direct naar inhoud van Artikel 10 Gemengd - 2
Plan: Kern Bodegraven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0497.KernBodegraven10-BP80

Artikel 10 Gemengd - 2

10.1 Bestemmingsomschrijving
10.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor Gemengd - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. dienstverlening;
  • c. maatschappelijke voorzieningen;
  • d. horeca en ondersteunende horeca;
  • e. sport;
  • f. wonen;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals tuinen, erven, groen, parkeervoorzieningen, paden e.d. en overeenkomstig de in 10.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.

10.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 10.1.1:

a Maatschappelijk

Maatschappelijke functies zijn toegestaan, met dien verstande dat nieuwe geluidsgevoelige functies of terreinen uitsluitend toegestaan zijn na verlening van ontheffing als opgenomen in 10.5.1.

b Horeca

Voor horecabedrijven gelden de volgende bepalingen:

  • 1. Horecabedrijven zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'horeca'.
  • 2. Uitsluitend zijn horecabedrijven toegestaan in horecacategorie 1 en 2a.
c Ondersteunende horeca

Horeca is toegestaan voorzover dit ondersteunend is aan de hoofdfunctie en ten dienste staat van de hoofdfunctie.

d Functies

De functies anders dan wonen, zijn zowel op de begane grond als op de verdiepingen toegestaan, met dien verstande dat op de bovenste drie verdiepingen uitsluitend wonen is toegestaan.

e Wonen

Wonen is niet toegestaan op de begane grond, met dien verstande dat op de begane grond wel bergingen zijn ten behoeve van wonen zijn toegestaan.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, die ten dienste staan van deze bestemming.

10.2.2 Gebouwen

Gebouwen dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' met deze aanduiding is aangegeven.
10.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:

  • a. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen mag ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' en ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' niet meer bedragen dan 2 m en daarbuiten niet meer dan 1 m;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 m.
10.2.4 Afwijkingenregeling

In afwijking van het voorgaande geldt voor bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd krachtens een bouwvergunning, het volgende: indien en voorzover de bestaande maatvoering en/of oppervlaktes en/of situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de genoemde maxima, danwel minima overschrijden, geldt de bestaande maatvoering als maximum respectievelijk minimum.

10.3 Ontheffing van de bouwregels
10.3.1 Ontheffing bouwhoogte terreinafscheidingen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 10.2.3 onder a teneinde voor erf- en terreinafscheidingen buiten de aanduiding 'bouwvlak' en buiten de aanduiding 'bijgebouwen' een bouwhoogte toe te staan van maximaal 2 m, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. uit veiligheidsoverwegingen en/of beveiligingsoogpunt is de verhoging noodzakelijk;
  • b. tenminste het deel van de erf-/ terreinafscheiding tussen 1 m en 2 m hoogte dient een open constructie te zijn;
  • c. het uitzicht wordt niet dusdanig belemmerd dat daardoor de verkeersveiligheid in gevaar wordt gebracht;
  • d. de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast.
10.4 Specifieke gebruiksregels
10.4.1 Overeenkomstig gebruik

Als gebruik overeenkomstig de bestemming, wordt aangemerkt:

  • a. de winkelvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 1500 m2.
10.4.2 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:

  • a. de verkoop van motorbrandstoffen;
  • b. detailhandel in volumineuze goederen en detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen;
  • c. asielzoekerscentrum, crematorium, opvang van dieren, justitiële inrichting of militaire zaken;
  • d. bedrijfsmatige buitenpandige opslag.
10.5 Ontheffing van de gebruiksregels
10.5.1 Ontheffing maatschappelijke functie

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen als bedoeld in 10.1.2 onder a, niet zijnde het genoemde in 10.4.2 onder c, teneinde geluidsgevoelige maatschappelijke functies of terreinen binnen de bestemming Gemengd - 2 toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de geluidbelasting vanwege het wegverkeer op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen en terreinen is niet hoger dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een reeds verkregen hogere grenswaarde ten tijde van het ter visie leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan;
  • b. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • c. het gebruik mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse;
  • d. het leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving.
10.6 Wijzigingsbevoegdheid
10.6.1 Wijzigingsbevoegdheid horeca

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ingevolge artikel 3.6 lid 1 sub a Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen teneinde horecabedrijven in horecacategorie 2b of 3 toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. horecabedrijven in horecacategorie 1 of 2a kunnen worden toegestaan; hiertoe wordt de aanduiding 'horeca' opgenomen;
  • b. horecabedrijven in horecacategorie 2b of 3 kunnen worden toegestaan; hiertoe wordt de aanduiding 'horeca van categorie 2b' of 'horeca van categorie 3' opgenomen;
  • c. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • d. het horecabedrijf mag geen onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige opbouw vormen.
  • e. in de onmiddellijke omgeving zal moeten worden voorzien in voldoende parkeervoorzieningen;
  • f. voor een horecabedrijf uit categorie 2b wordt de aanduiding 'horeca van categorie 2b' opgenomen;
  • g. voor een horecabedrijf uit categorie 3 wordt de aanduiding 'horeca van categorie 3' opgenomen.