende ontheffing op grond van het bepaalde in 29.3.
29.4.3 Verlening

Een aanlegvergunning als bedoeld in 29.4.1 mag alleen worden verleend indien door de werken en werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan en de betreffende leiding niet wordt aangetast.

29.4.4 Advies leidingbeheerder

Alvorens burgemeester en wethouders beslissen over een aanlegvergunning als bedoeld 29.4.1 winnen zij schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder.