direct naar inhoud van Artikel 15 Groen
Plan: Kern Bodegraven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0497.KernBodegraven10-BP80

Artikel 15 Groen

15.1 Bestemmingsomschrijving
15.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. beplantingen;
  • b. paden;
  • c. speelvoorzieningen met bijbehorende verhardingen;
  • d. beeldende kunstwerken;
  • e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. geluidwerende voorzieningen;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals ondergrondse retentievoorzieningen, ondergrondse afvalcontainers, bergbezinkbassins, en overeenkomstig de in 15.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.

15.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 15.1.1:

a Speelvoorzieningen

Voor speelvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:

  • 1. De oppervlakte van speelvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 200 m2 per locatie.
  • 2. In afwijking van het bepaalde onder 1 zijn speelvoorzieningen met een grotere oppervlakte toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening'.
b Fietsbrug/-viaduct

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - fietsbrug' is een fietsbrug/-viaduct toegestaan.

15.2 Bouwregels
15.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming, alsmede gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen.

15.2.2 Nutsgebouwen

Voor nutsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.
  • b. De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan 15 m2.
15.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan het volgende te voldoen:

  • a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de verkeersgeleiding en wegverlichting mag niet meer bedragen dan 8 m.
  • b. De bouwhoogte van beeldende kunstwerken mag niet meer bedragen dan 5 m.
  • c. De bebouwde oppervlakte van beeldende kunstwerken mag niet meer bedragen dan 25 m2.
  • d. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
15.3 Ontheffing van de bouwregels
15.3.1 Ontheffing nutsgebouwen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 15.2.2teneinde het oprichten van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan 25 m2.
  • b. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m.
  • c. De ontheffing mag de verkeersveiligheid niet in gevaar brengen.
  • d. De stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast;
15.4 Wijzigingsbevoegdheid
15.4.1 Wijzigingsbevoegdheid grotere speelvoorzieningen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ingevolge artikel 3.6 lid 1 sub a Wet ruimtelijke ordening, de aanduiding 'speelvoorziening' op te nemen, teneinde speelvoorzieningen toe te staan met een grotere oppervlakte dan 200 m2 op een locatie die (nog) niet overeenkomstig is aangeduid, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de verkeersveiligheid mag niet in het gedrang komen;
  • b. de speelvoorziening leidt niet tot een onevenredige aantasting van de belangen van de naburige erven;
  • c. de speelvoorziening mag geen onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige opbouw vormen.