Gebruik van gronden en bouwwerken
8.1 Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, de bestemmingsomschrijving en de overige regels. Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 eerste lid Wro wordt in ieder geval verstaan:
8.1.1 Het gebruik van de gronden als stort en/of afvalplaats van grond en/of afval met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
8.1.2 Het gebruik van de gronden als stallingsplaats voor vaartuigen, aan het gebruik onttrokken machines, voer of vaartuigen met uitzondering van het normale op de bestemming gerichte gebruik;
8.1.3 Een gebruik van gronden en gebouwen voor seksinrichtingen danwel ten behoeve van prostitutie.
8.2 Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in lid 1, indien strikte toepassing van het verbod leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, dat niet door dringende redenen worden gerechtvaardigd.